Anneke van Baalen, HIDDEN MASCULINITY, Max Weber's historical sociology of bureaucracy. 
Amsterdam 1994. SAMENVATTING 
 
 
 
186
 
 
 
SAMENVATTING 
 
Om de vraag te kunnen beantwoorden waarom vrouwen in moderne demokratieën nog 
steeds niet evenredig in gezagsposities vertegenwoordigd zijn, kritiseer ik in dit boek de 
scheiding tussen de openbare en de privé-sfeer, die de basis is van zowel de moderne 
universalistiese heerschappij als van de moderne universalistiese wetenschap.  
Hoewel de feministiese organisatiesociologie de problemen, die vrouwen ontmoeten 
wanneer ze als symbool van de demokratiese intenties van mannen tot een gezagspositie 
toegelaten worden, wel geïnventariseerd heeft, is het is nog niet gelukt om de inzichten in de 
struktuur van mannengroepen en van de middelen die hun leden gebruiken om vrouwen te 
overheersen, te kombineren met de begrippen die de organisatiesociologie hanteert. Om die 
verbinding te kunnen leggen moet eerst het sekseneutrale karakter van de 
organisatiesociologiese begrippen worden gekritiseerd; alleen dan is het mogelijk om de 
sekseneutrale termen van de universalistiese sociologie te vertalen in de seksebepaalde 
termen waarin de ervaringen van vrouwen tot begrip worden gebracht. Met andere woorden: 
het is nodig om de sociologie van 'de organisatie' of 'de burokratie' te verbinden met een 
historiese wereld van vrouwen en mannen. 
De manier waarop de scheiding van de openbare en de privé-sfeer is vormgegeven in de 
moderne sociale wetenschappen is bepaald door de beroemde Duitse socioloog Max 
Weber. Hoewel Weber geloofde in 'de irrationaliteit van de geschiedenis' en in een 
tegenstelling tussen 'feiten' en 'waarden', tussen 'rede' en 'emoties', was hij er tevens van 
overtuigd dat er een metode kon worden ontworpen waardoor een 'objektieve' 
wetenschappelijke procedure tot stand gebracht kon worden. In deze metode moet de 
rationele berekening van de 'kansen' dat specifieke individuele handelingen plaats zullen 
vinden gekombineerd worden met een empaties begrip van irrationele individuele 
handelingsorientaties; rationele en irrationele handelingsorientaties worden beide 
waargenomen door ze te vergelijken met 'ideaal-typen', in logies opzicht konsistente 
concepten die door de wetenschapper zelf gekonstrueerd worden. Omdat een van de 
centrale objekten van Weber's historiese sociologie in zijn onvoltooide 'Wirtschaft und 
Gesellschaft' (1921) de moderne 'formeel-rationele burokratie' is en hij deze vorm van 
burokratie definieert als een institutie die het openbare van het private leven scheidt, volgt 
zijn metode de regels van zijn objekt. Volgens hem is 'burokratie' of 'formeel-rationele 
overheersing' specifiek voor de Westerse kultuur en leidt hij tot een onomkeerbaar proces 
van 'onttovering van de wereld'. Dat laatste betekent dat in de moderne samenleving 
'waarden', 'emoties' en 'materiële rationaliteit' alleen waargenomen kunnen worden in 
uitzonderlijke omstandigheden; het gewone leven wordt bepaald door formele rationaliteit, 
die de geldigheid van 'waarden' en 'emoties' ontkracht. 
In overeenstemming hiermee worden 'waarden', 'emoties' en 'materiële rationaliteit' in 
Weber's metode als 'irrationeel' bestempeld; ze kunnen alleen op een negatieve manier 
onderzocht worden, namelijk door ze te vergelijken met ideaaltypen van 'formeel rationele' 
vormen van handelen. Weber konseptualiseerde daarom alle seksebepaalde verhoudingen - 
verhoudingen tussen historiese vrouwen en mannen - op een irrationele manier: door zijn 
'wet van de onbedoelde gevolgen' toe te passen, of door een 'paradox' of een 'vloeiende 
overgang tussen tegengestelden' te formuleren, of desnoods door het gebruik van ironie. 
Door de in de moderne tijd tot stand gekomen scheiding tussen publiek en privé terug te