De Bonte Was, FEMINIST 2, Amsterdam 1977
63
De bedoelde mogelijkheden blijken dan te bestaan uit het imiteren van mannen. Het
betekent dat we nu daadwerkelijk leren hun waarden op elkaar toe te passen. Zoals:
het wedijveren met gelijkgeschoolde vrouwen,
het onderdrukken van mindergeschoolde vrouwen,
Dit leren we door te denken en te handelen in systemen, het ontwikkelen van teorieën,
abstrakt taalgebruik, beheersing van vergadertechnieken, het najagen van promoties.
We worden zelfs met de illusie opgezadeld dat als we dit allemaal kunnen, we huns
gelijken zullen zijn.
Een absurde situatie.
We leren ons dus te gedragen als gefrustreerde homoseksuele mannen.
Homoseksuele mannen zonder penis. Echter altijd op zoek naar de eens verloren
penis!
Met deze vermoeiende en uitzichtloze bezigheid worden we de rest van ons
geschoolde leven zoet gehouden.
We worden erin getraind om in dit onderdrukkende en tragiese sprookje te geloven.
Maar de mannen zijn pas tevreden als we elkaar dit sprookje opdringen, door dit
verzinsel van moeder op dochter door te geven en te bevestigen.
De mannen krijgen hierdoor meer tijd om zich op een nog subtielere manier met elkaar
bezig te gaan houden.
Zij ontwikkelen meer teorieën, nog meer vooruitgang, kontinuiteit, een eigen
heldhaftige geschiedenis, ze breiden het socialisme uit, het marxisme, de wetenschap
wordt verfijnd, de wereld wordt verpsychologiseerd.
Er worden: nieuwe metodes / nieuwe funkties / nieuwe doelen / nieuwe programma's /
nieuwe instituties en nieuwe onderwijsvormen uitgedacht.
Door deze subtiele verfijning van de macht worden wij verder verblind, nog meer
afhankelijk.
Het onderwijs blijkt hun beste vinding te zijn, de beste garantie om ons in de waan te
laten dat we huns gelijken aan het worden zijn; om ons in de waan te laten dat er iets
zou veranderen. Het onderwijs is hun beste garantie om ons te houden zoals we zijn:
bestaand maar onzichtbaar.