FEMINIST 3, teksten Anneke van Baalen & Marijke Ekelschot, Illustraties Annet Planten.
Amsterdam 1982, De Bonte Was
39
Tegelijkertijd hebben de Grieken de seksualiteit vergeestelijkt - tussen mannen dan, maar de
eros, eenmaal uitgevonden, kan, als het zo uitkomt, ook gebruikt worden voor verhoudingen
tussen mannen en vrouwen. (Borneman zegt trouwens dat hij denkt dat de mannen - Sokrates
en Plato - die opvattingen over erotiek van vrouwen, van Sappho en haar dichteressenschool
op Lesbos, hebben overgenomen; ook hier is dus weer hetzelfde verschijnsel: hun bijdrage tot
de kultuur is niet het zelf kreëren van iets, maar het losmaken van elementen uit een geheel
dat ooit het door vrouwelijke tradities geordende sociale leven was, en het vervolgens
verzelfstandigen van die elementen in konkurrentiekoden: bijvoorbeeld welke soort
jongensbillen het mooiste is).
In zoverre is de seksuele revolutie al een langdurig proces. Vrouwen die eigendom zijn van
mannen, moeten ook seksueel beschikbaar zijn. Het nieuwe is alleen dat vrouwen nu moeten
doen alsof ze het leuk vinden.
Pas nu zijn vrouwen zo weerloos, dat seksueel initiatief van vrouwen mannen niet meer aan
vrouwelijke onafhankelijkheid doet denken. De vrouw die kronkelt van wellust is pas nu het
echte onderworpen objekt, het instrument waarop de man zijn mannelijkheid tot klinken
brengt. Hij is niet meer bang dat zij zijn schoenen buiten de deur zal zetten als hij haar niet
meer bevalt, - want ze is nu absoluut van hem afhankelijk. Alleen in Nederland en
Scandinavië kan ze bij de bijstand (nog) een redelijk inkomen gaan halen - overal elders
wachten haar schandelijke werkdagen, honger, vernedering en prostitutie. Eindelijk is het
zover dat de mannen kunnen proberen hun behoeften aan superioriteit met die aan
goedkeuring te verbinden - want nog steeds zijn zij sociale wezens, en nog steeds vinden zij
niets zo heerlijk als wanneer wij, helemaal vrijwillig, hun superioriteit erkennen (dat noemen
ze liefde).
En zo is dan de seks, waarin vrouwen moeten uitbeelden hoeveel lust zij beleven aan hun
uitgebuit en onderworpen zijn, de dagelijkse plicht van vrouwen geworden: vrouwenwerk. Er
is bijna geen onderdeel van het leven meer dat niet met seksuele associaties is omringd - de
lopende band misschien, maar voor vrouwen is er toch geen werk meer in de industrie. Wie
aktie voert tegen seksueel geweld op de werkplek zal het merken: er is nauwelijks meer een
grens tussen vrouwenwerk en seksualiteit.
Vrouwen zijn inderdaad op weg om steeds meer teruggebracht te worden tot haar
geslachtskenmerken. En inderdaad, degenen die zich nu nieuw radikaal-feministen gaan
noemen, de oude femsoc en socfem, die lopen voorop om dat tegen de laatste weerstanden
van de laatste trutten in door te drukken. Van feminisme tot lijf-politiek, van mensheid in
wording tot vagina, baarmoeder en eierstok. Een treurige geschiedenis.
Revolutie dus met ons allen, de seksuele draaideur uit voor de strijd voor de gezamenljke
greep op de maatschappelijke produktie. Wie voor de ekonomiese onafhankelijkheid van
zichzelf en van andere vrouwen vecht, wie werkt aan een samenleving waarin vrouwen samen
bepalen waaraan en hoe er gewerkt wordt, wie mannen hun mannelijkheid durft af te pakken -
die hoeft niet aan seksfantasieën te lijden. Wie met andere vrouwen vecht tegen mannen die
vrouwen kwellen en ongelukkig maken, hoeft niet te proberen pijn en verdriet in seksuele lust
om te zetten. Wie een druk en zinnig bestaan heeft, met gezamenlijk werk en gezelligheid,
hoeft niet aan seks te denken en er niet over te praten.
Juist als je er niet aan denkt krijg je misschien wel ineens zin - als verassing, als extraatje, als
iets onalledaags met iemand die toevallig ook net zin in jou had; misschien omdat het mooi
weer is, of na een feministiese aktie die gevierd moet worden. En anders maar niet. Alles is
beter dan seksuele slavernij.