A.C. van Baalen & M.C.F.Ekelschot, Geschiedenis van de Vrouwentoekomst. Amsterdam 1980, De Bonte Was
Hoofdstuk 12 De laatste trends in manschappij en vrouwenbeweging
265
van alle vrouwen steeds meer op elkaar gaan lijken, omdat aan allen dezelfde eisen worden
gesteld. We hebben gezien dat vrouwen daarop reageren door steeds 'individueler' en
'persoonlijker' te worden, door steeds meer waarde te gaan hechten aan hun eigen
individuele eigenschappen. Maar het gevecht voor een dergelijke individualiteit kan nooit
gewonnen worden, zolang de mogelijkheid om eigen verantwoordelijkheden te dragen en
eigen beslissingen te nemen niet terugveroverd is. De 'individualiteit' en de vrijheid van
vrouwen horen bij elkaar: beide zijn ze voor een groot deel schijn: onze werkelijke
persoonlijkheid vinden we pas terug als we ons gezamenlijk met de wereld gaan bemoeien,
als we onze 'schouders onder het wiel van de geschiedenis zetten', om Simone de Beauvoir
nog maar eens aan te halen.
Vrouwen worden nog verdeeld door werkelijke verschillen; door de banden die ze met de
mannen van verschillende klassen hebben, en door verschillen die nog voortvloeien uit
traditionele samenlevingsvormen. Vrouwen zullen echter steeds meer verdeeld worden door
verschillen in persoonlijkheid, die gedeeltelijk op mode en schijn berusten. En dat zijn
verschillen die in een gezamenlijke strijd tegen de manschappij geen stand houden. Dan
blijkt immers dat vrouwen inderdaad gemeenschappelijke belangen hebben; dat daarop hun
solidariteit berust.
De laatste jaren zijn vrouwen zich overal op de wereld steeds meer zelfstandig gaan
organiseren - soms tegenover mannen, soms alleen los van hen. In beide gevallen delen
vrouwen het inzicht dat er - als vrouwen niet zelf voor hun belangen opkomen, niets van
terecht komt.
Wat al die vrouwen willen is:
de beschikking over hun eigen lichaam - dus geen mishandelingen en seksueel geweld
meer, en de mogelijkheid zelf over abortus te beslissen,
betaling voor hun werk, dus eerlijke verdeling van het onbetaalde werk;
bestrijding van kernwapens;
bestrijding van kerncentrales en alle vormen van miljeuvervuiling;
Kortom: zij willen de macht om nationaal en internationaal de samenleving te veranderen en
zij willen zowel de persoonlijke heerschappij als de onpersoonlijke manschappij afschaffen.
Als de vrouwen, die het over zulke fundamentele dingen eens zijn, zich organiseren,
ontdekken zij waarop hun kracht berust: vrouwen doen bijna al het werk! Wanneer vrouwen
eenmaal samen hun zelfvertrouwen terugveroveren, ontdekken ze dat ze al die
werkzaamheden die mannen voor zichzelf reserveren, zonder veel moeite kunnen leren:
omdat de moeilijkheid niet in die werkzaamheden zelf zat maar in het overwinnen van door
mannen aangebrachte belemmeringen, die hun overheersing van vrouwen dienen.
Wanneer vrouwen mannenwerk - techniek, organisatie - gaan doen ontdekken ze dat ze het
beter doen; zij hoeven hun vaardigheden niet te gebruiken om een onderdrukte klasse van
vrouwen te overheersen.
Wát een kennis, wát een ervaring en inzichten, wát een zakelijkheid die vrouwen bindt- en
wát een macht.
In laatste instantie berust de macht van vrouwen op hetzelfde als waar het de manschappij
om begonnen is: dat vrouwen zoveel werk doen. Wie werkt, kan namelijk ook staken.
Omdat het grootste deel van al het werk dat vrouwen doen onbetaald is, is de staking van
het onbetaalde werk nog belangrijker dan die van het betaalde werk.
De kook-, seks-, baar- en betaald-werk-staking is als strijdmiddel al eens een enkel keer
door de vrouwenbeweging gebruikt, maar we zijn nog niet werkelijk begonnen de
onbegrensde mogelijkheden ervan uit te proberen. We zullen moeten gaan leren hoe we ons
zo kunnen organiseren, dat we deze machtsmiddelen zo effektief mogelijk kunnen
gebruiken.
Verder lezen
De Bonte Was, Feminist I. Amsterdam 1977, De Bonte Was