van Baalen, Ekelschot, Harmsen, van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
Hoofdstuk 2 BELEID BEVRIJDT
34
soort blad, en echt op de toer gaan van zo'n ideologiese diskussie binnen de
vrouwenbeweging..., ik denk dat een 'Feminist' daar veel beter voor was. En zo-
doende is het wel een unanieme beslissing geweest, we voelden ons inderdaad
een beetje overdonderd. Op zich wilde ik heel graag die diskussie voeren, ik had
er toen wel degelijk ideeën over. Het was jammer dat we er met de Vrouwenkrant
pas over gingen praten toen de diskussiedag in september kwam. Ik was er al die
tijd vreselijk mee bezig geweest; ook met die gedwongen heteroseksualiteit, het
de banden met mannen verbreken. En dat werd nou juist het minst bepraat, dat
bleef gewoon liggen. Het was natuurlijk veel te bedreigend, echt een schot in de
roos wat dat betreft, want je kunt het inderdaad niet verdedigen. Ikzelf kwam daar
ook niet uit."
Aan Corrie van Dijk, toentertijd deel uitmakend van de Bonte Was en één van de
vrouwen die kontakt had met de Vrouwenkrant, heb ik een reaktie gevraagd op
de situatie zoals Mieke en Jet die geschetst hebben. 'Ach', zegt Corrie, 'niet
slecht. Vanuit hun gezichtspunt ook zeker niet onjuist. Maar het probleem is dat
ze een aantal dingen niet gezegd hebben, waardoor het niet helemaal klopt. Wat
me een beetje irriteert is dat ze net doen alsof zij de goede aanzet hebben gege-
ven tot de Feminist. Alsof Feminist een bestáánd alternatief was waarvoor zij de
verstandige keus gemaakt hebben. Dat is achteraf redeneren. Feminist bestond
toen helemaal niet, het plan was er niet. Wij hadden expliciet gekozen voor de
Vrouwenkrant. De redaktie vond toch zelf ook dat een tema niet voldoende was,
dat het blad ook een podium moest zijn voor diskussies en "nieuws" uit de be-
weging. Ze vroegen wel vaker om artikelen, dus dat was allemaal heel logies.
Eén van ons had met Mieke een afspraak gemaakt, van dan en dan komen we
mèt de stukken op de vergadering en zij zag dat wel zitten en ze zou er ruimte
voor maken op de vergadering. Waaruit wij natuurlijk konkludeerden dat ze er
zelf ook bij zou zijn. Nou, die vergadering was dus afschuwelijk. Toen we binnen
kwamen (netjes binnen gelopen hoor, maar iedereen reageerde met een "gut,
wie komt hier nou binnen stormen") was er al sprake van irritatie. "Het stond niet
op de agenda", zeiden alle anderen. "Hier hebben we geen tijd voor". En Mieke
was er helemaal niet! Na eindeloos geharrewar mochten we onze stukken voorle-
zen, dat was de beste manier om duidelijk te maken waar we voor kwamen en ie-
dereen moest toch weten wat we te zeggen hadden. We hadden één lang en één
kort, heel helder artikel, en die lazen we voor. En wat ik me nu het beste herinner
van dat moment erna, is die dodelijke, vernietigende stilte. Dat was heel erg, er
kwam geen enkele reaktie. Het is toch in zo'n situatie gebruikelijk om je mening
te geven, niet? Nu waren ze natuurlijk niet zo goed voorbereid als wij - wij had-
den er natuurlijk al veel meer over gedacht en gepraat - maar zeg dàt dan. Maar
het bleef doodstil. Op één na (dat moet Jet geweest zijn). Die was duidelijk ge-
schokt door de inhoud en riep dat dit heel belangrijk was, dat het in elk geval in
de krant moest. Maar er werd door de anderen niet naar haar geluisterd, er
mocht niet gediskussieerd worden, ze zouden het er wel over hebben als wij weg
waren. Ik begrijp dat het voor hen natuurlijk helemaal geen lolletje was. Dus wij
vonden het prima dat het dan niet in de eerstkomende krant zou komen - dat
was onze stap in het kompromis - maar dan natuurlijk wel in de daaropvolgen-
de. En toen werd er pas geroepen dat de volgende ook al vol was en die daarop
ook en die daar weer op volgde ook en dat het pas in september of oktober zou
kunnen. Dus niks "een maandje wachten", dat waren er bij elkaar wel zes. Dat
hebben we toen niet geaksepteerd, het was duidelijk dat ze er gewoon niet over
na wilden denken, dat ze er niks van moesten hebben. Het was geen reëel aan-
bod meer. En om dan (achteraf) te zeggen "Wij werkten zo hard" - dat vind ik
een valse gelijkhebberij, alsof je aan zoiets je gelijk zou kunnen ontlenen.'
Het eerste van de geplande temanummers ging over het matriarchaat. Dat was