Navigation bar
  Print document Start Previous page
 20 of 121 
Next page End 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25  

De Bonte Was, VROUWEN OVER HULP BIJ ZIEKTE EN PROBLEMEN, Amsterdam 1978
20
"Vlug, vlug, de tang,
anders komt het vanzelf!" 
placht dr. Osilander, direkteur van een aan het eind van de 18e eeuw in Göttingen gestichte
kraamkliniek en fameus om de onvervaardheid waarmee hij de verlostang hanteerde, tegen zijn
studenten te roepen wanneer het ernaar uitzag dat er een kind buiten zijn ingrijpen om , geboren
zou worden.
Een van de mannen op mijn werk maakt bekend dat hij over zes maanden vader wordt. Hij wordt
gefeliciteerd en trakteert. De vrouwen reageren een beetje gereserveerd, zo van gunst, kijk eens
aan, nou gefeliciteerd hoor. De mannen beginnen joviaal of wat daarvoor door moet gaan door
elkaar te schreeuwen. Een van hen vertelt opgewonden dat hij het zo moeilijk had gehad toen
zijn vrouw zwanger was maar dat hij enorm opgelucht was toen hij eenmaal een gesprek had
gehad met haar gynaecoloog. Hij informeert bezorgd of de vrouw van zijn collega wel ophoudt
met werken. De toekomstige vader, een man van deze tijd, zegt dat ze dat helemaal zelf mag
uitmaken. Ze praten samen verder over in welk ziekenhuis de vrouw het beste zou kunnen
bevallen.
Zo gaat dat. Wij, die ooit zelf heelkundigen waren, bezitters van een in de praktijk verworven en
onderling overgedragen kennis, wij weten zowat niets meer van onszelf en elkaar en melden ons,
zodra we zwanger zijn, verschrikt bij de dokter om te horen of er soms niet allerlei vreselijks met
ons mis is en we gaan, omdat je nooit voorzichtig genoeg kan zijn, steeds meer voor de bevalling
het ziekenhuis in. En in het ziekenhuis vinden ze ook dat je maar nooit kan weten. Daarom
grenst de verloskamer meestal aan de operatiekamer. 
Nog maar tien jaar geleden werd in Nederland ruim 70% van de kinderen thuis geboren. Nu zijn
we de 50-procentsgrens gepasseerd en worden er meer kinderen in het ziekenhuis dan thuis
geboren. Maar ondanks dat, zo wordt van bevoegde zijde verontrust vastgesteld, is alleen in
Turkije het aantal ziekenhuisbevallingen lager dan in Nederland (namelijk 30%) en een bekend
gynaecoloog vraagt zich dan ook af of Nederland op het gebied van de verloskunde soms een
ontwikkelingsland is: tenslotte vindt in West-Europa en de Verenigde Staten bijna 100% van de
bevallingen onder mannelijke supervisie in ziekenhuizen plaats. Maar goed, het is duidelijk dat
als de huidige ontwikkeling zich voortzet Nederland niet zal achterblijven in de vaart der
volkeren en het de mediese stand niet aan werk zal ontbreken.
Maar zijn wij dan ook beter af? Een vrouw die het ziekenhuis in gaat komt terecht in een wereld
waar allerlei mannen in witte jassen de baas zijn die nooit tijd hebben, die woorden mompelen
waarvan het de bedoeling is dat je ze niet begrijpt en die hun status ontlenen aan het feit dat ze
het onder hen staande personeel kunnen kommanderen en dat ze dure machines bedienen die,
omdat ze nu eenmaal zijn aangeschaft, ook het erin geïnvesteerde geld moeten opbrengen en die
dus zo vaak mogelijk gebruikt worden. Met andere woorden, als je niet al ziek was zul je het er
wel worden. Trouwens, waarom lag je er anders?
En dat blijkt ook in de praktijk. Terwijl op het ogenblik naar schatting 95% van de bevallingen,
mits kundig begeleid, komplikatieloos kan verlopen, wordt er in het ziekenhuis in een zonder
meer onevenredig groot aantal gevallen zo opgetreden (vruchtwaterpunkties nemen, de vrouw
inknippen, het kind er met een tang uithalen) dat er niet langer sprake is van verloskundige
begeleiding maar van gynaecologies ingrijpen. Dat ligt natuurlijk best in de lijn der
verwachtingen. Als je bijvoorbeeld, omdat je denkt dat je nog geen spijker recht in de muur kan
slaan en omdat je hebt gehoord dat er allerlei elektriese draden door de muur lopen zodat je wel
eens geëlektrokuteerd zou kunnen worden als je dat zomaar doet, je neefje vraagt om je te helpen
http://www.purepage.com Previous page Top Next page