Navigation bar
  Print document Start Previous page
 24 of 121 
Next page End 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29  

De Bonte Was, VROUWEN OVER HULP BIJ ZIEKTE EN PROBLEMEN, Amsterdam 1978
24
voorgereden in een geblindeerde koets en brachten een grote versierde houten kist mee. De
barende vrouw werd geblinddoekt en de deur ging op slot.
In Nederland richtten vader en zoon Van Roonhuyse zelfs een soort geheim genootschap op
waarin collegae tegen betaling en na geheimhouding gezworen te hebben in de mysteriën van de
Roonhuysense hefboom werden ingewijd. ('Door Godes wil wordt alles geschapen, Ik help
benaude sonder wapen' liet een vroedvrouw op haar uithangbord zetten.) En maar kiften onder
elkaar over wie de tang het eerste had verzonnen, wie de meeste eer toekwam, wie het idee had
gestolen van wie, enz.
Waren ze nou allemaal zo slecht? Nee, maar als ze niet slecht waren hadden ze hoofdzakelijk
nergens op gebaseerde pretenties van deskundigheid ('... een der inspectores, zig vereerd ziende
met examinator te zyn der zogenaamde Vroed-Meesters, kogt dadelyk in 't keldertje by W.Blom
in de Vyzelstraat het toegenaaid boekje over de Menschelyke voortteelinge...' merkt Titsingh in
'Diana, ontdekkende het geheim der Dwaazen, die zich vroedmeesters noemen' uit 1750 bitter
op), en anders beoefenden ze de verloskunde tegen heug en meug.
Neem van Deventer, in de Nederlandse geschiedenis van de vroedkunde een figuur van belang.
Hij werd geboren in 1651 en na aanvankelijke goudsmidsgezel te zijn geweest sloot hij zich op
zijn 17e aan bij de Labadisten, die zich in Wieuwerd in Friesland vestigden. Op het gebied van
de scheikunde en de geneeskunde was hij een autodidact, Behalve dat hij, ook voor arme
mensen, pijnstillende middelen maakte, vermoedelijk op basis van opium, wijdde hij zich naast
de verloskunde aan wat tegenwoordig orthopedie heet. Voor de toen zoveel voorkomende
Engelse ziekte had hij doelgerichte, eenvoudige behandelingen 'met zwachtels, keursjes en
laarsjes', een prestatie voor iemand die zich inmiddels ook tot een bekend chirurg had
ontwikkeld en uit hoofde van die discipline toch hoofdzakelijk geneigd zou zijn tot afhakken,
inkerven, doorsteken en wegbeitelen. In 1696 verschijnt van hem 'Dageraet der Vroedvrouwen',
in 1701 gevolgd door 'Manuele Operatiën deel zijnde een Nieuw Ligt voor Vroedmeesters en
Vroedvrouwen, Haar Getrouwelijk ontdekkende al wat noodig is te doen, om barende Vrouwen
te helpen verlossen', Nadat de Labadisten-gemeente, onder andere wegens financiële
moeilijkheden, was ontbonden vestigde Van Deventer zich in Den Haag, waar hij aanvankelijk
geen toestemming kreeg om zijn beroep uit te oefenen, omdat hij niet in het Latijn was
gepromoveerd. Maar omdat hij inmiddels erg beroemd was kon dat natuurlijk niet eindeloos
volgehouden worden. In de Dageraad en het Nieuwe Licht toonde hij zich een verstandig
verloskundige, die doordrongen was van het belang van rustig en voorzichtig optreden, vooral
bij de nageboorte; die op grond van foute diagnoses juiste behandelingen voorschreef en de
chirurgijnen laakte die razend en vloekend bij barende vrouwen kwamen en geen hand wilden
uitsteken voordat zij hun loon ontvangen hadden. En wat schrijft deze rechtschapen,
hardwerkende man die zijn roem voor een belangrijk deel aan zijn verloskundige publikaties
dankt tenslotte? 'Ik danke God, dat Hy my konst en wetenschap genoeg gegeven heeft, om aan
myn nooddruft te konnen voorzien, zoo voor my zelve, als voor myne Familie, zonder dat ik my
behoef door vrouwen te verlossen te geneeren,' Waarna hij het ook nooit meer deed maar zich
verder uitsluitend aan godsdienstige studies wijdde.
Van Deventer was met zijn tenminste ook in het Nederlands verschenen en niet uitsluitend tot
collega's gerichte handleidingen een uitzondering, want de mediese stand was bepaald niet
geneigd om de vorderingen van de wetenschap met de lagere beroepsbeoefenaars te delen, En
aangezien diezelfde groep al aardig op weg was zich een monopolie op mediese hulp te
verwerven, hoeft het geen betoog dat het met de zorg voor barende vrouwen treurig gesteld
raakte. De al eerder genoemde Terne, die vond dat vrouwen zich maar bij de pluisplank moesten
houden, probeert de oorzaken van deze toestand op een rijtje te zetten. In 1784 verschijnt van
hem 'Lucina, ontdekkende de waare oorzaken, der onkunde en onbekwaamheid van de meeste
Vroedvrouwen, binnen onze Republiek, zoo in zommige Steden als inzonderheid op het platte
http://www.purepage.com Previous page Top Next page