Navigation bar
  Print document Start Previous page
 13 of 97 
Next page End 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18  

Anneke van Baalen en Marijke Ekelschot, TEGENNATUURLIJK,  Amsterdam 1985, De Bonte Was 
13
eeuw 22.000.000 mensen gedeporteerd zijn, van wie er 11.000.000 tijdens het transport om
het leven gekomen zijn. Geschat wordt ook dat door toedoen van slavenjagers in Afrika zelf
100.000.000 mensen zijn omgekomen.
'De slavenhouder koopt zijn arbeiders zoals hij een paard koopt. Wanneer hij een slaaf
verliest, verliest hij een kapitaaldeel, dat hij door een nieuwe besteding op de slavenmarkt
moet vervangen. Maar: "De rijstvelden van Georgië en de moerassen van Mississippi mogen
op een fatale wijze schadelijk zijn voor de menselijke konstitutie, nochtans is de vernietiging
van menselijk leven niet zo groot of zij kan worden goedgemaakt uit de overvloedige
reservoirs van Virginië en Kentucky. Overwegingen van economiese aard, die nog een
zekere waarborg konden bieden voor een menselijke behandeling van de slaven, voorzover
het belang van de meesters samenviel met het welzijn van de slaven, worden na invoering
van de slavenhandel omgekeerd de oorzaak van de meest ekstreme vernietiging van de
slaven; immers zodra de slaaf door toevoer uit andere negerreservoirs kan worden
vervangen, wordt zijn levensduur minder belangrijk dan zijn produktiviteit tijdens zijn leven. In
een op slavenarbeid gebaseerd ekonomies stelsel is het derhalve een stelregel dat in landen
met een slaveninvoer de meest effektieve ekonomie die is, waarbij de grootst mogelijke
hoeveelheid arbeid in de kortst mogelijke tijd uit het menselijk vee (human cattle) wordt
geperst."'
3
De behandeling als 'menselijk vee' betekende ook dat vrouwen niet alleen slavenwerk
moesten verrichten, maar dat ze ook als fokvee werden behandeld.
'Een jaar nadat de import van Afrikanen gestopt was, besliste een rechtbank in South
Carolina dat slavinnen geen enkel recht op hun kinderen konden doen gelden... omdat "de
jongen van de slaven ... op hetzelfde nivo staan als andere dieren."'
4
Natuurlijke historie
Het waren niet alleen rechters die zorgden voor rechtvaardigingen van het gedrag van
slavenhouders en van al die andere mensen die van de uitbuiting en onderdrukking leefden
en profiteerden: de denkende standen waren al een eeuw bezig die rechtvaardiging in allerlei
wetenschappelijke vormen te ontwikkelen. Zo had de Zweedse botanikus Linnaeus al in
1739 de mensheid keurig geordend, als onderdeel van zijn 'Systema Naturae': Onder het
kopje 'antropomorpha' (mensvormigen) kunnen wij dan ook aantreffen:
'Europeus albus (witte Europeaan): (...) schrander, vindingrijk, (...) blank, sanguinisch. (...) Hij
wordt geregeerd door wetten.
Americanus rubescens (rode Amerikaan): tevreden met zijn lot, vrijheidslievend, (...) door de
zon verbrand, cholerisch. (...) Hij wordt geregeerd door gebruiken.
Asiaticus luridus (vaalgele Aziaat): (...) trots, gierig, (...) geelachtig, melancholisch, (...) Hij
wordt geregeerd door overtuiging.
Afer niger (zwarte Afrikaan): (...) slim, lui, nalatig, (...) zwart, flegmatisch. (...) Hij wordt
geregeerd door de eigenmachtige wil van zijn meesters.'
5
Dat boek verscheen in 1739, de tijd van de verlichting, de tijd waarin de opkomende
natuurwetenschappen steeds meer het model werden voor het inventariseren, ordenen en
verklaren van menselijke gedragingen en gebeurtenissen. Al deze geleerden probeerden dat
wat voor de werkelijkheid gehouden werd het karakter van 'natuurlijk' mee te geven.
Linnaeus en veel van zijn tijdgenoten meenden verschillende mensen'merken' te hebben
kunnen inventariseren, de latere geleerden zouden het op zich nemen om een zogenaamde
logika aan te brengen in die indeling. Die logiese indeling ging verder dan het aanbrengen
van een hiërarchiese ordening in een in vieren gedeelde mensheid.
                                                
3
K. Marx, Het Kapitaal (1868), De Haan 1972, p 83
4
A. Davis, Women, Race and Class, The Women's Press 1981, p 7
5
L. Poliakov, De Arische mythe, over de bronnen van her racisme en de verschillende
vormen van nationalisme (1971), Meulenhof 1979, p 162
http://www.purepage.com Previous page Top Next page