Anneke van Baalen en Marijke Ekelschot, TEGENNATUURLIJK, Amsterdam 1985, De Bonte Was
17
imperialistieser een natie, hoe intelligenter. Onderworpen en uitgeroeide volkeren waren
gewoon een beetje dom. De winnaar had het gelijk van de natuur aan zijn zijde.
Darwin's teorie ontleende zijn overtuigingskracht aan de werkelijkheid van zijn tijd: wat hij
beschreef, was wat iedereen zag gebeuren. Engeland was op weg naar heerschappij over
de hele wereld; het kapitalisme had niet alleen de Engelse verhoudingen getransformeerd,
maar begon de verhoudingen op een groot deel van de mensheid te beheersen. Steeds
meer mensen kwamen te leven - of te sterven - onder kapitalistiese verhoudingen.
Men moest wel een kritiese blik hebben om deze machten als tijdelijk, vergankelijk, histories
te doorzien, men moest er belang bij hebben om dat te doen. Marx en Engels viel het
inderdaad op dat Darwins beschrijving van de strijd in de natuur zo precies leek op de
manier waarop de ondernemers elkaar bekonkurreerden, maar ook Marx knoopte in Het
Kapitaal zijn beschrijving van de historiese ontwikkeling van de technologie aan Darwins
evolutieleer vast, als een voorbeeld van het denken in ontwikkelingen. Op het punt van
achterlijkheid van vrouwen in het algemeen en vreemde volkeren in het bijzonder, verschilde
hij met Darwin niet van mening. Bij Marx is sprake van een spanning tussen natuur en
geschiedenis waar zijn navolgers vandaag nog mee worstelen; bij Darwin zijn natuur en
geschiedenis op een knusse manier samengevallen. Hier geen ingewikkelde betogen over
kapitaal dat om te blijven bestaan steeds meer menselijke arbeid moet verslinden; in plaats
daarvan een eenvoudig beeld van de van nature strijdende man. Als voorbeeld nog één keer
Darwin in reaktie op suggesties omtrent geboortebeperking:
'De mens heeft, net als ieder ander dier, ongetwijfeld zijn huidige hoge peil bereikt door een
strijd om het bestaan die een gevolg is van zijn snelle vermenigvuldiging; en als hij op een
nog hoger peil wil komen dan moet hij onderworpen blijven aan een hevige strijd. Anders zou
hij snel in indolentie afglijden en zouden de meer begaafde mannen niet suksesvoller zijn in
de strijd om het bestaan dan de minder begaafden. Vandaar dat onze natuurlijke toename,
hoewel hij tot vele, duidelijke euvels aanleiding geeft, niet al te zeer moet worden afgeremd,
met welk middel dan ook. Er moet een open kompetitie zijn voor alle mannen; en de
bekwaamsten moeten er niet door wetten of gewoontes van weerhouden worden om het
meeste sukses te hebben en het grootste aantal nakomelingen groot te brengen.'
15
Vrouwen
Tot nu toe ging het vooral over mannen, onmiskenbaar in de ogen van Darwin de dragers
van de natuurlijke historie, zoals ook in de ogen van Marx en Engels
- en hun en onze
gemiddelde tijdgenoten mannen de dragers van de geschiedenis der mensheid waren. Maar
Darwin kon alle vrouwen natuurlijk niet tot 'unfit' of 'ongewenst' bestempelen. Want waar zou
hij dan met al die mannen die zich willen voortplanten naar toe moeten? Boven werden we al
onthaald op 'begaafde mannen' die hun voortreffelijke eigenschappen polygaam uitzaaiden,
waardoor 'hun stam' andere stammen had kunnen onderwerpen, enzovoort. Darwin
beschouwde verkrachting waarschijnlijk niet als een mooie mannelijke gewoonte. Hij moest
dus ook vrouwen - en voor het dierenrijk 'vrouwtjes' enige zelfstandige eigenschappen
meegeven. In het dierenrijk waren mannetjes volgens hem voorzien van 'schoonheid' of
'kracht'. Als beide seksen in het dierenrijk erop uit zouden zijn elkaar te behagen, dan zou
dat - volgens Darwin - verspilling van energie zijn. Dus doen de mannetjes het; die zijn
gepassioneerder, entoesiaster, ondernemender vrouwtjes zijn uitsluitend 'zedig'. De
mannetjes houden een soort vlootschouw met hun mooie sekundaire geslachtskenmerken -
het enige wat vrouwtjes hoeven te doen is een 'juiste keuze maken', dat wil zeggen de beste
mannetjes uitkiezen. Een vraag die frekwent voorkomt is of vrouwtjes eigenlijk wel in staat
zijn om een keuze te maken uit een zo prachtig aanbod. Darwin zat duidelijk met een
probleem. Enerzijds vond hij het eigenlijk te veel eer voor vrouwtjes om het laatste woord te
hebben - te mogen kiezen. Maar anderzijds zou zijn hele teorie over het mannelijk vertoon
nergens op slaan als er geen keuze gemaakt zou worden; als het - met andere woorden - de
15
idem p 403/404