Anneke van Baalen en Marijke Ekelschot, TEGENNATUURLIJK, Amsterdam 1985, De Bonte Was
10
Dat vrouwen niet werken, had hij uit Mary Wollstonecraft
- die over de vrouwen van de
heersende klasse sprak. Dat in die tijd vrouwen en kinderen de fabrieken vulden, is hem
ontgaan. Het huishouden is volgens hem niet eens werk, maar een bezigheid, zie p. 105: ..
en de vrouw diende haar verzorgende taak op te geven (niet, volgens mij, omdat het een
vernederende, tweederangs bezigheid was, maar omdat ze daarmee op subtiele wijze haar
man en haar kinderen kon domineren).
Kortom, van werktijden en uurlonen heeft hij geen verstand, en dat vrouwenwerk geen
prestige heeft vindt hij kennelijk zo normaal (natuurlijk?) dat het hem niet eens opvalt. In de
beroepen die het meeste prestige genieten vinden we inderdaad verhoudingsgewijs véél
meer mannen, maar in de beroepen die het slechtste worden betaald en helemaal geen
prestige genieten zoals doodgraver, rioolwerker, rattevanger, classificeerder, baggeraar,
vuilnisman, plantsoenarbeider, sneeuwruimer en dergelijke vinden we zelfs uitsluitend
mannen - tenminste in Nederland. (p. 89).
Ach ja, wel acht uur per dag sneeuwruimen, en misschien niet veel meer dan het
minimumloon! Wat zouden de zielepieten graag willen ruilen met hun vrouwen, die helemaal
geen vrije tijd hebben en als thuiswerkster wel f 2,- per uur kunnen verdienen!
Spiegel
Inderdaad - de vrouw bestaat niet. t Hart spreekt naar beste weten: hij heeft er nog nooit
één gezien, omdat hij altijd heeft gedacht dat hij zo vrouwelijk was dat hij kon volstaan met in
de spiegel te kijken. Daarom staat hij alsmaar op de galerij achter het Amsterdamse
Vrouwenhuis (p. 124), te wachten tot we hem binnenroepen.
Nu ben ik weer helemaal uit mijn humeur geraakt, terwijl ik toch zo gezellig was begonnen.
Waarom heeft die man niet gewoon broodjes gesmeerd bij de vrouwenstaking? Kritiek
leveren kunnen we zelf ook wel, nu we over onze misplaatste solidariteit - je mag andere
vrouwen niet openlijk aanvallen - heen zijn. Het moeilijke punt is om de diskussie op gang te
krijgen. Het is immers niet genoeg om over al die uitwassen te zitten giechelen: sommige
ontwikkelingen (met name die naar irrationaliteit en lijfpolitiek - kinderen, keuken en
kutreligie) zijn te gevaarlijk. Vrouwelijkheidswaan is nu eenmaal, zoals het Duitse blad Emma
terecht zegt, het komplement van de fascistiese mannelijkheidswaan.
De diskussie over deze verschijnselen komt niet op gang omdat veel vrouwen nog steeds
medelijden krijgen met wie op politieke gronden aangevallen wordt. Deze vrouwelijke
handicap zal de vrouwenbeweging echter zelf moeten overwinnen. Ik acht overigens niet
uitgesloten dat mannen iets aan de strijd tegen de irrationaliteit kunnen bijdragen maar dan
zullen ze toch werkelijk rationeel moeten zijn, hoe moeilijk dat ook voor ze is.