De Bonte Was, FEMINIST 2, Amsterdam 1977
38
schoenen te staan en iets serieuzer te werken dan jongens om diezelfde studie te
kunnen voltooien.
Maar. Zodra we op termen van verliefdheid en/of seks met mannen worden
gekonfronteerd, blijkt dat we niet hetzelfde kunnen zijn als zij. We mogen maximaal
bijna zo goed zijn. Relaties of huwelijk zijn voor meisjes, anders dan voor jongens, dan
ook een reden om hun studie niet af te maken.
Pas ná de studie blijkt dat vrouwen veel moeilijker dan mannen een baan kunnen
vinden, dat hun karrière nooit zo snel gaat als die van een man, en hun salaris lager is.
Pas in de relatie blijkt dat het met zichzelf bezig zijn zoals ze dat in hun opleiding
waren, voor vrouwen niet gewenst is: ze moeten leren zich indien gewenst onzichtbaar
te kunnen maken achter de spiegel die ze moeten zijn.
Een vrouw met een relatie is een kameleon op een lappendeken. Naar buiten moet ze
de schijn van een goede relatie ophouden. Binnen de relatie moet ze werken aan haar
weerspiegelingsvermogen èn tegelijk zorgen dat ze niet geheel verdwijnt; voor dit
laatste moet waarschijnlijk het opkomen voor jezelf dienen, waarvan wordt
gesuggereerd dat je het in bepaalde terapieën of terapie-achtige situaties kunt leren.
Hoe kun je leren opkomen voor jezelf als je een fundamenteel gebrek aan
zelfvertrouwen hebt? Wat ik zo om me heen zie doet mij denken dat vrouwen het
opkomen voor jezelf daar niet leren, maar dat ze oefenen, oefenen om zichzelf niet
geheel kwijt te raken - defensief dus, en al bij voorbaat verloren.
Ik heb ik een praatgroep gezeten waar één van de andere vrouwen eens in de week
naar een psychiater ging. Op de praatgroep vertelde ze langdurig en gedetailleerd wat
er bij de psychiater nu weer was voorgevallen en ze vroeg en kreeg de steun van de
groep en tegenwicht tegen haar terapie. Bij de psychiater vertelde ze dan haarfijn wat
de groep had gezegd en daar ging hij dan weer tegen in. Enzovoort. Zo kreeg ze
duidelijkheid van twee kanten, stopte tegelijk de beinvloeding van beide kanten af
zodat ze ambivalent en passief toch het gevoel had 'bezig te zijn' terwijl ze zichzelf niet
hoefde te veranderen, geen keuze hoefde te maken, en toch ook niet psychies
verdween in een leven dat ze niet wilde; want ze werd door psychiater en praatgroep
kunstmatig boven water gehouden, kreeg veel aandacht in boeiende gesprekken over
haarzelf en hield daarnaast en daardoor een leven gewijd aan moederschap en
relaties, in stand. Vanzelfsprekend bleef de praatgroep deze inviduele verwennerij niet
lang volhouden.
2. De vrouw moet werken voor de man:
a. huishoudelijk werk incl. kinderverzorging;
b. psycho-emotionele verzorging;
c. seks.
Dit is het oude rijtje van het moderne huwelijk van vóór de Emotio-
neel-Erotiese Revolutie.
In de Emotioneel-Erotiese Revolutie zien we een verschuiving: op a.(huishouden) valt
minder nadruk: het mag rommelig zijn, dat is juist leuk, en ook de man helpt een
handje in de huishouding en met de kinderen; vergeleken met de man van vroeger stelt
hij alleen hogere eisen aan koken en aan zijn eigen kleding. Maar b en c worden
verzwaard; Voor de ouderwetse emotionele uitbuiting van de vrouw door de man (zie
En ze leefden nog lang en gelukkig blz. 57 e.v.) komt aktieve erotisering van de man
door de vrouw in de plaats en als je dat niet kunt opbrengen dan neemt hij een vriendin
- maar dan blijft voor jou de ouderwetse emotionele verzorgingsplicht; op den duur
word je zijn moeder. Ook voor c (seks) geldt dat de vrouw nu aktief moet zijn. De
vrouwen die jong en kultureel-elitair waren ten tijde van de Seksuele Revolutie zijn dat
al, de 'gewone huisvrouw' is het nu aan het leren op masturbatiegroepjes en in seks- of
relatieterapie.