FEMINIST 3, teksten Anneke van Baalen & Marijke Ekelschot, Illustraties Annet Planten.
Amsterdam 1982, De Bonte Was
28
Toen Weber dit voorspelde was de Russiese revolutie twee jaar oud. Weber was overigens niet de
enige die voorspelde dat de Staat niet zou afsterven; de anarchisten hadden hetzelfde gezegd, en ook
binnen de kommunistiese partij hadden mensen als Rosa Luxemburg gewaarschuwd tegen Lenins
organisatieprincipes. Lenin had de partij immers strak hiërarchies georganiseerd; hij presenteerde
dat als een soort ei van Columbus: de strijdbaarste en bekwaamste arbeiders zouden dan vanzelf in
het partijapparaat opklimmen. Ook na de revolutie kon een dergelijk systeem gehandhaafd blijven:
als maar de ambtenaren niet meer verdienden dan een gewone arbeider, verantwoording
verschuldigd zouden zijn aan de arbeiders, en geen speciale status zouden hebben (dat laatste was al
door Marx beschreven in zijn analyse van de Parijse Commune van 1870 in De burgeroorlog in
Frankrijk).
Politiek en ekonomie
Wat bij Weber geheel onduidelijk blijft, is hoe het kapitalistiese produktieproces eigenlijk werkt.
Op zichzelf zijn rationalisatie en burokratie bij hem niet tot het gebied van de formele overheersing,
de staat, beperkt: ook het bedrijfsleven is gebaseerd op formeel-rationele vormen van boekhouding
en rentabiliteitsberekening, op bevoegdheden, verdeling en koördinatie. Volgens Weber kunnen
monopolisten zelf regels vaststellen voor hun klanten die in de praktijk als recht fungeren; en
natuurlijk ook voor hun arbeiders. Toch blijft voor Weber het kapitalisme het gebied van vrijheid,
omdat de ondernemers niet, zoals de politici in de rechtsstaat, aan hun eigen regels gebonden zijn.
Aan welke regels de ondernemer wèl gebonden is, interesseert hem als socioloog niet: want dat is
het gebied van de ekonomiese wetenschap.
Die ekonomiese wetenschap was in Webers tijd niet meer de klassieke ekonomie van Smith en
Ricardo, wier arbeidswaardeleer Marx overnam; en evenmin die van Marx, maar de Oostenrijkse
school van het grensnut die meende het gedrag van vragers en aanbieders af te kunnen leiden uit
de wet dat het eerste brood voor de koper waardevoller is dan het tiende. Waarden zijn dus
relatief, er is geen vast punt zoals in de arbeidswaardeleer, die stelt dat de waarde van het produkt
uiteindelijk te herleiden is tot de hoeveelheid arbeid die nodig is geweest om het produkt voort te
brengen. Het gaat er dus om dat het ekonomies leven voor kennisteoretiese relativisten als Weber
door andere wetenschappen gekend, en andere wetten beheerst wordt als het sociale leven.
Want de markt, zegt Weber, is de eerste sociale verhouding waar geen broederlijkheid aan te pas
komt, omdat de kontraktpartners elkaar niet eens kennen.
Politieke ekonomie
Wat gebeurt er nu, als je Webers sociologie zou gaan verbinden niet met de grensnutekonomie,
maar met de politieke ekonomie van Marx en Engels?
Marx en Engels zijn het niet eens met de scheiding tussen politiek en ekonomie. Zij vinden dat hun
ekonomiese analyse ook informatie geeft over het politieke, sociale en kulturele leven. Dat is
mogelijk, omdat zij niet een strikt ekonomiese taal spreken, maar een filosofiese. De verhouding
tussen zijn en bewustzijn behoorde immers in hun tijd nog tot het vakgebied van de filosofie; de
sociologie als afzonderlijke wetenschap is pas later uitgevonden. De grote moeite die moderne
mensen met het Marxisme hebben, is dat wij niet meer gewend zijn in filosofiese termen over
menselijke verhoudingen te denken. Wij zijn zo door Weber en zijn volgelingen beïnvloed, dat wij
altijd konkrete mensen voor ons willen zien die heel of half bewust samen iets aan het doen zijn -
vrije individuen in feite. Wij kunnen en willen ons niet voorstellen dat wij door onzichtbare wetten
geregeerd worden (zie hierboven, de zandkorrel). En dat is juist de kern van het marxisme.
Het kapitaal, dat volgens Marx en Engels in zijn bewegingen de moderne maatschappij struktureert,
is absoluut onpersoonlijk: de kapitaalbezitters hoeven elkaar niet eens te kennen, sterker nog: ook
zij weten niet wát er gebeurt. Individuele kapitalisten lopen steeds het risico door de wetten van de