FEMINIST 3, teksten Anneke van Baalen & Marijke Ekelschot, Illustraties Annet Planten.
Amsterdam 1982, De Bonte Was
7
1. Hij lijdt er meer onder dan u. Hij verliest de vrije tijd die u wint. De maatstaf
voor uw onderdrukking is zijn tegenstand.
2. Veel mannen zijn niet gewend steeds weer eentonige werkzaamheden te
herhalen, waardoor nooit iets blijvends, laat staan iets belangrijks bereikt wordt.
Daarom repareren zij liever een kast dan dat ze de vaat wassen. Als de menselijke
bezigheden in een pyramide worden voorgesteld met het beste wat de mens tot
stand heeft gebracht bovenaan, dan komen de werkzaamheden om in leven te
blijven onderaan. Mannen hebben altijd bedienden (vrouwen) gehad om voor deze
laagste werkzaamheden te zorgen, terwijl zij hun inspanningen slechts op de meer
verfijnde bovenste regionen hebben gericht. Het is dus ironisch als zij aan
vrouwen vragen: waar zijn jullie beroemde schilders, staatslieden, etc. Mevrouw
Matisse dreef een modewinkel zodat hij kon schilderen. Mevrouw Martin Luther
King deed zijn huishouden en bracht zijn kinderen groot
3. Het is een schokkende ervaring voor iemand die altijd van zichzelf heeft
gedacht dat hij tegen onderdrukking en uitbuiting van elk menselijk wezen door
een ander was zich te realiseren dat hij in zijn dagelijks leven deze uitbuiting heeft
geaccepteerd en uitgevoerd (en ervan geprofiteerd); dat zijn redenering weinig
verschilt van die van een racist die zegt: 'Negers voelen geen pijn' (vrouwen
vinden het niet erg om het rotwerk te doen); en dat de oudste vorm van
onderdrukking is geweest de onderdrukking van de ene 50pct. van de bevolking
door de andere 50 pct.
4. Wapen uzelf met enige kennis van de psychologie van alle onderdrukte
volkeren en met een paar feiten over het dierenrijk. Ik geef toe dat het dwaas is
om 'wolvenleider' of 'wie is de baas bij de gorilla's' te spelen, maar mannen
gebruiken het steeds als laatste uitvlucht. Praat dan over bijen. Als u echt boos
wordt, begin dan over het seksuele leven van spinnen. Die paren. Dan bijt zij hem
zijn hoofd af.
De psychologie van onderdrukte volkeren is zo gek nog niet. Joden, immigranten,
negers en vrouwen hebben dezelfde psychologische taktieken gebruikt om in
leven te blijven: de onderdrukker bewonderen, verheerlijken, nadoen en behagen,
voornamelijk omdat hij alle macht in handen heeft.
5. In zekere zin zijn alle mannen een beetje schizoïde, vervreemd van de
bescherming en instandhouding van het leven. Door deze vervreemding kunnen
zij er makkelijker mee spelen. Het is bijna een cliché dat een vrouw er meer onder
lijdt als ze een zoon naar de oorlog moet laten gaan of hem door die oorlog
verliest, omdat zij hem heeft gebaard, gezoogd en grootgebracht. De mannen die
de oorlog beginnen, houden zich niet met deze dingen bezig en hechten minder
waarde aan mensenlevens.
Eén uur per dag is een lage schatting van de tijd die men nodig heeft voor
huishoudelijke beslommeringen. Door anderen dit werk te laten doen, heeft de
man zeven uur per week meer (een werkdag) om zich met fikties bezig te houden
in plaats van met menselijke behoeften. Deze generaties durende vervreemding
leidt tot de onmenselijke bedenksels van onze tijd.
6. Wanneer aan een bepaalde vorm van onderdrukking een eind is gekomen,
verandert het leven en ontwikkelen zich nieuwe vormen. De Engelse aristokraten
waren omstreeks de eeuwwisseling doodsbang voor het idee arbeiders meer
vrijheid te geven. Ze waren ervan overtuigd dat dat het einde van de beschaving
zou betekenen en een terugkeer tot het tijdperk van de barbaren.