A.C. van Baalen & M.C.F.Ekelschot, Geschiedenis van de Vrouwentoekomst. Amsterdam 1980, De Bonte Was
Hoofdstuk 1 De eerste vrouwenbewegingen
10
Hoofdstuk 1 de eerste
vrouwenbewegingen
Er zijn altijd vrouwen geweest die zich, op hun eentje of met elkaar, verzet hebben tegen de
manier waarop ze behandeld werden. Langzaam maar zeker wordt steeds meer bekend van
allerlei vormen van verzet door de eeuwen heen, doordat steeds meer vrouwen op zoek
gaan naar wat er in de geschiedenis allemaal gebeurd is.
Op school hebben we geleerd dat de moderne geschiedenis begonnen is met de franse
revolutie. We leerden dat de leuze 'Vrijheid, Gelijkheid, Broederschap' was, dat er een
gevangenis bestormd werd op 14 juli 1789 en dat de macht van de koning en de adel werd
gebroken. Wat we op school niet leerden was dat vrouwen een belangrijke rol gespeeld
hebben bij die revolutie, en dat in diezelfde tijd de eerste grote vrouwenbeweging ontstond,
n.l. de beweging die we nu de eerste golf noemen.
Willen we kunnen begrijpen wat onze eigen vrouwenbeweging, die begonnen is in de jaren
zestig, aan mogelijkheden in zich heeft, dan moeten we misschien eerst maar eens gaan
kijken hoe het de vrouwen in het begin van 'de moderne tijd' vergaan is, waarom zij in
opstand kwamen, waartegen en wat hun verlies en winst was.
De vrouwen van de franse revolutie
Aan het eind van de achttiende eeuw waren in Frankrijk de onderdrukking en uitbuiting
ondragelijk geworden. De hele bevolking was het erover eens dat er iets moest gebeuren om
een eind te maken aan de voortdurende hongersnoden en aan de terreur door de adel en
geestelijkheid, waaronder vrouwen en mannen, op het platteland en in de steden, tot de
burgerij of de arbeiders behorend, vreselijk te lijden hadden. De vrouwen uit de lagere
standen hadden daarbij nog hun eigen woede tegen de adellijke heren, omdat die hun als
persoonlijk eigendom beschouwden, zodat er haast geen boerenvrouw was die niet ooit
verkracht was.
Het is dus geen wonder dat de vrouwen, toen Frankrijk in opstand kwam tegen de hoge
heren, een persoonlijk aandeel in de strijd leverden. In allerlei plaatsen vochten zij samen
met de mannen. Als mannen verklede vrouwen deden mee aan de bestorming van de
Bastille (de grote gevangenis in Parijs) en in hetzelfde jaar demonstreerden 4000 vrouwen
voor brood.
Toen het koningschap afgeschaft was en de republiek was uitgeroepen vonden de vrouwen
het volstrekt vanzelfsprekend dat zij ook de verantwoordelijkheid voor de toekomst mee
zouden dragen. Zij organiseerden zich in revolutionaire clubs, die diskussieerden over hoe
de samenleving er uit moest zien. En toen de republiek in 1792 tegen het buitenland
verdedigd moest worden, vormden de vrouwen in de provincie 154 amazonelegioenen. Maar
ze kregen geen toestemming om mee te vechten. Ook de vrouwen die aandrongen op
kiesrecht voor de nieuwe vergaderingen die het volk moesten gaan vertegenwoordigen
(parlement), kwamen van een koude kermis thuis. En het werd steeds duidelijker dat de
vrouwen te serieus hadden geloofd in de eerste twee woorden van de leuze 'Vrijheid,
Gelijkheid, Broederschap' en dat ze de inhoud van het derde woord onderschat hadden.
Les droits de l'homme et du citoyen heette de beroemde verklaring waarin de beginselen
van de nieuwe republiek beschreven waren. Dat kon betekenen 'De rechten van de mens en
van de burger en burgeres', maar ook 'De rechten van de man en van de burger'. En het
laatste bleek dus de bedoeling te zijn. Dat vrouwen zo'n belangrijke rol hadden gespeeld bij
de revolutie had al genoeg weerstanden bij de mannen gewekt. Steeds meer werd duidelijk
dat ze nu hun oude plaats weer moesten innemen, goedschiks of kwaadschiks.