A.C. van Baalen & M.C.F.Ekelschot, Geschiedenis van de Vrouwentoekomst. Amsterdam 1980, De Bonte Was
Hoofdstuk 1 De eerste vrouwenbewegingen
13
vrouwenbeweging. De vrouwen eisten ook kiesrecht, ze richtten komité's voor
vrouwenrechten op en revolutionaire diskussieklubs. Ook verscheen het eerste dagblad voor
vrouwen.
De reaktie van de mannen was precies zo als de vorige keer: agressie, sarkasme over al
deze vrouwenaktiviteiten en tenslotte een wettelijk verbod voor vrouwen en minderjarigen om
aan revolutionaire klubs deel te nemen. En er kwam natuurlijk geen kiesrecht. En zelfs de
geestelijke wiens kandidatuur voor het parlement door de vrouwen was gesteund,
ondersteunde het verbod op deelname aan revolutionaire klubs.
Eén vrouw, Jeanne Deroin, heeft nog geprobeerd zich kandidaat te laten stellen, maar
zonder sukses. Voor mannelijke arbeidskoöperaties werden miljoenen uitgetrokken. Maar
het fantastiese plan van de vrouwen om koöperaties op te richten waar vrouwen onder
redelijke omstandigheden en tegen fatsoenlijke lonen konden werken, kreeg geen enkele
steun. Toch probeerden de verschillende groepen arbeidsters, zoals de bleeksters en de
linnennaaisters, van alles van de grond te krijgen. Ook de onderwijzeressen organiseerden
zich (in een gemengde bond). En de vroedvrouwenbond protesteerde tegen de
onrechtvaardige konkurrentie van de artsen en eiste het recht voor vrouwen op om te
kunnen studeren voor arts.
Jeanne Deroin stopte al haar energie in het maken van één organisatie van alle losse
arbeidersbonden. Zij vond dat zo belangrijk omdat volgens haar de bevrijding van de vrouw
nu eenmaal niet los te zien was van de bevrijding van de hele arbeidersklasse. Maar toen
het plan van de federatie bekend werd werden de organisatoren ervan in de gevangenis
gezet. Aan Jeanne Deroin is toen door de advokaat van de mannelijke organisatoren
gevraagd of ze alsjeblieft niet wilde vertellen dat zij het was die dat plan van de federatie
bedacht had; hun mannelijke eergevoel zou dat niet kunnen verdragen. Na enige aarzeling
heeft ze toen, voor de goede zaak, maar toegestemd. De mannen kregen zware straffen. De
vrouwen die eraan meegedaan hadden vrij lichte. Ze werden door de rechter wel
toegesproken over vrouwelijke wandaden, zoals ongehuwd moederschap en het weigeren
de naam van de echtgenoot te dragen.
De vrouwen die het verzet van 1848 gedragen hadden waren door alle tegenwerking
uitgeput geraakt. Sommige emigreerden, andere stierven.
De franse vrouwenbeweging van 1789 was een beweging waar vrouwen uit alle standen
(behalve de adel natuurlijk) aan meegedaan hadden: van boerinnen tot burgerintellektuelen
als Olympe de Gouges en de Nederlandse Etta Palm.
De beweging van de jaren 1830 tot 1850 was een beweging van arbeidsters. Zij vochten
voor solidariteit van alle vrouwen, gelijk loon, werktijdsverkorting, opleidingen, afschaffing
van de seksuele rechten van mannen op vrouwen en voor bevrijding van de arbeidersklasse.
Zij kenden vrijwel uitsluitend nederlagen. Wat deden de burgervrouwen eigenlijk in die tijd?
Was hun positie erop vooruitgegaan doordat hun vaders en mannen de baas geworden
waren?
De vrouwen uit de burgerij
De vrouwen uit de burgerij konden voor hun gevoel geen kant op. Zo op het oog hadden ze
alles wat een mens maar kon verlangen: mooie kleren, mooie huizen, goed te eten en ze
hoefden er niet eens voor te werken. En toch zijn er vanaf de 18e eeuw heel wat van deze
rijke en bevoorrechte vrouwen die de pen grijpen om de gruwelijke manier waarop zij
onderdrukt worden aan de kaak te stellen. De engelse Mary Wollstonecraft is een van de
bekendste. Een jaar nadat in Frankrijk Olympe de Gouges haar 'Verklaring van de rechten
van de vrouwen van de burgeres' schreef, publiceerde Mary haar 'Vindication of the Rights of
Women', Opeising van de rechten van de vrouw. Op haar manier hoorde ze ook bij de franse
revolutie. Alleen wond ze zich vooral op over het lot van de vrouwen van haar eigen stand:
'Omdat vrouwen in kooien zijn opgesloten zoals het gevederd ras, hebben ze niets te doen