De Bonte Was, VROUWEN OVER HULP BIJ ZIEKTE EN PROBLEMEN, Amsterdam 1978
111
mishandeling, zo daar al sprake van was, een relationeel probleem was. En de oplossing van een
probleem binnen een relatie lag dan ook volgens hen in het weer opkrikken, lijmen van de
relatie. Ten koste van de vrouw. Dachten we er achteraan.
We realiseerden ons dat we een eigen werkwijze zouden moeten ontwikkelen. De bestaande
hulpverleningsmethoden waren ongeschikt. Gingen te veel uit van de onuitgesproken vooronder-
stellingen dat vrouwen onzelfstandig zijn en niet in staat zijn voor zichzelf te zorgen. In die
tehuizen werden ze dan ook als onmondige kinderen behandeld: er werd voor ze gekookt, er
werd voor hun kinderen gezorgd, ze moesten zo en zo laat thuis zijn, ze kregen wat zakgeld.
Al doende zouden we een eigen werkmethode moeten ontwikkelen. Telkens uitgaan van de
situatie en bijstellen als de gevolgde handelwijze niet bleek te funktioneren. Maar we hadden wel
een aantal gegevens waar we van uitgingen. We hadden b.v. besloten dat we alleen met vrouwen
wilden werken. We vonden dat juister. Mishandeling is immers een extreme vorm van
onderdrukking van vrouwen. Wij zijn ook vrouwen en hebben daar mee te maken. Onze
belangen en die der vrouwen die we hulp wilden gaan bieden, komen overeen, al zijn ze niet
exact dezelfde.
En verder hadden we in Londen een stimulerend voorbeeld gezien van hulpverlening aan
mishandelde vrouwen. De vrouwen werden opgevangen door andere vrouwen die hetzelfde
meegemaakt hadden en daar geen geheim van maakten. De vrouwen runden het huis zelf.
Leidden hun eigen leven. Kookten, wasten, verzorgden hun eigen kinderen. Stelden hun
huisregels zelf vast. Beschermden elkaar als er een woedende echtgenoot aan de deur verscheen.
Er was altijd plaats, geen vrouw werd geweigerd, iedereen schikte een eindje op. Iedere vrouw
had de tijd en de veiligheid om eens rustig te bedenken wat ze verder wilde. Tijd om te praten
met andere vrouwen die hetzelfde meegemaakt hadden. En al veel langer bezig waren om een
goede oplossing te vinden. Die niet meer geloofden in het vermogen van hun man zich te
beteren. Door schade en schande wijs geworden. Ofwel tijd om te praten met vrouwen die daar
nog wel hoop op hadden. Er bestond geen 'oplossing' voor 'het' probleem. Het was meteen
duidelijk dat elke vrouw die zelf moest vinden en in de praktijk brengen. De consequenties
waren ook voor haar. Maar ze werd wel gesteund door andere vrouwen die met hetzelfde
probleem (oplossingen zoeken en realiseren) bezig waren. De 'staf' bestond uit een aantal
vrijwilligsters die voornamelijk konkrete informatie aandroegen (over echtscheiding,
alimentatie, kinderbescherming, woningen) en zich bezig hielden met het op peil houden van de
materiële voorzieningen (het huis behoeden voor instorten, zorgen dat er geld komt, publiciteit
verzorgen).
Zo wilden wij het ook. Steun en concrete, praktische hulp bieden aan vrouwen die bereid waren
terug te vechten en hun eigen kastanjes uit het vuur te halen. Hulp bieden aan vrouwen die
nadrukkelijk verantwoordelijk bleven voor zichzelf, en haar kinderen.
Dit alles betekende wel dat onze taak beperkt zou zijn: geven van informatie, beschikbaar zijn
voor een gesprek op verzoek en het huis in stand houden. We realiseerden ons dat we veel
zouden moeten afleren. Immers, een deel van het beroep en ook de aantrekkelijkheid van het
beroep van hulpverleenster is dat je 'zo nodig' bent; je weet en kan veel meer dan de
hulpvraagster en dat geeft een fijn gevoel. We ontwierpen een afleer-cursus voor onszelf. Leren
'nee' te zeggen op vragen en verzoeken die de vragenstelster heel best zelf zou kunnen (leren)
doen. Het ging niet vanzelf. We merkten hoe zeer het er in gebakken zat: te redderen voor
anderen, te zorgen, ja zelfs te dénken voor anderen.
Toen we vonden dat we genoeg geoefend hadden en wisten wat we wilden en hóe we het wilden,
kraakten we een huis. Het was allemaal heel spannend. De hele dag waren we in touw met het
klaren van klussen die we nog nooit eerder bij de hand hadden gehad: organiseren en ophalen
van inboedel, gesprekken met de gemeente, elektriek en gas aan de gang krijgen, interviews met