van Baalen, Ekelschot, Harmsen, van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA
, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant. Amsterdam 1982, de Bonte Was
Hoofdstuk 1, GROTE VERWACHTINGEN
12
De he/ho kwestie zou later tot knetterende ruzies leiden (binnen de Vrouwen-
krant in 1980 nog), maar in de kranten uit de begintijd werd het onderwerp vrij
genuanceerd benaderd. Soms een béétje zweverig, zoals een vrouw die zich af-
vroeg hóe het zou voelen om met een vrouw te vrijen. Maar er kwam ook een
vrouw aan het woord die zich in de traditionele vrouwenrol gedrukt voelde, toen
ze benaderd werd door een homoseksuele vrouw. En weer een andere vrouw
vond dat over die ho en he gevoelens en de spanningen die door vooronderstel-
lingen daaruit voortkomen, dan maar gewoon gepraat moest worden om grotere
problemen - een splitsing in de beweging zoals in Amerika - te voorkomen.
Waarschijnlijk was het ook, zoals Rita het stelde, dat je niet teveel vuile was bui-
ten moest hangen, maar vooral: dat je mekaar niet af ging maken. Dat paste niet
in het klimaat van zusterschap. Het ging er om dat er gezocht werd naar raakpun-
ten, dat je elkaar serieus moest nemen en vooral solidair zou blijven, in plaats van
aan het traditionele verdeel en heers van de mannen mee te doen. Dus er werd
op het kongres óók gepraat over machtsrelaties tussen vrouwen en waar die
vandaan kwamen; en er werd in de Vrouwenkrant geschreven over problemen
van de vrouwenbeweging in de buitenlanden - om ervan te Ieren, en om iets van
eenheid op te kunnen bouwen. Het laatste nummer dat door de 'oude' redaktie
gemaakt werd was het oktobernummer in 1973.
Vier maanden daarvoor, op 6 juni 1973 was op de Nieuwe Herengracht 95 het
Vrouwenhuis gekraakt - over de daar op gang komende aktiviteiten werd in
deze krant nog bericht. Maar dat Vrouwenhuis bracht nieuwe vrouwen en op den
duur ook nieuwe Vrouwenkrantvrouwen - maar dat was pas in september 1974.
Hing het besluit om met de Vrouwenkrant op te houden misschien ook samen
met wat er op dat moment in de beweging gebeurde? Dat jullie in een dilemma
kwamen, wat moeten we nu, hoe nu verder, we gaan onszelf herhalen? vroeg ik
aan Rita: "Het heeft er natuurlijk bijgezeten, Op een gegeven moment hadden wij
niets meer te vertellen, niets meer bij elkaar te brengen, en dan moet je gaan
denken aan een ander soort krant. Er was weer zo'n nieuwe groep bezig en zo
veel vrouwen dat het ook nodig was dat er anderen kwamen om aan wat zij de-
den vorm te geven. Alles nam ook zo'n vlucht, ook op gebieden waar je niets
meer van hoorde of wist. Bovendien moet je jezelf niet gaan forceren. Als je iets
krampachtig gaat vasthouden om de vorm de vorm te laten, dan moet je ophou-
den, Maar het belangrijkste vond ik toch om te doorbreken dat het bij een be-
paalde groep bleef zitten, dat andere vrouwen ermee aan de slag gingen, Ja, ik
ben weer in een praatgroep gegaan, echt de vrouwen uitgekozen waarmee ik dat
wilde, En daarmee hebben we onszelf eigenlijk gewoon aan de kant gezet, want
het was heel fijn, heel gezellig. Met gevolg dus dat je in de praatgroep bleef zit-
ten. Nou ja, niet alleen voor de gezelligheid, want we hebben met die praatgroep-
vrouwen ook wel weer andere dingen gedaan - op een gegeven moment de dis-
kussieavonden georganiseerd in het Vrouwenhuis, een jaar lang. Maar hoe het
zit met die groepen die toen doodbloedden, dat weet ik eigenlijk niet - of dat het
mensen teveel werd, of dat ze het idee hadden dat ze het in andere zaken kwijt
konden, Je moet ook niet vergeten dat er juist buiten de beweging zoveel ge-
beurde in die tijd, Je kreeg een andere kijk op je werk maar ook privé veranderde
er ontzettend veel, Heel veel vrouwen zijn bij hun mannen weggegaan en ieder-
een was eigenlijk op zoek naar mogelijkheden om het allemaal anders te doen,
andere samenlevingsvormen te zoeken. Er was een ware hoos van kommunes
die gestart werden, het kinderhuis (zie het Moederboek van de Bonte Was, blz.
155, red.) werd opgericht enz. enz. en door al die privéveranderingen liep je ook
weer tegen andere zaken aan, kresjes die niet te vinden waren, woonruimte,
noem maar op. Het is natuurlijk best zo dat je in de vrouwenbeweging heel be-
wust de vrouwenbeweging als doel had, maar daarna, hoe dat nou moest, in je