de Bonte Was, FEMINIST (1), Amsterdam 1977, De Bonte Was
25
De maatschappelijke machten die de regels van het spel bepalen, verdoezelen zichzelf opzettelijk.
Maar hun aanwezigheid en invloed is herkenbaar aan de mensen die geen of te weinig 'eigen' geld
krijgen om een 'eigen' leven te leiden. Als ik mij beperk tot de vrouw dan zijn dat de huisvrouwen
(onder de direkte bevoogding van hun man met zijn persoonlijk inkomen), de Bijstandsvrouwen
(onder gedeeltelijke bevoogding van de loketten) en de laagstbetaalden.
Het systeem van de heersende afspraken die regelen met welk werk je veel, weinig of geen geld
verdient, verdeelt de mensen.
Geld heb je nodig om te kunnen leven. Om zelfstandig te kunnen leven heb je zelfstandig geld
nodig.
Als feminist wens je iedere vrouw een zelfstandig leven, dus een eigen inkomen. En om prakties te
blijven en niet utopies is je eerste politieke wens dat iedere vrouw een basisinkomen heeft zodat zij
wat geld betreft onafhankelijk zal staan t.o.v. de mensen met wie zij een persoonlijke verhouding
heeft. Je bent blij met iedere ,vrouw die een zelfstandig inkomen heeft en met hen die zich er naar
toe vechten.
Sommige vrouwen hebben het beter dan de overgrote meerderheid, maar in het heersende systeem
heeft, behalve dan misschien de koningin, geen vrouw betekenisvol deel aan de geldtoewijzende
machten. Iedere vrouw is er wel van afhankelijk.
Onderdrukt maakt zij deel uit van de maatschappelijk ekonomies gereguleerde wereld
(werkelijkheid). Op dit punt maakt het geen wezenlijk verschil of zij werkt voor geld of dat haar
man dat doet of de gemeenschap die haar uitkering opbrengt. Als zij geen deel uitmaakte van het
systeem zou zij niet eens kunnen leven. Het sprokkelvrouwtje uit vroeger tijden in haar eenzaam
hutje in het bos die plantenwortels en bessen at, leefde vrijwel geheel buiten maatschappelijk
verband. Maar zulke bossen zijn hier niet meer. Het is een gevaarlijke illusie om te menen dat
iemand kan bestaan zonder mee te draaien in het bestaande systeem, al ben je er nog zo op tegen.
Waar het om gaat is dat het systeem veranderd moet worden, zodanig dat alle vrouwen er graag
deel van willen uitmaken. En daarvoor zal gewerkt moeten worden. Op allerlei manieren en
veelsoortig en vindingrijk, maar niet voor een persoonlijk inkomen. Feministies werken is werken
aan de verandering en het bestaat niet dat de geldtoewijzende machten je dat in dank afnemen, laat
staan dat je ervoor betaald wordt. Als je ergens, geld voor krijgt, hetzij van de kommersie hetzij
van een baas, dan is dat het onmiskenbare sein dat je een doel dient van het heersende systeem.
Ondertussen moeten feministen ook leven, anders zouden ze niet eens iets kunnen doen. Het is
natuurlijk door en door verziekt dat betaald werk en vrije tijd zo uit elkaar zijn geraakt, dat die
meestal niets meer met elkaar te maken hebben. En dat feministies werken alleen kan plaats vinden
in de vrije tijd. Het is niet anders op dit moment. Een mens verkoopt een aantal uren en beroerd
veel energie om daarvoor in de tijd die overblijft het leven in te richten naar eigen keuze. Het
persoonlijke leven, het politieke leven. Het is in de vrije tijd dat een vrouw een althans door geld
verdienen onbesmet terrein heeft, waarin zij kan proberen iets te scheppen waaraan haar eigen
inzichten herkenbaar worden, haar eigen waarden.
Voor iedere vrouw die met het feminisme in aanraking komt, moet duidelijk zijn dat het voortkomt
uit de wereld van partij kiezen voor haar waar zij onderdrukt is en niet uit de wereld die belang
heeft bij haar onderdrukking. Bovendien moet alles wat vrouwen maken of doen niets kosten of zo
goedkoop mogelijk worden: zo bereikbaar als mogelijk. Anders sluit je juist de meest onderdrukte
vrouwen nog eens een keer uit.