Anneke van Baalen en Marijke Ekelschot, TEGENNATUURLIJK, Amsterdam 1985, De Bonte Was
82
'Zulke voorbeelden zijn er, met name in het verleden, want de depressie is de ziekte van
deze tijd. In kulturen die nog leefden binnen een afgezonderd waardensysteem, bijvoorbeeld
het ortodoxe jodendom binnen het getto, of de negers in de zuidelijke staten honderd jaar
geleden, was een aangepast mens weliswaar niet autonoom, bezat hij ook geen eigen
individueel identiteitsgevoel (in onze betekenis) dat hem steunde, maar vond hij steun in de
groep. Het gevoel dat hij een "vrome jood" was of een "trouwe slaaf', schonk hem een stuk
zekerheid in deze wereld!'
Zalig zijn de verdrukten. Wat jammer dat vervolging van joden en zwarten zo lang geleden is,
en dat nog slechts de vervolgers met hun depressies resten.
Deze onbeschrijfelijke omkering van zaken wordt in het tweede boek 'In den beginne was er
opvoeding', verder uitgewerkt. Je kunt er de verharding van de krisis in de laatste jaren aan
aflezen. Het narcisme van de welvaartsstaat is verdwenen - het geweld komt er voor in de
plaats. De blik wordt nu gericht op het mishandelde, vertrapte, gemartelde kind. Want dat is
gevaarlijk voor de maatschappij, omdat het niets
anders zal kunnen dan zelf martelen. Het
heeft als kind zijn ongeluk niet kunnen uiten, het heeft zelfs van zijn ouders gehouden:
daarom moet het later anderen aandoen wat hemzelf aangedaan is. En omdat alle
pedagogie tot verminking van kinderen aanzet, moet de opvoeding afgeschaft worden om de
wereld te veranderen. Voor de pedagogie moet de rouw in de plaats komen. En wie na
lezing van dit boek nog schuldgevoelens overheeft, moet terug naar af: het eerste boek
lezen.
Waarom zou het kind in de volwassene - nog steeds degene die door Miller toegesproken
wordt - zich schuldig voelen over dat het verkeerd opgevoed is? Nee, de volwassene voelt
zich schuldig over wat hij zelf gedaan heeft, en wat dat is zal Miller nog laten zien. Maar in
het begin was er dus de opvoeding.
Tenminste, de opvoedingsleer, de pedagogie, want daarmee begint het boek, 'Zwarte
pedagogie', heeft Katharina Rutschky deze opvoedingsleer genoemd in een boek van 1977.
Miller schrijft dit boek voor een deel over en inderdaad, het is schrijnend. De basis van deze
opvoedkunde is dat de wil van het kind gebroken moet worden als het kind zo klein is dat het
de opvoeder nog niet gaat haten. Kleine kinderen vergeten en vergeven alles, zeggen de
zwarte pedagogen, dus je kunt met ze doen wat je wilt. Cynisme en sadisme verdringen
elkaar in hun teksten.
Duidelijk een officiële wetenschap, al geeft Miller ons geen kans te begrijpen door wie die
eigenlijk gesponsord werd. De jaartallen en de taal moeten ons houvast geven. De schrijvers
zijn - behalve Rousseau - allemaal Duits en de boeken zijn tussen 1740 en 1908
geschreven. De 'zwarte pedagogie' is ontworpen tijdens het Pruisies absolutisme van
Frederik de Grote, die de eerste systematiese politiestaat van Europa zo gründlich
georganiseerd had, dat hij zichzelf op latere leeftijd beklaagde uitsluitend door slaven
omringd te zijn.
Dat deze leer ook nog tijdens de 19de eeuw werd gepropageerd, ligt voor de hand: de
regimes van de Duitse vorstendommen bleven autoritair, en toen ze eenmaal onder de harde
hand van Bismarck verenigd waren werd het niet beter. Het is echter natuurlijk niet zo, dat
opvoedingsleer hetzelfde is als opvoedingspraktijk. Miller stelt niet eens de vraag of al die
Duitsers zich wel aan de opvoedingsboeken hielden. Bij haar spreekt het nu vanzelf dat van
hele generaties de wil gebroken is. En daar koppelt ze dan haar mechaniese
opvoedingsmodel uit Het begaafde kind aan: al die mensen kunnen niet anders dan
doorgeven wat hen is aangedaan.
En de voorbeelden die ze dan behandelt zijn: de heroïneverslaafde Christiane F., Sylvia
Plath, een kindermoordenaar en Adolf Hitler! Niet alleen voor een deel generaties later
opgegroeid, en niet eens allemaal in Duitsland - maar vooral, niet allemaal moordenaars.
Ook twee slachtoffers zijn er tussen geraakt. Toevallig vrouwen. Voor Miller maakt het niet
uit, ze zijn allemaal even zielig.