Anneke van Baalen en Marijke Ekelschot, TEGENNATUURLIJK, Amsterdam 1985, De Bonte Was
78
De korpo-demokratie
De in sociokratiese omgangstechnieken opgeleide krachten werken op een zeer groot aantal
beleidsterreinen: die van kinderbescherming, drank- en drugsbestrijding, reklassering,
opbouw-, vormings- en buurthuiswerk, streetcorner-, vrouwen- en minderhedenwerk,
onderwijs begeleiding, geestelijke gezondheidszorg, scholen, adviesdiensten voor opvoeding
en seksualiteit, bedrijfsmaatschappelijk werk, sociale diensten, om er maar een paar te
noemen. Allerlei soorten bezigheden waar scholing, hulpverlening en ordehandhaving op
onontwarbare wijze verstrengeld zijn. Vroeger werd de vraag nog wel gesteld of al deze
werksoorten zo gerepolitiseerd zouden kunnen worden dat zij bevrijdend en revolutionair
kunnen werken.
28
Nu kunnen we in de krant lezen dat welzijnswerkers moeten leren
ruziemaken en dat het ondanks de bezuinigingen niet lukt om de macht van de
welzijnskoepels aan te tasten.
Voor het moderne korporatisme zijn al deze werkvormen - die ook door deskundig en
betaald begeleide vrijwilligersters kunnen worden uitgevoerd, omdat de technieken zo
eenvoudig zijn aan te leren; één VOS-kursus, en de huisvrouw kan het ook immers
onmisbaar. Het oude korporatisme ordende mensen in verband van kerk en vereniging, als
leden en lidmaten. De modernere, individualistieser mens laat zich niet zomaar in hokjes
stoppen, in een zuil waarin het hele leven door vaste regels en tradities beheerst wordt. Wie
naar de kerk gaat om in een zangkoor te zingen hoeft voor de persoonlijke ontplooiing
geenszins de voorschriften van pastoor of pastor te willen volgen: daarvoor bestaan andere
autoriteiten.
De kerken binden dan ook hun ongehoorzame volgelingen met welzijnstechnieken: de
gesprekgroep is heel wat populairder dan de biechtstoel. De nederlandse Moral Majority, het
ultrarechtse Vrije Vrouwen-komitee van de RK kerk (bisschop Bomers), Kapitaal (Philips),
vermaaksindustrie (Toon Hermans) en oud-strijders (Alting van Geusau) eist niet, zoals de
amerikaanse, patriarchale orde en gezag, maar individuele keuzevrijheid: wij willen er vrij
voor kunnen kiezen dat de huisvrouw niet buitenshuis hoeft te werken.
Het sociokraties netwerk strekt zich via welzijnswerk en geestelijke gezondheidszorg over
veel onderdelen van een zeer groot deel van de bevolking uit, in elk geval over al die
mensen die iets te klagen of te protesteren hebben, of met de heersende machten in
aanvaring zijn gekomen.
De traditionele ideologieën en organisatievormen van konfessionelen en sociaal-demokraten
zijn via de sociale wetenschappen zo getransformeerd dat ze niet meer te herkennen zijn.
29
De politieke partijen zelf houden zich niet meer bezig met het binden en organiseren van hun
achterbannen. Zij besteden al hun aandacht aan het Haagse spel tussen kamer,
departementen en belangenorganisaties. Alleen in verkiezingstijd trekken zij massaal met
bellen en toeters het land in. Degenen die het het langst hebben volgehouden politieke
vragen aan de orde te stellen zijn de marxisten-leninisten en de socialisties-pacifisten
geweest; maar een aantal jaren geleden werden ook zij overstroomd door de moderne
middenklassersters met hun sociokratiese omgangsvormen. De formele
vertegenwoordigings- en beslissingsprocedures, die deze partijen op hun kongressen
hanteren, kunnen niet meer verhullen dat er tussen de individueën op de belangrijke punten
geen eensgezindheid meer bestaat.
28
Zie H. Achterhuis, De markt van welzijn en geluk, Ambo z.j. en in ontkennende zin De Bonte Was,
Vrouwen over hulp bij ziekte en problemen, Amsterdam 1978 en Geschiedenis van de
vrouwentoekomst (noot 10), hoofdstuk 12
29
Zie over de transformatie van religie naar wetenschap van de ideologieën en beheersingsapparaten
t.a.v. vrouwen E. Wilson, Women in the Wellfare State, Londen 1977 en voor Nederland I. Bozelie en
M. Pel in H. Böhl e.a., Nederland industrialiseert, SUN, Nijmegen 1981, p. 239 v. (bewerking van het
onderzoeksrapport Van Paulus tot Klompé, van dezelfde schrijfsters m.m.v. A.C. van Baalen)