Anneke van Baalen en Marijke Ekelschot, TEGENNATUURLIJK, Amsterdam 1985, De Bonte Was
80
ALICE MILLER EN DE OPVOEDING
Net zoals de steun voor links berust de steun voor rechts op ontevredenheid en onbehagen.
Soms lukt het rechts om het door links gemobiliseerde onbehagen 'mee te nemen' - door
linkse of progressieve begrippen te gebruiken en op listige wijze de inhoud van die begrippen
180 graden om te draaien.
Een voorbeeld van die werkwijze is te vinden in de suksesboeken van de Zwitserse psycho-
analytica Alice Miller. Miller maakt gebruik van het progressieve inzicht dat kinderen niet het
bezit van hun ouders zouden moeten zijn; ze hamert er op dat nog steeds ontelbare kinderen
vernederd, gekwetst, mishandeld worden; ze dwingt de lezeres als het ware tot identifikatie
met de slachtoffers - maar ondertussen werkt ze niet alleen toe naar een pleidooi dat
vrouwen zich voor honderd procent voor hun kinderen moeten opofferen, maar ook naar een
verklaring dat nazimoordenaars heel wat zieliger waren dan de mensen die zij vermoord of
bijna vermoord hebben.
Kennelijk heeft Alice Miller haar projekt knap opgezet. Zowel Volkskrant als Groene
Amsterdammer waren diep onder de indruk, al vond de Groene-recensent dat Millers
analyse van het nazisme een ekonomiese en politieke poot ontbeerde - alsof haar verhaal
door er iets aan toe te voegen, tot een kritiese analyse zou leiden! Terwijl ze de daders tot
slachtoffers maakt en de slachtoffers uit het gezicht laat verdwijnen! Hoe slaagt ze erin om
daar begrip voor te krijgen?
De twee boeken van Miller die in Nederland zo'n sukses zijn, heten - in vertaling Het drama
van het begaafde kind, een studie over het narcisme (vertaling 1981) en In den beginne was
er opvoeding (1980, vertaling 1983). De eerste titel geeft haar doelgroep duidelijk aan.
'Begaafde kinderen', dat zijn de lezers en lezeressen die zichzelf beschouwen als beter dan
hun omgeving; 'drama' betekent dat het niet goed met hen afgelopen is en dat hun
begaafdheid hen niet gelukkig heeft weten te maken; 'narcisme' tenslotte geeft een
aanwijzing voor het gegeven dat hun omgeving hen benoemt als mensen die alleen in
zichzelf geïnteresseerd zijn. Terwijl een boek als dat van Christopher Lasch uitnodigt om
eens gezellig over anderen te roddelen, spreekt Miller de miskende begaafde zèlf aan, met
de belofte van begrip en misschien zelfs van genezing.
Miller ontleent haar inzichten in het 'drama' aan haar eigen patiënten, vrouwen en mannen.
Hun moeders hebben iets helemaal fout gedaan. Wat eentonig zult u zeggen, kon ze niet
eens wat anders bedenken en trapt iemand daar nog in?
Waarschijnlijk wel, omdat ze die moeders ook weer als slachtoffers afschildert. De patiënten
en alle lezersters van haar boek mogen rouwen over wat hen door die moeders is
aangedaan. Daartoe richt Miller zich systematies tot datgene wat zij het kind in de
volwassene noemt.
Voor een psycholanalytica springt ze zacht gezegd nogal raar met Freud om; ze zet hem als
het ware op de kop. Freud had het over de macht van de vader, waarmee het zich
ontwikkelende libidineuze kind in konflikt kwam. Als dat konflikt niet opgelost was, kon het
kind op latere leeftijd nog door een psycho-analyse bevrijd worden en alsnog in kontakt
treden met de volwassen wereld (van neurose tot gewoon ongeluk, zoals Freud zei). Bij
Miller komen vaders, libido's en konflikten niet voor. Haar patiënten ziet zij als volwassenen
met een kind in zich, een begaafd kind dat onbewust de narcistiese wensen van een
emotioneel
onzekere moeder vervult. Daar zijn de patiënten narcisties van geworden; door
die narcistiese moeder en haar wensen kennen ze hun eigen behoeftes niet en - als daar
niets aan gedaan wordt - zullen ze hun kinderen hetzelfde opvoeden. Aan een kant moeten
ze dus rouwen over wat hen is aangedaan en aan de andere kant moeten ze hun kinderen
anders opvoeden, voorzover die patiënten vrouwen zijn. De instrukties daartoe ontleent
Miller aan de psycholoog Winnicot:
De moeder kijkt naar de baby die ze in haar armen houdt, de baby kijkt in het gezicht van de
moeder en vindt zichzelf daarin terug... mits de moeder inderdaad het kleine, hulpeloze,