Anneke van Baalen en Marijke Ekelschot, TEGENNATUURLIJK, Amsterdam 1985, De Bonte Was
41
Er is echt iets aan de hand met sommige natuurliefhebbers. Ik heb in eerdere stukjes al
zoiets geïnsinueerd, maar voorzichtig, abstrakt. Ik hield mij bij de biologie in het algemeen of
het korhoen in het biezonder, maar tot het rechtstreeks aanwijzen van boosdoeners was ik
niet gekomen; hoe snel word je niet het aanhangen van komplotteorieën verweten! Helaas,
hoe voorzichtig, wetenschappelijk, tolerant, gedistantieerd, wij van links ook te werk gaan, de
geschiedenis haalt ons altijd in. Wie zou er ooit iets griezeligs hebben gezien in de
vogelkenner? Verrekijker om de nek, vogelboek in de zak, schreeuwt niet, ongewapend. Laat
zich in groepjes onder deskundige leiding door voor het gewone volk ontoegankelijke
natuurgebieden rondvoeren of zit dagenlang in een rieten schuilhut om de van het nest
opvliegende visarend te fotograferen. Ik had wel eens in een damesthriller gelezen dat er in
Engeland hele wachtkordons georganiseerd moesten worden om de vogelliefhebbers te
verhinderen het broedsel van de laatste twee steenarenden te verstoren, maar dat was fiktie
en kan, als het waar zou zijn, opgevat worden als een uitwas van de in Engeland wel erg uit
de hand gelopen dierenliefde (naar het boek van de voorzitter van de engelse
dierenbescherming is een tekenfilm gemaakt waarin twee zielige hondjes wel drie uur
achternagezeten worden en het loopt nog slecht af ook). Al weet ik teoreties dan wel dat de
dierenliefhebber een autoritaire mensenhater moet zijn - waarom zou hij er anders zoveel
prijs op stellen dat er niets teruggezegd wordt?
Maar het bericht in de Volkskrant van 11 februari 1983 verraste me toch onaangenaam. Het
had een tamelijk oninteressante kop - misschien hebt u het niet eens gelezen. Bewind
Bouterse schrikt vogel-toerisme uit VS af. Ja, haalt je de koekoek. Maar waarom moet dat in
de krant? De VS is een redelijk groot land en er moeten allerlei vogels zitten die ik graag
eens zou willen zien. De amerikaanse vogelliefhebbers zijn daar echter geheel op
uitgekeken. Zij plachten massaal naar Suriname te reizen, onder andere om daar onder het
ontbijt te luisteren naar de roep van de witte klokvogel (zijn geluid lijkt op dat van een
luidende klok) of van de kalkvogel (die loeit als een koe).
Dit bericht komt oorspronkelijk uit de Wall Street JournaI. De vogelreizen zijn kennelijk een
belangrijke ekonomiese faktor. Amerikanen zijn niet bereid het instorten van bedrijfstakken
lijdzaam aan te zien. De ekspert voor Surinaamse vogels verklaart: We moeten van die
Bouterse zien af te komen. En de direkteur van de amerikaanse vereniging van
Vogelliefhebbers: We kunnen ons niet veroorloven dat land te verliezen.
Ozo. Nu hoort Bouterse het eens van een ander. Altijd had hij gedacht dat hij een
Nederlandse kolonie bevrijd had, maar Suriname was allang van de amerikaanse Vereniging
van Vogelliefhebbers. De Wall Street Journal vindt dan ook dat die het er niet bij moet laten
zitten. Vogelliefhebbers genoeg: 21 miljoen, waarvan 2,5 miljoen ware vogelbespieders (dat
zijn waarschijnlijk die mensen die het broedsel van steenarenden verstoren). De direkteur telt
een harde kern van zon tienduizend man. De Wall Street Journal meent dan ook, volgens
de Volkskrant, dat het lot van Bouterse snel beschoren zou zijn als alle Amerikaanse
vogelliefhebbers een expeditie-leger zouden vormen tegen het militaire bewind in
Paramaribo.
De Wall Street Journal voelt wel aan dat er voor een dergelijke bewerkelijke onderneming
krachtige drijfveren aanwezig moeten zijn. Alleen om een bedrijfstak te redden ga je toch niet
met een raketwerper op je rug over de surinaamse plantages sjouwen? Die drijfveren volgen
dan in het slot van het Volkskrantbericht. Wat näief was ik toch weer. Ik had het kunnen
weten: de Vrouwenkrant had al verteld hoe belangrijk vogels zijn voor een dieper inzicht in
de menselijke geschiedenis. Er stond zelfs een illustratie bij, die ik hier zal proberen te
beschrijven. Afgebeeld zijn, in staalgravure, rechts boven een fraaie glanzende vogel, de
snavel in de lucht; links onder een wat kleinere en doffere, naar hem opkijkend. De
verwaande uitdrukking van de bovenste en de bewonderende blik van de onderste moet u
zich er zelf bij voorstellen.
Die gravure was een illustratie van Darwins The Descent of Man, waarin hij de
grondbeginselen van de menselijke evolutie uiteenzet. Seksuele selektie is het geheim. Het
ijdele dier boven is het mannetje. Al worstelt Darwin met het probleem of het vrouwtje