Anneke van Baalen en Marijke Ekelschot, TEGENNATUURLIJK, Amsterdam 1985, De Bonte Was
73
hadden er aanvankelijk grote bezwaren tegen om kontinentale systemen over te nemen.
Later hielden de rechters, op grond van het grondwetsartikel over vrijheid van eigendom, de
opbouw van het verzorgingswezen tegen. De vakbonden hadden geen marxistiese traditie
van langzame voorbereiding van de revolutie, maar voerden eerder aktie voor verbetering
van de positie van hun leden in bedrijf of bedrijfstak, zonodig in samenwerking met de mafia.
Vrouwenorganisaties droegen een deel van het sociale werk - mits de armen niet te zwart of
anderszins te ongewenst waren - op vrijwillige basis.
Partikulier initiatief dus, alom. Vandaaruit ontwikkelden zich dan ook de vormen van sociale
beheersing die ook in West-Europa de oude hiërarchiese werkwijzen van kerk en staat
zouden gaan vervangen. De noodzaak daartoe ontstond juist in de modernste sektoren van
het bedrijfsleven, waar het lopende bandsysteem verzet van de arbeiders opriep en de
arbeidsproduktiviteit niet naar wens liet groeien. Allerlei nieuwe sociale wetenschappen
wierpen zich op het verbeteren van de industriële verhoudingen. De grote ontdekking van
de industrial relationsschool was dat de arbeider opgevat moest worden, niet als een
individu, maar als lid van een spontaan op de werkplek gevormde groep met eigen normen
en waarden.
Het ging erom of er metoden ontwikkeld konden worden om deze groepsnormen en waarden
zo te beïnvloeden dat de doelen van de organisatie - produktiviteit en arbeidsrust - zo goed
mogelijk vervuld konden worden. Hiertoe moesten, zoals Max Weber het rond 1918
formuleerde, de irrationele, emotionele elementen van mensen net zo precies worden
uitgerekend als de produktie van kolen- en ertsmijnen.
17
Een van de belangrijkste manieren
om de groep te beïnvloeden bleek de stijl van leiderschap te zijn. Een opzichter met een
gemakkelijke of ondersteunende leiderschapsstijl, dus meer op de mensen ingesteld dan op
het werk, bleek een sfeer van samenwerking te scheppen en de tevredenheid en prestaties
van de arbeiders te vergroten.
18
Ook voor leger, gevangenissen, gekkenhuizen en onderwijs bleek de non-direktieve aanpak
goede perspektieven op ordehandhaving te kunnen bieden.
In Europa liepen de ontwikkelingen nog wat achter, al waren er wel pioniers met een
belangstellend oog voor de amerikaanse metoden. Bijvoorbeeld de dames die in de jaren
twintig naar de Verenigde Staten afreisden om daar de metoden te bestuderen waarmee
depressieve oorlogsveteranen behandeld werden. Die bleken bruikbaar voor de verbetering
van de kinderopvoeding door M.O.B.s
19
en voor het social casework in het maatschappelijk
werk. Het was ook een Nederlander die een fraaie benaming voor dit geheel van nieuwe
beheersingstechnieken bedacht, uit puur christen-pacifisties-anarchisties idealisme: Kees
Boeke. Sociokratie noemde hij de bestuursvorm waarin hiërarchie zou zijn vervangen door
gelijkheid en dwang door overleg. Zijn ideeën hadden voor de oorlog al, toen hij in Nederland
nog uitgelachen werd, in de Verenigde Staten veel sukses. Na de oorlog kreeg Juliana dan
ook het advies van de regering de prinsessen bij Boeke op school te doen.
20
De demokratiseringsgolf
Sociokratie was door Boeke gezien als alternatief voor burokratie. De burokratie, het
besturen via vaste regels en hiërarchiese bevoegdheden, had het netwerk gevormd dat alle
korporaties van de organiese staat bij elkaar hield: een netwerk van ontelbare voorschriften,
op alle maatschappelijke gebieden, die bij elkaar gehouden werden door door het parlement
in onoverzichtelijke kompromisrituelen in elkaar geknutselde wetten; een netwerk van regels
over vormen en procedures, waar niemand de weg in weet dan de deskundigen op het
17
M. Weber, Wirtschaft und Gesellschaft, Tübingen 1921, Studienausgabe 1976, p. 682
18
N.P. Mouzelis, Organisation and Bureaucracy, An Analysis of Modern Theories, Londen 1967, p.
110
19
Posthumus-van der Goot (noot 12), p. 293
20
Ts. Vernieuwing van Opvoeding, Onderwijs en Maatschappij, sept./okt. 1984, Muusses Purmerend.
Een pleidooi voor sociokratie vindt men ook bij E.H. Nordholt, Politie in verandering, 1977