de Bonte Was, FEMINIST (1), Amsterdam 1977, De Bonte Was
13
Dit is geen reden om geen seksualiteit te eisen, het is wel een reden om - als beweging - heel goed
te bedenken hoe je dat doet. De seksuele revolutie brengt verseksualisering. Verseksualisering
bestaat uit het loskoppelen van de seksualiteit van andere aspekten van het leven, en deze dan
versterken. Als feministen werk je daar tegen in door het verband met de rest van het bestaan weer
te herstellen.
Samenvattend: je probeert van de meestromingen te profiteren, zonder je door de mannenstromen
van je doel te laten afleiden. Dat is iets wat in je eentje heel moeilijk is. Je moet in staat zijn om
steeds maar helder voor je te blijven zien wat de bedoeling van het feminisme ook weer was; je
moet voeling houden met de verschillende dingen die in de samenleving en in de vrouwenbeweging
gebeuren. Misschien zijn er vrouwen die het in hun eentje kunnen, maar met anderen samen gaat
het in ieder geval makkelijker. Samen kun je namelijk zichtbaar maken wat het feminisme bedoelt;
dan kun je maatschappelijke verschijnselen daarmee vergelijken en dan weet je meteen wat goed en
fout is. Hoe voel ik me in de vrouwengroep?, hoe voel ik me op mijn werk?, o ja, daar zit het
verschil.
Kortom, ook vrouwen die een baan hebben hoeven zich niet te laten inkapselen. Als ze op één of
andere manier kontakt hebben met de vrouwenbeweging kunnen ze voorkomen dat ze in de boot
genomen worden. Ze kunnen steeds een beetje feminisme in hun werk stoppen, net zo dat ze niet
ontslagen worden. Ze zullen minder loyaal zijn aan dat werk, minder erin geloven. Want dat is
weer de narigheid met vrouwen: op een bepaalde manier zijn ze inkapselbaarder dan mannen.
Mannen doen hun werk in het algemeen alleen voor zover het met hun eigenbelang - geld, status,
macht - overeenkomt. Vrouwen zijn bereid ook zonder dergelijke beloning te werken, uit trouw aan
het werk zelf (daarom beweren wij dat de hele samenleving op vrouwenwerk berust). De meeste
vrouwen willen hun werk goed doen. Dat betekent dat zij gewoon binnen de randvoorwaarden
ervan blijven. En als zij denken dat ze tegelijk feministies bezig zijn, zullen ze het extra enthousiast
doen.
Die trouw aan het werk, die instelling op de behoeften van anderen is de basis waar het feminisme-
als-toekomstvisie op berust. Omdat vrouwen een andere manier van werken hebben, denken we dat
we in staat zijn een andere samenleving te organiseren. Maar we moeten natuurlijk leren om die
manier van werken zo te gebruiken dat we onszelf en andere vrouwen er niet mee benadelen, zoals
nu dikwijls wel het geval is, door misplaatste loyaliteit aan onderdrukkingssystemen (zie de
stereotype hoofdverpleegster, die écht denkt dat het goed voor het ziekenhuis is als zij de leerlingen
afsnauwt).
En daarom is een radikale vrouwenbeweging zo nodig, een beweging die waakzaam is, op het
wantrouwende af, die voortdurend analyseert op welke manier het feminisme nu weer bezig is
ingepakt te worden; en die zelf een klimaat kreëert waaraan je kunt blijven zien wat het verschil is.
Wanneer je vertegenwoordigd wordt - en iedere vrouw die zich feminist noemt vertegenwoordigt
ons, of we dat nu willen of niet - moet je je vertegenwoordigster in de gaten houden en bekritiseren.
Vrouwen kunnen er steun aan ontlenen om te helpen onderscheiden waar ze nu nog aan mee
kunnen doen en waaraan niet meer. En degenen die het feminisme werkelijk alleen maar gebruiken
voor eigen roem en welvaart, die moeten aan de kaak gesteld worden, opdat ze zo min mogelijk
vrouwen in de war kunnen brengen.
Een beweging zonder inkapseling, zonder vertegenwoordigers binnen de maatschappelijke
instellingen, heeft te weinig kans om zijn ideeën te verspreiden en groter en sterker te worden.
Maar een beweging zonder een werkelijk bewuste en principiële kern, waar iedereen zich steeds
weer van maatschappelijke aangroeisels kan bevrijden, waar motivatie, steun en richtinggeving te