A.C. van Baalen & M.C.F.Ekelschot, Geschiedenis van de Vrouwentoekomst. Amsterdam 1980, De Bonte Was
Hoofdstuk 7 Van feodalisme naar kapitalisme; van heerschappij naar manschappij
156
wetboeken over handelsrecht voor de rijken, maar het moest niet teveel geld gaan kosten.
Ze waren wel bereid om, als de vorst de standen bijeen riep en er beleefd om vroeg, een
bijdrage te leveren in zijn onkosten; maar tegen belastingen die het handelsverkeer
belemmerden hadden ze onoverkomelijke bezwaren. Toen Philips 11 dan ook via de naar
ons land gestuurde hertog van Alva (die van de dukdalf) de tiende penning liet instellen, een
soort BTW, waarbij over iedere verkoop een tiende van de verkoopprijs afgedragen moest
worden, gingen de winkeliers in staking: demonstratief sloten zij hun winkels. De tachtigjarige
oorlog kon beginnen.
Toch kostte het de edelman Willem van Oranje nog heel wat moeite om de stedelijke
besturen zover te krijgen dat ze wèl geld gaven voor hun eigen bevrijding van de
overheersing van de Spanjaarden. Ze stelden veel prijs op hun stedelijke voorrechten en
vrijheden, en zolang de inquisitie niet te dichtbij kwam, aan hun nieuwe protestantse geloof,
maar het allermeest waren ze gesteld op hun geld. Willem kreeg zelden genoeg geld bij
elkaar om legers te huren, terwijl de Spanjaarden munten konden slaan uit het zilver dat ze
uit Amerika haalden. De viktorie die van Alkmaar en Leiden kwam was dan ook minder aan
het geld van de burgers te danken, dan aan de tonnen met ongebluste kalk en kokende olie,
en de brandende hoepels die door de vrouwen van de muren op de spaanse huursoldaten
gegooid werden. De vrijgemaakte noordelijke Nederlanden konden in ieder geval aan hun
Gouden Eeuw beginnen.
De habsburgse macht was tanende. Ze hadden nagelaten iets anders te doen dan de
overheerste gebieden proberen leeg te halen. Een poging om zowel Frankrijk als Engeland
te veroveren mislukte. Op zee bleken de Nederlanden en Engeland de baas. Een enorme
spaanse vloot, de Armada, werd door stormen en kleine engelse scheepjes totaal vernietigd.
Op het vasteland nam Frankrijk de leidende rol over. De vereniging van alle christenen onder
het katholieke geloof was Philips 11 niet gelukt.
De katholieke kerk herstelt zich: De contra-reformatie
De noordelijke Nederlanden en Engeland waren protestant geworden. En even had het er op
geleken dat de katholieke kerk nog meer terrein zou verliezen, maar zo was het niet.
In Frankrijk werden veel burgers en een deel van de adel weliswaar protestant, maar het
vorstenhuis aarzelde. Zo kon het protestanten en katholieken tegen elkaar uitspelen en met
behulp van de Duitse protestantse vorsten de Spanjaarden bestrijden, terwijl het
binnenslands de protestanten vervolgde. Uiteindelijk koos de vorst de katholieke zijde:
20.000 Hugenoten werden vermoord; Frankrijk werd officieel weer katholiek, al kregen dan in
1598 de protestanten bij het Edict van Nantes godsdienstvrijheid toegekend.
Juist omdat er zo veel tegenstellingen waren tussen de verschillende soorten protestanten,
kon de katholieke kerk weer met sukses in de aanval gaan. De katholieke dogma's werden
gesystematiseerd, het celibaat werd nu echt verplicht, de priesters werden beter opgeleid en
gekontroleerd en de orde der Jezuïeten, in 1534 gesticht, kweet zich uitstekend van zijn taak
om onder het motto 'het doel heiligt de middelen' ketters te vervolgen, en over de hele wereld
zo veel mogelijk zieltjes te winnen.
Al met al bleek dat de katholieke kerk zich had weten te reorganiseren tot een veerkrachtiger
en slagvaardiger machtsapparaat dan ooit tevoren.
De veranderingen van het plattelandsleven op het vasteland van West-Europa:
modernisering en stagnatie
Tussen Engeland en het vaste land van West-Europa waren er belangrijke verschillen.
Engeland kon met een sterke vloot vijandige pausen en vorsten buiten eigen land houden;
adel en burgerij konden al hun energie besteden aan het onderdrukken van de eigen
bevolking en zo geleidelijk een nieuw produktiesysteem opbouwen.