A.C. van Baalen & M.C.F.Ekelschot, Geschiedenis van de Vrouwentoekomst. Amsterdam 1980, De Bonte Was
Hoofdstuk 8 Het kapitalisme
167
Hoofdstuk 8 het kapitalisme
De industriële revolutie
Het proces van onteigening van de kleine landbezit-s-ters en landgebruik-st-ers, dat in
Engeland in de 16e eeuw was begonnen, kwam in de 18e eeuw in een versnelling. De
hoeveelheid grond die in deze tijd door de heersende klasse via 'enclosures' werd onteigend,
was acht à negen keer zo groot als wat er in de vorige eeuwen was ingepikt. Inmiddels
omvatte deze ongeveer een vijfde van het totale grondoppervlak. Behalve via 'enclosures'
werd ook door de grote boeren veel grond onteigend van mensen die de konkurrentie tegen
de grote boerenbedrijven, met hun betere gereedschap, niet konden volhouden. Via woeker
werden ze uitgezogen, totdat ze 'vrijwillig' afstand deden van hun grond aan hun schuldeiser.
Vaak ook werd hun pacht niet vernieuwd door een grondeigenaar die liever een paar grote
pachters had, dan een stel kleintjes.
In dit proces raakten de vrouwen die door het bebouwen van een klein stukje grond, en het
houden van een varken of een koe, in hun eigen levensonderhoud en dat van hun kinderen
voor een groot deel hadden kunnen voorzien, hun ekonomiese onafhankelijkheid voor goed
kwijt. Op hun stukje grond hadden ze tarwe verbouwd voor het brood en de pap; het stro was
voor het varken of voor de bemesting. Ze verbouwden bonen en erwten, rapen, kool en
aardappels. Een deel verkochten ze op de markt. Als ze er een koe bij hadden en wat
kippen, dan hadden ze ook nog melk, kaas, boter en eieren, voor eigen gebruik en voor de
verkoop. Dat was nu afgelopen.
'De echtgenote is niet langer in staat om haar aandeel te leveren in de wekelijkse uitgaven...
In een soort moedeloosheid zit ze maar, niet in staat om aan de gezinspot iets bij te dragen;
zich ervan bewust dat zij haar echtgenoot geen andere dienst verleent, dan louter de zorg
voor zijn gezin.' luidt het in een rapport van de Maatschappij voor de verbetering van de
toestand der Armen, uit het begin van de 19
e
eeuw (geciteerd uit Ivy Pinchbeck). Opeens
waren talloze vrouwen alleen maar huisvrouw geworden. Eeuwen te vroeg. Dat was dan ook
helemaal niet de bedoeling, want hun inkomsten waren nog steeds onmisbaar; de man was
nog geen 'kostwinner'. Op het platteland moesten dan ook steeds meer vrouwen en kinderen
bij de parochie aankloppen om door de 'armenzorg' onderhouden te worden. Als dat in een
streek was waar een wol- of katoenmanufaktuur was, werden ze massaal aan het spinnen
gezet; de opbrengst van hun werk was dan voor de parochie; zijzelf kregen een vaste
uitkering.
In allerlei streken kon de huisindustrie niet meer konkurreren tegen fabrieken met machines,
zodat ook daar de extra broodwinning van vrouwen verloren ging.
Zo kwamen er langzaam maar zeker steeds meer mensen voor de fabrieken beschikbaar
zoveel dat industriële produktie op grote schaal uitvoerbaar begon te worden. De nieuwe
kapitalisten kregen een onuitputtelijke behoefte aan arbeidskrachten, niet alleen om hun
manufakturen en fabrieken te vullen, maar vooral om door onderlinge konkurrentie de lonen
zo laag mogelijk te kunnen houden. Er moesten zo veel mensen losgemaakt worden van hun
grond, dat zij vanzelf naar die plaatsen zouden stromen waar de kapitalisten ze het meest
nodig hadden (wat soms werd tegengehouden door de overheid, die bang was voor een te
grote trek van het platteland naar de steden, vanwege het risiko, ,van werklozenopstanden.)
De behoefte aan arbeidskrachten was zo groot dat allerlei maatregelen genomen werden om
de bevolkingsgroei te bevorderen. De pokken bestrijding werd met kracht te hand genomen
(een engelse dame had in het begin van de eeuw van turkse vrouwen een entmetode
geleerd; na eindeloos tegengewerkt te zijn, toen ze die metode in Engeland wilde
introduceren, lukte het haar eindelijk om hem geaksepteerd te krijgen. Later werd de metode
geperfektioneerd, met als resultaat dat haast niemand meer aan de pokken stierf als z-h-ij
ingeënt was). Door betere riolering werden ook allerlei ziektes voorkomen. En ook in