Navigation bar
  Print document Start Previous page
 168 of 270 
Next page End 163 164 165 166 167 168 169 170 171 172 173  

A.C. van Baalen & M.C.F.Ekelschot, Geschiedenis van de Vrouwentoekomst. Amsterdam 1980, De Bonte Was
Hoofdstuk 8 Het kapitalisme
168
Engeland werd het moederschap 'verbeterd'. Artsen ontwierpen systemen voor babyvoeding
en verzorging, die de kindersterfte deden dalen; van de vrouwen van de lagere klassen werd
nog niet geëist dat ze hun kinderen zouden opvoeden, maar wel dat ze ze goed zouden
voeden en schoonhouden. Tevoren was het sterven van een kind een daad van God
geweest, die mensen niet konden begrijpen (De Heer heeft gegeven, de Heer heeft
genomen, de Naam des Heren zij geloofd), nu begonnen de artsen vrouwen duidelijk te
maken dat er een verband bestond tussen voeding en verzorging aan de ene kant, en
gezondheid aan de andere kant - dat het hun schuld was als babies stierven omdat ze het
verkeerde eten gekregen hadden (reizigsters door Borneo, Marokko, of dergelijke landen
vermelden stomverbaasd dat vrouwen babies zomaar stukjes grotemenseneten geven en
dat die babies dan soms koliek krijgen - wij denken dat het een moederlijk instinkt is dat de
moeder om 11 uur 's morgens een fruithapje gaat klaarmaken, en we vergeten dat ook nu
nog moeders met babies regelmatig naar het konsultatieburo moeten om daar een briefje te
krijgen met voedingsinstrukties.)
Vrouwenwerk in manufaktuur en industrie
Vrouwen met kinderen uit de lagere klassen kregen er dus al nieuwe taken bij, lang voordat
ze vrijgesteld waren van hun oude taak om de kost te verdienen. Ze moesten ook nog op het
land werken, als landarbeidster op de grote boerenbedrijven, om de nu snel groeiende
bevolking te voeden; ze waren de basis van de huisindustrie waar de omschakeling van
ambachtelijke luxeproduktie naar goedkope massaproduktie plaats vond; ze werden
verzameld in manufakturen om hun handwerk onder rechtstreeks toezicht van de kapitalist
uit te oefenen - en toen er in die manufakturen steeds meer machines kwamen te staan en
er overal steeds meer fabrieken kwamen, waren zij en hun kinderen de aangewezen
werkkrachten om die machines te bedienen. Zij en hun kinderen samen met de vrouwen en
kinderen die de 'armenzorg' als een loden last om zijn nek begon te voelen.
In een boek uit 1835 verklaarde de ekonoom Andrew Ure dat het grote voordeel van de
nieuwe machines was dat ze tot een 'gelijkschakeling van de arbeid' leidden, en dat de
'eigenwijze en onhandelbare' vakman overbodig gemaakt werd, omdat de taak van de
werkmensen teruggebracht kon worden tot 'het uitoefenen van waakzaamheid en handigheid
- eigenschappen die, wanneer ze op één proces zijn gekonsentreerd, snel tot volmaaktheid
gebracht kunnen worden bij de jeugd.'
De mannelijke werklieden hadden niet alleen weerbarstige werkopvattingen, belangrijker was
natuurlijk dat ze al eeuwenlang veel hogere lonen verdienden dan vrouwen en kinderen.
Waar mannen, vrouwen en kinderen in één bedrijf samenwerkten - zoals in een weverij - was
het tijdens de hele gilden- en manufaktuurperiode al zo geweest dat de mannen de
opzichtersbanen hadden en de handelingen verrichtten die het produkt voltooiden. Alle
voorbereidende, ondergeschikte, prestige loze handelingen werden door vrouwen en
kinderen verricht, voor de helft of minder van het loon van de man.
Evelyne Sullerot vertelt bijvoorbeeld over de 'treksters' die de zijdewevers 'hielpen': 'Zij
moesten voortdurend in een heel kleine ruimte onder het weefgetouw staan en zich
vooroverbuigen om de zeer zware pakken touwen aan te trekken. Zij maakten ook de vakken
en de spoelen schoon. In 1752 zijn er alleen al in Lyon 7000. Zij moeten bij de meester
wonen, worden voor een jaar aangenomen en kunnen hun werk niet verlaten zonder een
bewijsje dat ze klaar zijn. In 1716 verdienen zij acht stuiver per achttienurige werkdag, wat
langer is dan de fabrieksarbeidsters in de 19
e
eeuw ooit hebben hoeven werken.' Deze
meisjes worden in bergstreken geronseld. Zij mogen niet leren weven, dat is verboden door
het reglement van de wevers, dat met zoveel woorden zegt dat als men vrouwen toestond
om het weefgetouw te hanteren 'het tekort aan treksters een noodlottige loonsverhoging van
het handwerk zou veroorzaken.'
Maar dan komen er machinale weefgetouwen en er gebeurt wat bij elke nieuwe machine in
de negentiende eeuw weer zal gebeuren, en wat Marx in het Kapitaal beschrijft naar
http://www.purepage.com Previous page Top Next page