A.C. van Baalen & M.C.F.Ekelschot, Geschiedenis van de Vrouwentoekomst. Amsterdam 1980, De Bonte Was
Hoofdstuk 1 De eerste vrouwenbewegingen
19
In diezelfde tijd kwam ook de vrouwenstrijd naar ons land. Tot 1872 hadden wel wat vrouwen
geijverd voor beter onderwijs en betere opleidingen, maar het woord 'onderdrukking' was nog
niet gevallen. Maar in 1872 begon het dan, en meteen ook goed.
De operazangeres Mina Kruseman en Betsy Perk, die al een tijd voor werk voor dames aan
het ijveren was, gingen samen een lezingentoernee houden. En wat zij zeiden sloeg in als
een bom. Ze lieten geen steen van de deftige burgerwereld overeind.
'Waarom werkt men overal, maar vooral in Nederland, de ontwikkeling van de vrouw zo
stelselmatig tegen? Waarom sluit men haar uit van schier alle betrekkingen, waarin zij voor
het welzijn van een groter aantal mensen, dan haar huisgenoten alleen, nuttig werkzaam zou
kunnen zijn? Waarom zelfs wordt zij al meer en meer verstoten uit sommige echt vrouwelijke
betrekkinkjes welke haar tenminste in de gelegenheid stelden om in haar eigen onderhoud te
voorzien? Waarom moet zij trouwen of bedelen,wil zij geacht worden door de maatschappij
die haar bespot als ze denkt, en veracht als ze werkt.
Vallen mag ze, dan vindt ze tenminste nog een soort van steun, van bescherming, ja, dikwijls
zelfs fortuin genoeg om haar zonderlingste grillen bot te vieren en op haar beurt de achting
van de wereld te bespotten! Mag een vrouw niet eervol werken voor haar brood, of is zij er
niet toe in staat?'
Ergens anders zegt Mina Kruseman:
'Prostitutie! daarvoor kinderen leert men u gehoorzamen. Daarvoor meisjes, verbiedt men u
alle studie en wetenschap. Daarvoor moeders, beveelt men u uwen mannen onderdanig te
zijn. Prostitutie, vrouwen! daarvoor wordt gij dom gehouden, afhankelijk en zwak! Daarvoor
moogt gij mooi zijn, bevallig, zachtzinnig, beleefd, beschaafd en aanhalig...en zedig voor 't
oog! Daarom ook moogt gij eenvoudig zijn of coquette, zuinig of verspilziek, ijverig of lui,
ingetogen of...enz.enz. al naar gelang het de man behagen zal, aan wie ge of levenslang of
tijdelijk zult dienstbaar wezen! Recht eis ik, in naam van alle vrouwen die een ziel hebben, en
kracht om te worstelen voor de vrijheid die hen toekomt. Wij hebben recht te leven, te
werken, eerlijk te zijn, onafhankelijk en vrij.'
Iedereen was diep geschokt, mannen en vrouwen. Een typerende reaktie uit die tijd, van de
kant van een vrouw: 'Hoe tintelde alles in mij, om haar, toen ze heenging, staande te
houden, haar plaats voor het publiek een ogenblik in te nemen en te protesteren tegen
zoveel wat zij gezegd had. Te protesteren in naam der waarheid tegen de schromelijke
overdrijving, waardoor haar voorstelling onwaar werd; in naam der vrouwelijke kiesheid;
tegen zo menige onvrouwelijke gedachte, zo menige verontreiniging van de heiligste dingen;
in naam onzer vaders en broers, tegen zo menige, ik zou haast zeggen brutale
geringschatting van elke man in Nederland!'
Er waren gelukkig ook vrouwen die entoesiast en dankbaar waren dat wat zij ook voelden nu
eindelijk eens in het openbaar gezegd werd. Maar het duurde nog bijna twintig jaren voordat
er iets van een organisatie van de grond kwam.
In 1889 richtte Mina Drucker, later bijgenaamd IJzeren Mina, de Vrije Vrouwen Vereniging
op: een vereniging waarvan alleen vrouwen lid mochten zijn, en die onafhankelijk zou zijn
van bestaande politieke partijen (al kwam het initiatief uit de Sociaal-Demokratische Bond,
de latere Socialistenbond.).
De V.V.V. wilde gewoon alles tegelijk: de achterstelling van vrouwen moest ophouden en
verder moest er een algemene sociale vooruitgang komen. Ongestoord door kennis over
eisen en aktiviteiten van feministiese groepen in het buitenland, dachten ze dat het
voldoende was om bekendheid te geven aan de achterstelling van de vrouw; de wetten
zouden dan vanzelf door de kiezers veranderd worden. In de praktijk bleek dat de V.V.V.
moest kiezen. Ze wilden zich bezighouden met vrouwenkiesrecht, de rechtspositie van
vrouwen, uitbreiding van vrouwenarbeid, de prostitutiekwestie en vereenvoudiging van
huishouding. In het eerste manifest staat:
'Om zich te vereenigen, behoort echter tijd: en die bezit de vrouw dankzij het huishouden
nooit. De eerste stap moet dan ook zijn, door onderling overleg het huishouden op alle