Navigation bar
  Print document Start Previous page
 237 of 270 
Next page End 232 233 234 235 236 237 238 239 240 241 242  

A.C. van Baalen & M.C.F.Ekelschot, Geschiedenis van de Vrouwentoekomst. Amsterdam 1980, De Bonte Was
Hoofdstuk 11 De zestiger jaren en de tweede feministiese golf
237
burgerlijke normen, in het kader van de algehele bevrijding van menselijke erotiese
mogelijkheden. Zowel van de degelijke burgerrechten-voor-homo's-verenigingen als van de
radikale homobevrijdingsgroepen waren vrouwen lid; maar in beide groepen waren ze ver in
de minderheid, zonder veel invloed op sfeer en aktiviteiten.
Daarom lag het voor de hand dat er kontakten kwamen tussen de verschillende groepen
vrouwen. Zolang de scheiding homo's-hetero's duidelijk bleef, gaf dat weinig problemen: in
de progressieve kringen werden homo's natuurlijk 'geaksepteerd'. Maar een gezamenlijke
beweging van radikale vrouwen maken, zonder diskriminatie, was nog heel iets anders. De
meeste heterovrouwen, die bezig waren de erotiek tussen vrouwen te ontdekken, wilden
helemaal geen 'homoseksuelen' of 'lesbiennes' worden - al zagen ze nu wel dat vrouwen die
zichzelf wèl zo noemden, helemaal niet 'mannelijk' hoefden te zijn. De heterovrouwen wilden
gewoon vrouw blijven, niet ineens naar een dubbel gediskrimineerde groep overstappen -
voor de zekerheid hielden de meesten, als ze verliefd werden op een vrouw, hun man
tegelijkertijd nog aan! Wat een ergernis bij de ho-vrouwen!
In de Verenigde Staten is die ergernis soms hoog opgelopen: Kate Millet die een suksesboek
over 'Sexual Politics' had geschreven is door zalen vol vrouwen uitgejouwd omdat ze er niet
openlijk voor uitkwam dat ze 'lesbies was' en gewoon getrouwd bleef. Ook in Nederland is
wel eens een veldslag geleverd over dit onderwerp, maar in het algemeen lukte de
samenwerking hier aanvankelijk veel beter dan in de meeste andere landen.
De nieuwe organisatie vormen en het zusterschap
In Nederland was het eerste gemeenschappelijke projekt het praatgroepenkongres in
Loosduinen, in het najaar van 1972. Voor het eerst werd er een vrouwenkongres gehouden
zonder officieel programma, zonder voorzitters, zonder moties van orde. Besproken werden
de onderwerpen die de praatgroepen het meest ter harte gingen: uiterlijk, huwelijk,
seksualiteit, moederschap, afhankelijkheid, driehoeksverhoudingen: de politieke punten van
het persoonlijke leven; zomaar, in kleine groepjes meest wildvreemde vrouwen uit het hele
land. Met een feest na, waar vrouwen met vrouwen dansten.
Buiten stonden de joernalisten - diep verontwaardigd dat mannen niet binnengelaten werden,
net zoals de mannen van de praatgroepvrouwen meestal. Die mannelijke agressie droeg
trouwens veel bij tot het sukses van de beginnende praatgroepbeweging – iedere vrouw die
er bij kwam was trots dat zij haar angst overwonnen had en dat zij iets totaal nieuws gedaan
had, een werkelijke stap.
Zoals al eerder gezegd bleef de moeilijkheid echter wat de volgende stappen zouden zijn.
Praten, dansen en vrijen kunnen heel snel een doel op zichzelf worden, en werken dan niet
meer revolutionair. Maar om gewoon aktie te gaan voeren voor werk, lonen, kresjes en
abortus, was daarbij vergeleken wel erg saai. Een eigen klimaat maken, een eigen huis,
waar al die nieuwe ontdekkingen verder uitgewerkt zouden worden, en waar vrouwen sterker
en onafhankelijker zouden kunnen worden, werd het belangrijkste gevonden. Daarna, later,
zou het aktievoeren vanzelf komen. Zo werd in juni 1973 het Amsterdamse vrouwenhuis
gekraakt, als eerste van een hele reeks vrouwenhuizen en vrouwencafés door het hele land.
De huizen waren er (al waren ze of veel te groot en bouwvallig, of veel te klein en ook
bouwvallig), nu het zusterschap nog. Want dat was de leuze van de Women's Liberation
Movement: Sisterhood is powerful, zusterschap is machtig. De mannen waren in hun
broederschappen de wereld gaan beheersen, de vrouwen moesten vanuit zusterschap
terugvechten. In Nederland sloeg die leus niet zo aan; wij spraken liever van 'solidariteit'.
Waren de herinneringen aan onze zusjes zo onplezierig? Inderdaad is het zo dat je, wanneer
je aan zusters denkt, bijna alle problemen van de nieuwe vrouwenbeweging al kunt
voorspellen.
Shulamith Firestone was bang geweest voor man-vrouw-patronen in de vrouwenbeweging,
wanneer vrouwen met elkaar zouden gaan vrijen. Die patronen waren echter maar een
kleinigheid vergeleken bij de zusterlijke patronen. Vrouwen aksepteren namelijk van andere
http://www.purepage.com Previous page Top Next page