Navigation bar
  Print document Start Previous page
 233 of 270 
Next page End 228 229 230 231 232 233 234 235 236 237 238  

A.C. van Baalen & M.C.F.Ekelschot, Geschiedenis van de Vrouwentoekomst. Amsterdam 1980, De Bonte Was
Hoofdstuk 11 De zestiger jaren en de tweede feministiese golf
233
dacht bovendien dat haar teleurstellingen haar eigen schuld waren, dat ze tekort geschoten
was. Als haar man of vriend haar bedroog, dacht ze dat dat kwam omdat ze niet
aantrekkelijk was; als haar kinderen vervelend waren dat dat kwam omdat ze geen goede
moeder was.
In de consciousness-raising groepen kwamen al die vrouwen nu ineens tot de ontdekking dat
alle andere vrouwen ook zulke dingen dachten; dat alle vrouwen zichzelf lelijk vonden; dat
geen enkele vrouw echt met haar man kon praten; dat maar weinig vrouwen seksueel plezier
hadden met mannen; en dat ook de beste moeders regelmatig de neiging hadden hun
kinderen uit het raam te gooien.
Wat alleen de moedigste vrouwen uit de vorige eeuw een enkele keer hadden durven
zeggen, werd nu door grote groepen vrouwen over de daken geschreeuwd: vrouwen worden
onderdrukt door mannen, niet alleen in de maatschappij, maar juist, vooral, in de persoonlijke
liefdesrelatie. De opluchting hier eindelijk over te kunnen praten en denken - je eigen
gedachten worden immers nooit helder als je alsmaar in je eentje zit te twijfelen - gaf een
geweldig gevoel van 'solidariteit', van onderlinge verbondenheid.
De oorspronkelijke consciousness-raising groepen in de V.S. waren echter niet zo maar
groepjes om te klagen en over mannen te kankeren. Het waren politieke groepen en ze
hadden een politiek doel: de mannenmacht te bestrijden. Uitgangspunt was het idee dat
ongelijkheid en konkurrentie tussen vrouwen in beginsel maatschappelijke oorzaken hadden:
vrouwen hebben op zichzelf, los van een man, geen enkele maatschappelijke macht.
De afwezigheid van mannen maakt gelijkheid tussen vrouwen dus in beginsel mogelijk. Maar
omdat vrouwen de rest van de tijd wèl in de mannenwereld leven, brengen ze de normen
daarvan ook in de groep binnen. Voor onderlinge gelijkheid moet dus voortdurend gevochten
worden, want anders praten de goed opgeleide vrouwen degenen die zichzelf stom vinden in
de hoek; gaan de 'goede moeders' degenen die met hun kinderen tobben uitleggen hoe ze
het beter kunnen aanpakken; laten de mooie vrouwen de trutten subtiel blijken hoeveel
sukses ze bij mannen hebben. Als niet iedereen goed oplet, zullen de patronen van de
mannenwereld weer gewoon bovenkomen.
Om niet in al die valkuilen terecht te komen, ontwikkelden de eerste praatgroepen een hele
rij spelregels. Om te voorkomen dat steeds dezelfde vrouwen aan het woord waren, kreeg
iedere vrouw tien bonen of lucifers; als ze iets wilde zeggen moest ze er één inleveren. Het
was niet de bedoeling dat je met je vriendin of je buurvrouw in zo'n groep zou gaan zitten;
dan zou je misschien niet helemaal eerlijk durven zijn. En het was ook niet de bedoeling om
in de tussentijd bij de andere praatgroepleden op bezoek te gaan; dan zouden er kleine
groepjes ontstaan, die samen over bepaalde dingen praatten, terwijl het er juist om ging dat
iedereen dezelfde informatie moest hebben. De avond moest niet te lang duren, zodat
iedereen gekonsentreerd kon blijven, en iedereen moest tegelijk naar huis gaan.
Er waren ook spelregels die er over gingen waarover je moest praten. Je mocht niet
proberen je stand op te houden door alleen over akelige ervaringen van andere vrouwen te
vertellen: je moest eerlijk zeggen waarover je zelf ongelukkig was. Het was niet de bedoeling
dat wie iets vertelde overstelpt werd met goedbedoelde adviezen en oplossingen - het ging
erom te luisteren en te begrijpen hoé vrouwen onderdrukt worden, om net zolang door te
vragen tot je het gedrag van die ander niet meer raar vond, maar begrepen had waarom ze
zo reageerde.
Alleen op die manier zou duidelijk worden, dat voor alle problemen eigenlijk helemaal geen
voor de hand liggende oplossingen bestonden, dat vrouwen niet meer te kiezen hebben dan
tussen de regen en de drup, tussen lood en oud ijzer. Dan zouden ze voor het eerst van hun
leven ècht kwaad worden, hun agressie zou naar buiten slaan, hun schuldgevoelens
verdwijnen, en ze zouden akties willen gaan voeren.
Een dergelijke groep kon de veiligheid verschaffen om voor het eerst te begrijpen hoe alle
vrouwen vervormd zijn door een leven van gehoorzamen aan voor vrouwen geldende
normen; hoe iedereen had geworsteld om zich in één van de toegestane vormen van vrouw-
zijn te wringen en daarmee systematies zichzelf had ontkend, tot ze geleidelijk het tegendeel
http://www.purepage.com Previous page Top Next page