A.C. van Baalen & M.C.F.Ekelschot, Geschiedenis van de Vrouwentoekomst. Amsterdam 1980, De Bonte Was
Hoofdstuk 12 De laatste trends in manschappij en vrouwenbeweging
255
willen wij eigenlijk wel, dat alle informatie over ons doorgegeven wordt aan alle deskundigen
met wie wij te maken hebben?
In het eerste geval wordt de manier waarop gekoördineerd wordt bepaald door alle
eigenschappen van de moderne mannelijk-burokraties-kapitalistiese instelling. Dus: door de
strijd om geld en macht, verhuld door een schijn van vrijheid, gelijkheid en openheid voor alle
deelnemers en door de nobele bedoeling van de instelling 'de mens centraal te stellen'.
Het eerste gevolg van deze tegenstelling is het vergaderen. Het belangrijkste gevolg van
vergaderen is dat er geen tijd meer overblijft voor het eigenlijke werk. Vroeger hielpen de
afdelingshoofden van verzorgende instellingen mee bij het werk, tegenwoordig vergaderen
ze; zeker de mannen.
Een ander gevolg is de rapportage. Omdat vergaderingen grotendeels besteed worden aan
onderlinge strijd, is er geen gelegenheid tot overdracht van informatie. Daarom moet alles
wat van belang is worden opgeschreven. Gevolg: nog sterkere overbelasting van de werk-st-
ers, en opleiding en selektie met het oog op de vaardigheid in het schrijven van rapporten in
plaats van in het verzorgen van mensen.
De instelling wordt op deze manier steeds meer een organisatie die dient om de onderlinge
strijd tussen mannen vorm te geven, en steeds minder een organisatie om iets te doen -
mensen te verzorgen, bijvoorbeeld. Iedereen heeft het waanzinnig druk, maar er gebeurt
steeds minder.
Om de schijn op te houden dat er toch gewerkt wordt, moet er nog meer gerapporteerd en
vergaderd worden; steeds nieuwe beleidsfunktionarissen, begeleiders en koördinatoren
moeten worden aangesteld (mannen). Uitbreiding van deze funktionarissen gaat door,
ondanks de bezuinigingen. Gevolg: nog minder geld voor personeel aan het bed, nog meer
bejaarden die pas om twee uur uit bed gehaald worden en er om drie uur weer ingestopt
worden, nog meer ziekenverzorgsters en bejaardenhelpsters die vrijwillig moeten
overwerken om de ergste gaten te dichten, en die uiteindelijk het huwelijk als een
ontsnappingsmogelijkheid gaan zien.
Het onbetaalde verzorgen: de vrijwilligster
We hebben de vermannelijking van de gezondheidszorg zo uitvoerig behandeld omdat je
daaraan zo goed kan zien wat er gebeurt nu mannen vrouwen uit het arbeidsproces
verwijderen. Het geldt natuurlijk ook voor andere dienstverlenende beroepen. 'Als er ergens
nog te ademen viel, was dat aan vrouwen te danken' zeiden we in het Feministies Manifest
1977. Nu worden vrouwen op grote schaal uit het arbeidsproces verwijderd terwijl ze nog
steeds onmisbaar zijn. In de gezondheidszorg is dat het duidelijkst. Daarom is daar alweer
een nieuwe manier gevonden om vrouwen het verzorgende werk te laten doen zónder ze in
het arbeidsproces op te nemen: naast de gezinsarbeid voor vrouwen staat nu het
vrijwilligsterswerk.
Zowel in als buiten de instellingen zijn steeds meer vrouwen aan het werk om, onbetaald, het
werk te doen waar die instellingen voor betaald worden. De instelling - de mannen daarin
dus - krijgen steeds meer tot taak het vrijwilligerswerk te begeleiden en te koördineren. Want
het is natuurlijk niet de bedoeling dat die vrouwen dat allemaal maar op hun eigen manier
doen, net zo min als het de bedoeling is dat vrouwen volgens hun eigen ideeën hun kinderen
opvoeden. Dan zou het maar een rommeltje worden. Ze moeten leren de burokraties-
kapitalistiese grondbeginselen te begrijpen, anders kunnen ze geen effektieve
verlengstukken van de mannenmacht zijn.
Zo sluiten het onbehagen bij de huisvrouw, de vrouwenwerkloosheid, en de 'scholing' van
huisvrouwen prachtig op elkaar aan. Nu het huishouden zover vereenvoudigd is dat
getrouwde vrouwen, als de kinderen wat groter zijn, tijd gaan overhouden, kunnen zij immers
hun surplus aan arbeidskracht weer onbetaald naar de mannen overhevelen. Dit systeem is
volmaakter dan ieder vorig systeem, omdat het garandeert dat de echtgenoot - iedere man
individueel - toch volledig verzorgd wordt. Vrijwilligsterswerk is immers geen 'echt werk':