A.C. van Baalen & M.C.F.Ekelschot, Geschiedenis van de Vrouwentoekomst. Amsterdam 1980, De Bonte Was
Hoofdstuk 12 De laatste trends in manschappij en vrouwenbeweging
250
het huis uit te gaan om nog eens wat over de wereld te ontdekken en kennis te maken met
andere vrouwen.
We hadden al gezien wat het belangrijkste gevolg is van de terapeutiese aanpak: een steeds
verder gaande individualisering. Vrouwen moeten met alle geweld leren om voor zichzelf op
te komen, of ze nu financieel onafhankelijk zijn of niet - en dat voordat ze hebben geleerd om
voor andere vrouwen op te komen en met andere vrouwen samen te werken.
Vrouwen uit de arbeidersklasse zijn altijd op elkaar aangewezen geweest. Als buurvrouwen
en familieleden elkaar niet hielpen, deed niemand het. Ze hebben de vrouwelijke waarden
van zorgen en anderen helpen nog heel wat beter ingestampt gekregen dan hun
middenklassezusters, die zich altijd achter het schoolwerk verscholen als moeder vroeg om
even te helpen afwassen. Ze zorgen, nog steeds, vanzelfsprekend ook voor de vrouwen in
hun groep. Maar onzeker worden ze er wel van.
Nog meer 'vrouwenwerk': Moedermavo's en Open School
Ook uit een andere hoek werd er gereageerd op de behoefte van vrouwen aan opheffing van
hun isolement: het onderwijs.
Het voordeel voor mannen om vrouwen, in plaats van betaald werk, vormingswerk en
onderwijs aan te bieden is duidelijk: het is heel goed te kombineren met de gezinstaak, en
het voorkomt dat vrouwen ekonomies onafhankelijk worden. Voor getrouwde vrouwen zijn de
voordelen ook duidelijk: ze hoeven niet zo'n zware dubbele taak te verrichten, en krijgen toch
wat afleiding, gezelligheid en nieuwe informatie.
De moedermavo's lijken daarnaast nog ekstra gunstig, omdat je daar een diploma kunt
veroveren dat toegang geeft tot de arbeidsmarkt. Daarom stromen vrouwen daar in grote
aantallen naar toe, en een enkeling slaagt er zelfs in om via de moedermavo hogere
opleidingen te bereiken.
Heel vaak - het hangt natuurlijk een beetje van de school af - vallen de moedermavovrouwen
echter tussen alle stoelen in. Omdat er een diploma gehaald moet worden geven de meeste
scholen traditioneel, moeilijk en vervelend onderwijs, dus gezellig is het er niet.
Velen haken af, nu voorgoed bevestigd in hun overtuiging dat ze overal te dom voor zijn,
omdat ze niet konden onthouden dat een rivier 'een bovengrondse afvoer voor
oppervlaktewater' is. En wie met veel moeite wel het diploma heeft gehaald merkt dat de
werkgevers het helemaal niet met de schoolleiding eens zijn - het mavodiploma heeft bij een
sollicitatie geen enkele waarde.
Hoe moeilijk het is om iets aan onderwijsprogramma's te veranderen blijkt uit de ervaringen
van de vrouwen in de Open School, die een wat informeler vorm van 'tweede kans onderwijs'
zou gaan bieden. Het was vrijwel onmogelijk om de autoriteiten ervan te overtuigen dat de
vrouwen zèlf iets te zeggen willen hebben over wat zij willen leren en wat niet; en de
overheid dreigt voortdurend de opleiding op te heffen.
De overkoepeling van het 'vrouwenwerk': de emancipatie-kommissie
Nu had de overheid die moedermavo's, open scholen, vrouwenkursussen in buurthuizen en
vormingscentra natuurlijk ook helemaal niet georganiseerd en betaald om vrouwen zelf te
laten bepalen wat ze gingen doen. Integendeel. De overheid was zich aktief, via het jaar voor
de vrouw in 1975, door middel van subsidies, en het oprichten van de Emancipatie
Kommissie, gaan bemoeien met het 'onbehagen bij de vrouw', om te voorkomen dat het om
zou slaan in vergaande opstandigheid en misschien zelfs wel veranderingen. Door
kommissies in te stellen en vooral het 'vrouwenwerk' te bevorderen, suggereerde de
overheid dat hij de moeizame taak van de vrouwenbeweging stimuleerde, en begeleidde.
'Beleid bevrijdt' was de slogan waarmee de overheid voor de vrouwen ging zorgen. Er
verschenen nota's waarin het bestaan van een radikale voorhoede toegejuicht werd; de
overheid nam als taak op zich om de eisen van de voorhoede naar de massa te 'vertalen'.