A.C. van Baalen & M.C.F.Ekelschot, Geschiedenis van de Vrouwentoekomst. Amsterdam 1980, De Bonte Was
Hoofdstuk 12 De laatste trends in manschappij en vrouwenbeweging
253
eigenlijk ook niet. Gezag van mannen vinden ze normaal, dat valt ze niet op; gezag van een
vrouw ervaren ze als een persoonlijke belediging. En de enkeling, die in haar hart liever
'onder elkaar' zou blijven, geen mannen wil binnenlaten, en zeker geen mannelijke bazen,
die durft het niet te zeggen uit angst om voor 'feministe', 'mannenhaatster' of, nog erger,
'lesbies' te worden uitgemaakt.
De manier waarop de sfeer en de werkwijze veranderen is ingewikkelder. De sfeer verandert
eigenlijk al vanzelf doordat allerlei werk in de verzorgende beroepen, dat onzichtbaar en
vanzelfsprekend is als vrouwen het doen, opeens zichtbaar en helemaal niet meer
vanzelfsprekend wordt als mannen het doen: een praatje maken met een zieke, nog een
kopje koffie aanbieden, een wandeling maken in de tuin van het bejaardenhuis. Een aardige
zuster is vanzelfsprekend, een aardige broeder is een wonder van menselijkheid; net zoals
een verzorgende moeder iets gewoons is, maar een vader die iets voor de kinderen doet
door alle vrouwen uit de omgeving wordt toegejuicht.
Ondertussen doen die mannen ook van alles om zichzelf nog zichtbaarder te maken. Voor
een deel door in de leidinggevende posities te gaan zitten, en voor een deel door ontzettend
veel mannelijk vertoon. Er is geen sprake van dat ze een poging doen om als een
onzichtbare schim de ziekenkamer in te komen; ze praten hard, nemen veel ruimte in en
proberen, daarbij geholpen door het soort kleding dat ze dragen, zoveel mogelijk op een arts
te lijken. Al hun gewichtigheid heeft voor de patiënten en kliënten tot gevolg dat ze ook
inderdaad echt gaan opzien tegen de broeder. Daarmee verdwijnt dan het laatste restje
menselijkheid uit de gezondheidszorg: die broeders stralen immers zo helemaal niet uit dat
je je hart eens zou kunnen uitstorten, dat je zou kunnen vertellen dat je vreselijk tegen dit of
dat opziet. Ze zijn van top tot teen onderdeel van het apparaat.
Van verzorging naar technokratie
Door het massaal binnendringen van mannen in de verzorgende beroepen wordt verzorging
vervangen door technokratie: overheersing door technieken. Dat proces is al heel lang op
gang: eerst heeft de mannelijke mediese wetenschap de kruidenvrouwen en de
vroedvrouwen verdrongen - zonder dat ze voorlopig maar een fraktie van de kennis hadden
die die vrouwen bezaten. De mannelijke mediese wetenschap was aan de ene kant
begonnen met nergens op berustende teorieën over het menselijk lichaam, en aan de
andere kant bij het afzagen van ledematen, het doen van aderlatingen en het geven van
braak- en laxeermiddelen. Geleidelijk werden de teorieën beter en de vrouwelijke
geneesmiddelen herontdekt, maar de sfeer was niet meer te redden. Ook Florence
Nightingale kon niet meer doen dan haar verpleegsters opdragen de artsen vooral stipt te
gehoorzamen en intussen zo goed mogelijk te zorgen dat de patiënten zich prettig voelen en
niet bang zijn - een dubbele taak dus. We kunnen dan ook alleen zeggen dat de laatste
resten van de verzorging verdwijnen nu mannen ook de lagere funkties overnemen. Alleen
door onbetaalde vrouwen wordt er nog verzorgd.
De vertechnokratisering gebeurt op twee fronten, en op beide fronten is het duidelijk dat
mannen niet zo maar wezens met een ander lichaam zijn, maar dat ze iets
vertegenwoordigen: het burokratieskapitalistiese mannennetwerk.
Het eerste soort vertechnokratisering gaat met machines: dat is de invloed van het kapitaal.
Mediese technologie is een buitengewoon aantrekkelijk gebied voor het bedrijfsleven
(Barbara Ehrenreich heeft laten zien dat toen in de V.S. het ruimtevaartprogramma van de
NASA beperkt werd, allerlei bedrijven die instrumenten en apparaten voor ruimtevaartuigen
maakten zijn omgeschakeld naar mediese apparaten). Mannen vinden het bedienen van
apparaten aantrekkelijker dan het verzorgen van mensen; direkties vinden mannen
geschikter om apparaten te bedienen dan vrouwen.
Het invoeren van apparaten heeft zowel gevolgen voor de vrouwen die in de
gezondheidszorg werken als voor de patiënten. Niet alleen worden de techniese funkties die
mannen vervullen hoger gewaardeerd en beter betaald, maar de machines zijn duur. Daar