Anneke van Baalen en Marijke Ekelschot, TEGENNATUURLIJK, Amsterdam 1985, De Bonte Was
24
uitspraken niet meer van die van de meest reaktionaire racistiese eugenetici te
onderscheiden waren.
Duitsland
Davenport schreef naar Grant in 1925:
'Onze voorouders verdreven de Baptisten van Massachusetts Bay naar Rhode Island, maar
we hebben geen plaats waarheen we de Joden kunnen verdrijven. Het is ook zo dat ze de
heksen hebben verbrand maar het schijnt tegen de zeden te zijn om een aanzienlijk deel van
onze bevolking te verbranden. Ondertussen hebben we de immigratie van deze mensen een
beetje weten te verminderen.'
33
Ook in Duitsland had het wetenschappelijk racisme zich snel ontwikkeld. In 1868 was van de
zoöloog Ernst Haeckel de 'Natürliche Schöpfungsgeschichte' verschenen, een navolging van
Darwins 'Origin', maar dan aangescherpt, op dezelfde manier als Galton een jaar later in
Engeland zou doen. Ook Haeckel was voorstander van harde overheidsmaatregelen. Hij zat
in de jury van de familie Krupp, die zoals gezegd een essay bekroonde, waarin een
racistiese staatspolitiek werd gepropageerd. Haeckel vond dat 'de biologie' tot basis van alle
menswetenschappen bevorderd moest worden; in 1905 vond hij in de kommissie van
aanbeveling van de inmiddels opgerichte 'Internationale Vereniging voor Rassenhygiëne'
onder andere Galton aan zijn zijde. In de jaren tachtig had in Duitsland al een grootscheeps
onderzoek plaatsgevonden naar de aanwezigheid van zogenaamde echte Ariërs.
34
Alle
onderwijzers van niet alleen Duitsland, maar ook van Oostenrijk, Zwitserland en België
hadden enquêteformulieren gekregen waarop zij onder andere oogkleur, haarkleur en
schedelvorm van de aanwezige kinderen moesten aangeven. Joodse kinderen en kinderen
van vreemdelingen moesten van het onderzoek buitengesloten worden. 15.000.000
schoolkinderen leerden zo al op vroege leeftijd, dat zij bij een speciaal soort mensen
behoren, waarvan Joden en 'vreemdelingen' per definitie waren buitengesloten.
Evenals in de Verenigde Staten en andere West-Europese landen was de gemiddelde
progressief er van overtuigd dat eugenetiese of 'rassenhygiëniese' maatregelen de armoede
zouden verminderen en de kracht van 'het' volk zouden verhogen.
De obsessie met de volkskracht en vooral met de onderdelen waaruit die opgebouwd zou
moeten zijn, nam in 1912 al de vorm aan van wetsvoorstellen waarin huwelijken tussen
'Ariërs' en Joden verboden werden. Tussen 1914 en 1918 werd de vijand vooral in het
buitenland gezocht. Het verlies van de oorlog en de vernedering van het verdrag van
Versailles verhardden het Duitse nationalisme.
De verhalen over erfelijkheid, degeneratie, fokken, rassen, rasvermenging doordrongen het
burgerlijke denken. Het geloof in een relatie tussen 'de natuur' en menselijke samenlevingen
in evolutionair, selekterende zin was wijdverbreid. Wagners Germaanse myte en fanatiek
anti-semitisme werden nauwelijks gekritiseerd. Haaks daarop formuleerde de arbeidersbe-
weging zijn min of meer marxistiese interpretatie van de kapitalistiese stand van zaken. Maar
ook die beweging geloofde deels in volkskracht, moederschap en gespierde blonde mannen
als dragers van de vooruitgang. En ook in de vrouwenbeweging distantieerden weinigen zich
van verbindingen tussen moederschap, racisme en nationalisme.
35
De op 'de biologie' gebaseerde maatschappij die Hitler voorstond, met 'raszuiverheid' als
basis voor vooruitgang, was dan ook geen nieuw of vreemd idee. De splitsing van mensen in
'fit' en 'unfit', gewenst en ongewenst, ook niet. Ook het ontwerp van een absoluut
hiërarchiese samenleving met De Leider als enige machtsbron was, zoals Mussolini in Italië
liet zien, niet nieuw. Het samenvoegen van al deze ingrediënten in een zogenaamd
33
The Legacy p 301
34
De Arische mythe p 270 vlgg
35
Zie noot 32. Voor Nederland is veel van dit pseudofeministies, racisties gedachtegoed te
vinden in De Vrouw, de vrouwenbeweging en het vrouwenvraagstuk, onder red. van C.M. Werker-
Beaujon, C. Wichman en W.H.M. Werker. 2 dln Elsevier 1914-1916