Navigation bar
  Print document Start Previous page
 28 of 97 
Next page End 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33  

Anneke van Baalen en Marijke Ekelschot, TEGENNATUURLIJK,  Amsterdam 1985, De Bonte Was 
28
Sociobiologie
In 1975 veegde de amerikaanse insektoloog E.O. Wilson in een boek dat als titel
'Sociobiology'
46
kreeg, alles wat etologen en IQ-aanhangers bij elkaar gesprokkeld hadden
op één grote hoop en hij vergat niet om zijn eigen 'The Insect Societies' uit 1971 er bij te
vegen. Biologen weten nu zoveel, was zijn motto, dat het tijd wordt om alle sociale
wetenschappen maar eens van hun biologiese grondslagen te gaan voorzien. Die
biologisering, die Ernst Haeckel in het begin van de eeuw ook zo graag wilde, noemde hij
'the new synthesis' en het konsentratiepunt van al die aangeboren driften, instinkten,
intelligentie en wat voor dierlijke en menselijke, door etologen en sociale wetenschappers bij
elkaar gehaalde gedragingen dan ook (homoseksualiteit bijvoorbeeld) werd het DNA of de
genen. In de genen of het DNA lag volgens hem - en volgens alle andere sociobiologen,
want binnen de kortst mogelijke keren waren er tientallen - de kern van de natuurlijke
selektie. Daar speelde de strijd om het bestaan zich af, of beter gezegd – het DNA was
eigenlijk de strijd om het bestaan.
Het 'groepsdenken' van de etologen werd door de sociobiologen als volgt gegenetiseerd en
geïndividualiseerd: ieder individu is er op uit om een zo groot mogelijke 'genetiese fitheid' te
bereiken - dat wil zeggen zich zo vaak en zo goed mogelijk voort te planten.
Die opvatting was op zich zo oud als de voortplantingsobsessie die met Darwin's Origin was
ingezet. Het beetje nieuwe ging over de onderlinge verhoudingen tussen mensen, die
immers ook door het DNA gereguleerd moesten worden. Volgens de sociobiologen
bemoeide het egoïstiese individu in de vervulling van zijn genetiese fitheid zich in principe
alleen met zichzelf en in tweede instantie alleen met die mensen bij wie zijn geneties
eigenbelang verzekerd was, dat wil zeggen met zogenaamde 'geneties verwanten'. Nu is de
hele mensheid 'geneties verwant', dus dat zou op zich nog een aardige uitkomst kunnen
hebben. De volgende stap wordt dan ook gezet in navolging van de pseudo-specifiteitsteorie
van Lorenz: de verschillen in verwantschap kunnen precies aangetroffen worden waar
mensen andere mensen onvriendschappelijk behandelen, want dat zouden ze – uit
eigenbelang - nooit doen tegen 'echte' verwanten. Ruzies tussen zusjes vallen natuurlijk
buiten het kader van de sociobiologen: zij hebben de oude territoriumdrift wat aangepast en
zeggen een nieuwe verklaring voor racisme gevonden te hebben. Die 'verklaring' is hen in
dank afgenomen:
'Voor ons, raciale nationalisten, is dit een belangrijk argument ter verdediging van ons
uitgangspunt. Want het wordt steeds duidelijker dat het niet zo maar "pech" is, dat onze
genen ons niet toestaan te leven in een egalitaire, kommunistiese, utopiese wereldstaat met
universeel altruïsme à la Marx en Rousseau. Dat onze genen niet toestaan dat we zo leven
is een onvermijdelijk gevolg van de manier waarop de evolutie werkt. Wat de evolutionaire
teoretici ons hebben getoond is dat het enige type sociale organisatie dat zich door middel
van het systeem van genetiese overerving (...) kan ontwikkelen - en dus werkt - is gebaseerd
op verwantschap, op de banden des bloeds en van het ras. Nationalisme is niet alleen een
integraal onderdeel van onze genetiese erfenis, het is een onvermijdelijk eindprodukt van de
evolutionaire processen die deze erfenis schiepen.'
Zo schreef Bannerman in het blad 'New Nation', het tijdschrift van het engelse National
Front.
47
Dit soort uitspraken valt onder wat sociobiologen en hun verdedigers 'misbruik' van
de sociobiologie noemen. De repliek op de beschuldiging aan het adres van sociobiologen
dat hun teorie racisties is, luidt telkens weer dat ze in hun vaststelling dat racisme
aangeboren is toch geen goedkeuring geven aan racisme. Natuurlijk zijn ze er tegen, zeggen
ze, en alles moet in het werk gesteld worden om racisme 'uit te roeien' (in de woorden van
Dawkins, de schrijver van 'The selfish gene', een zeer populair sociobiologies werk). Alle
menselijk gedrag is in laatste instantie aangeboren, zeggen ze aan de ene kant, maar je
                                                
46
E.O. Wilson, Sociobiology , the new synthesis. Harvard University Press 1975
47
geciteerd op p 69 van F. de Waal (red), Sociobiologie ter discussie, evolutionaire wortels van
menselijk gedrag? Utrecht/Antwerpen 1981
http://www.purepage.com Previous page Top Next page