Navigation bar
  Print document Start Previous page
 33 of 121 
Next page End 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38  

De Bonte Was, VROUWEN OVER HULP BIJ ZIEKTE EN PROBLEMEN, Amsterdam 1978
33
moeten foto's gemaakt worden, zegt hij en de neuroloog moet ook naar me kijken. Hij
helpt me uitkleden. Er worden foto's gemaakt en ik ga weer terug naar m'n kamertje. De
dokter komt weer. Heb ik familie die gewaarschuwd kan worden, vraagt hij. Die heb ik
niet, maar ik wil wel m'n vriendin waarschuwen. Dat kan niet. Weer wachten. Ik begin
me te herinneren wat er gebeurd is. Ik krijg het koud en roep de zuster. Mag ik wat
aantrekken? Dat mag niet: 'Dat is zo lastig voor de dokter' zegt ze. Ik kan wel een laken
er bij krijgen en er komt zowaar ook nog een dokter. Er moeten meer foto's gemaakt
worden, hij denkt dat ik een scheurtje in m'n bekken heb, ik schrik me rot. Weer foto's,
weer terug naar m'n kamertje. Ik begin me te vervelen en ga zitten. De dokter komt
binnen, hij is woedend. Ik mag beslist niet zitten tot de neuroloog geweest is. Er belt
iemand op die me heeft zien vallen, ze wil langskomen. Ze komt, ze brengt wat kleren
mee, die ik niet mag aan-trekken. Ze zal m'n vriendin ook waarschuwen, belooft ze. De
neuroloog komt binnen. 't Werd tijd, ik lig hier nu zo'n 4 1/2 uur. Hij .onderzoekt me, kan
niks vinden, maar ik heb een hersenschudding, dat staat vast, ik mag geen radio, geen tv,
en niet lezen. Het klinkt afschuwelijk.
M'n vriendin Martien komt, ze is erg geschrokken. Ze had opgebeld en ze zeiden dat het
ernstig was. De dokter komt binnen, en vraagt of Martien me mee kan nemen naar huis,
ik moet alleen maar om het uur gekontroleerd worden of ik nog normaal reageer en dat
24 uur lang. Martien weigert, durft het risico niet aan. 'Wat een onzin,' roep hij, 'weet ze
eigenlijk wel wat een opname kost? ' Ik merk op dat ik daar premie voor betaal. 'Wat jij
aan premie betaalt is allang op aan die foto's' zegt hij. Martien suggereert dat hij dan
misschien te veel verdient. Hij gaat weg. De zuster komt vragen of ik er bezwaar tegen
heb om buiten Amsterdam te liggen, ze weet niet of er in Amsterdam nog bedden zijn.
Dan komt de dokter weer. Ik kan alleen naar Laren of naar Haarlem. Weet Martien zeker
dat ze me niet mee naar huis wil nemen? Dat weet ze zeker. Dan wordt het Laren, zegt
hij. 
Weer in een ambulance, Martien gaat mee.
In Julianaoord te Laren worden we ontvangen door een aardige hoofdzuster. We krijgen
koffie en ik word in een bed gelegd. De hoofdzuster geeft Martien groot gelijk, dat ze me
niet mee naar huis genomen heeft. Zij zelf zou dat risico ook niet aandurven. Martien is
opgelucht. De dokter zal me vanavond nog bekijken, belooft de zuster. Ze zegt dat ze me
op een kleine kamer zal leggen in verband met m'n leeftijd (22 jaar). M'n kamergenoten
zijn 73 en 85 jaar. Julianaoord is een revalidatiekliniek; de gemiddelde leeftijd is 65 jaar.
Ik ben dus ruim de jongste.
De dokter komt inderdaad. Hij komt niet verder dan het voeteneind en vraagt of ik
verzekerd ben, dat is alles. Ik moet om het half uur gekontroleeerd worden, met een
lampje in m'n ogen schijnen en m'n pols opnemen. De broeder die nachtdienst heeft
schijnt elk half uur met die rotlamp in m'n ogen en lult er vrolijk op los. M'n
kamergenoten snurken, een rotnacht dus.
Zondag komt de dokter weer, dit maal niet verder dan de deurpost. Hij merkt op dat ik
geen blauwe plekken onder m'n ogen heb en zegt dat ik nog een week moet blijven.
Balen, ik dacht dat ik alleen het weekend moest blijven. Ik roep de hoofdzuster en vraag
of ik niet naar Martien mag en daar liggen. 'Zeker weer met de ambulance,' zegt ze. 'Weet
je wel wat dat kost? ' Volgens mij vast niet zoveel als een week ziekenhuis, maar ja.
Woensdag komt er een andere dokter, hij onderzoekt me en zegt: 'Als ik het goed begrijp
is er geen enkele klacht.' Ik zeg dat hij dat goed begrepen heeft en vraag wanneer ik naar
huis mag. 'Dat is een andere kwestie,' zegt hij en vertrekt. De hoofdzuster komt me
http://www.purepage.com Previous page Top Next page