van Baalen, Ekelschot, Harmsen en van Leeuwen, ZUSTERSCHAP EN DAARNA, geschiedenis van het radikaal
feminisme adhv tien jaar Amsterdamse Vrouwenkrant, Amsterdam 1982, de Bonte Was
hoofdstuk 3, ONZEKERHEDEN EN IDENTITEITEN
46
zoals de rechterlijke macht, vertellen hun verhaal. Ook een kok, want dat is een
heel onvrouwelijk beroep als het betaald moet worden. Allemaal kost het ze
moeite zich in hun beroep staande te houden, allemaal hebben ze last van man-
nen die hen niet serieus nemen. De MTS-ster is gaan studeren omdat ze toch
weinig kans had als bedrijfsleidster in een drukkerij, en over haar schooltijd ver-
telt ze: 'Bij de praktijklessen kregen ze helemaal pijn in de buik van ons. Een
meisje aan de pers, dat kon niet. De drukkersleraar kwam de eerste les meteen
naar ons toe en zei: 'Jullie kunnen een acht voor drukken-praktijk op je rapport
krijgen, als jullie met je vingers van de pers afblijven.' Het blijkt uit alle verhalen
dat je als vrouw twee maal zo goed moet zijn als een man. Maar de meesten vin-
den het werk zelf leuk. 'Wat mijn werk betreft, ik vind het fantasties', zegt een tim-
mervrouw. 'Mijn kollega's geven soms waardering over mijn werk en soms word
ik gekleineerd. In het bijzijn van anderen moet een kollega zich soms bewijzen
dat ik het niet goed doe, of door het zware werk te doen terwijl ik (zoals dat een
keer het geval was) meer uithoudingsvermogen had dan de mannelijke kolle-
ga's.'
In Uit Vrouwenhuis en Vrouwenbeweging wordt in deze krant, behalve over de
oprichting van de Solidariteitsgroep Vrouwelijke Gevangenen, ook over de Vrou-
wenkraakgroep Amsterdam geschreven: een oproep aan vrouwen die geen huis
hebben, of die bij hun man weg willen, om iets aan hun huisvesting te gaan doen.
'Lieve vrouwen ... meldt je massaal aan, zodat per gemeente of distrikt verschil-
lende aktiegroepen kunnen ontstaan ...'. Daarnaast was er het plan om een
zwartboek samen te gaan stellen en, vrouwen die hulp en ervaring van kraak-
sters nodig hebben, te helpen bij het kraken van huizen. Ook in deze krant de
aankondiging van het derde nationale Vrouwenfestival. Dit keer zou dat in het
Amsterdamse Bos plaatsvinden en iedereen moest zelf maar voor aktiviteiten of
voorstellingen zorgen. Niks mocht geld kosten, dus ook geen gekonsumeer van
kant-en-klare informatie. Zelf iets dóen dus. De Vrouwenkrant nam deze oproep
serieus en ging met een stencilmachine onder de arm er naar toe en maakte ter
plekke een speciale festivalkrant.
In nummer 47 verschijnt er een verslag van het geheel: hoe kun je in hemels-
naam de vrouwen die altijd al het werk verzetten nu ook nog eens hun hoofd la-
ten breken over wat voor origineels ze nu weer móeten verzinnen? Het beteken-
de dat een heleboel groepen niet kwamen, en dat anderen gewoon wèl boeken
verkochten en blaadjes. Deze krant ziet er behoorlijk stevig uit, maar dat kan ook
door het dikke (taai te lezen) kringlooppapier komen. Of misschien wel door de
automatiese verzending; een beslissing die de redaktie aardig wat hoofdbrekens
gekost heeft. Mag je dit soort werkjes wel uitbesteden? 'Maar', aldus
Henriette, 'die hele verzending was zo'n ontzettend werk, dat we in september
zonder slag of stoot en met een grote zucht van opluchting die bandjes en het
hele abonnementenbestand uitbesteed hebben.'
Het tema van nummer 47 is in ieder geval oud en vertrouwd - 'Uiterlijk' - al is de
benadering er duidelijk één van een nieuwe generatie. 'De terreur van de norm'
is de ondertitel en al snel blijkt dat er ook sprake is van een feministiese norm!
Niet alleen de roze tuinbroekjes en de 'coupe lesbienne' (haren stekel-kort ge-
knipt) zijn een doorn in sommige ogen, het verzet tegen de bestaande feministie-
se ideeën over uiterlijk is ook nogal groot. De nadruk ligt heel sterk op het doen
wat je zelf lekker vindt 'de hele ideologie van de nieuwe normen ten spijt'. Vooral
de oogverf wordt in diverse stukjes verdedigd ten opzichte van de feministen die
roepen dat het zelfhaat is als je vindt dat je een gezicht hebt 'van ongebakken
deeg als ik er geen ogen in schilder', dat je je moet tonen zoals je bent en 'niet
moet beantwoorden aan het verwerpelijke vrouwbeeld dat de kommercie en re-
clame propageren'. Wat echter allemaal moet in de 'buitenwereld' is allemaal