Navigation bar
  Print document Start Previous page
 107 of 270 
Next page End 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112  

A.C. van Baalen & M.C.F.Ekelschot, Geschiedenis van de Vrouwentoekomst. Amsterdam 1980, De Bonte Was
Hoofdstuk 5 De klassieke beschavingen
107
geld liet verdienen om dingen te kopen. Rijke mannen woonden in de stad en lieten hun
landerijen door slavenopzichters besturen en in hun huishouding lieten ze het werk doen
door slavinnen en slaven. Maar fabrieken waren er niet, waar de 'proletariërs' uitgebuit
konden worden. Er werden wel nieuwe dingen uitgevonden, zoals stromend water voor een
groot deel van de stad Rome, en centrale verwarming voor de huizen van de rijken, en
prettige badhuizen met koude, warme en lauwe baden, maar daar werd niemand rijk van.
Uiteindelijk stortte het rijk in, ondanks de slimme overheersingssystemen.
Wat bleef er over, om de toekomst te beïnvloeden? De traditionele maatschappelijke
organisaties waren grondig verwoest, de 'moderne' Romeinse organisatie had ook niet
gewerkt. Hele streken van het rijk waren verlaten; landbouwgronden uitgeput.
Toen de Germanen omstreeks 400 n.chr. uiteindelijk Rome veroverden troffen ze eigenlijk
alleen nog maar de resten van een beschaving aan. En niet, zoals de Achaeërs, toen ze
Griekenland binnenvielen, een matrilineaire landbouwende bevolking, waar ze zich alleen
maar hoefden in te dringen. De patriarchale Germanen stonden voor een unieke opdracht in
de geschiedenis; ze moesten zelf een sociale organisatie opbouwen, zonder dat ze daarbij
konden parasiteren op gemeenschappen van boerinnen.
Maar er was wel een groep mannen die hun behulpzaam daarbij kon zijn omdat die allerlei
resten van de Romeinse overheersingsvormen had weten te bewaren. Een groep die in de
nadagen van het Romeinse rijk steeds meer macht en rijkdommen had weten te veroveren:
de christelijke kerk, een nieuwe mannenbroederschap.
Het verleden van het christendom: het unieke patriarchaat van de
stammen Israëls
Om te kunnen begrijpen wat het christendom de Germaanse heerschappij te bieden had,
zullen we weer wat terug moeten in de geschiedenis. Het christendom was een reaktie op de
godsdienstige leer van de joden, maar ook een voortzetting ervan: het vereerde een god die
een vader was. Voor de joden was hij alleen hun eigen vader: hij leidde de joodse stammen
bij hun verovering van het beloofde land Kanaän omstreeks 1500 v.chr. In de bijbel staat hoe
dat allemaal ging.
De mensen over wie die bijbel gaat waren nomaden. Zoals alle nomadiese volkeren hadden
zij het op de rijkdom van landbouwende volken gemunt. Maar zij hoorden niet bij het soort
patriarchale ruiters die zich uiteindelijk aanpasten bij de matrilineaire organisatie van de
dorpen en steden die zij veroverden (door met de adellijke dames te trouwen en zo mee te
profiteren van de macht en rijkdom die de heersende klassen ontleenden aan de verering
van de moedergodinnen) - nee, ze hielden vast aan hun eigen patriarchale organisatie en
aan hun eigen vaderlijke god, die hen zoveel overwinningen geschonken had (ook veel
nederlagen trouwens, maar dan vertelden ze elkaar dat dat kwam omdat de joden niet altijd
gehoorzaam waren). Het was maar een klein groepje, dat niet mikte op de verovering van
één van de toenmalige grote rijken, maar op een betrekkelijk klein stukje land dat net tussen
die rijken in lag, zonder dat het duidelijk was van wie het nu eigenlijk was. Egypte en
Babylonië voerden voortdurend oorlog om dat land Kanaän, niet alleen omdat het vruchtbaar
was, maar ook omdat er belangrijke handelswegen doorheen liepen (we hebben al vroeger
gezien dat bijvoorbeeld Jericho aan zo'n handelsweg lag). Handelswegen naar steden aan
de zee, in het gebied van het tegenwoordige Israël en Syrië, dat toen Phoenicië heette en
waar toen het belangrijkste scheepsvaartvolk van de Middellandse Zee woonde.
Uit de bijbel kunnen we weten dat de geschiedenis van de stammen van Israël één verhaal
van veldtochten, plunderingen, verwoesting, brandschatting, moord en verkrachting is.
Vooral de rijke steden, zoals Jericho, waren hun doelwit. Als ze een streek veroverd hadden
vestigden ze zich daar en verbouwden koren, wijn en olijven, totdat zij op hun beurt weer
door sterkeren werden verdreven.
http://www.purepage.com Previous page Top Next page