A.C. van Baalen & M.C.F.Ekelschot, Geschiedenis van de Vrouwentoekomst. Amsterdam 1980, De Bonte Was
Hoofdstuk 9 Verzorgingsstaat, monopoliekapitalisme en fascisme
191
Toch zag het West-Europees kapitaal ook in dit land allerlei mogelijkheden - net zoals
tegenwoordig in de derde wereld. Een overvloed van grondstoffen, een overvloed aan
arbeidskrachten, een zeer lage levensstandaard: tel uit je winst! Dus begon vanaf het eind
van de 19
e
eeuw ook in Rusland industrie te komen, en een steeds groter proletariaat.
Nu waren er in Rusland, door al die onderdrukking, ook steeds meer revolutionaire groepen
ontstaan. De meesten waren anarchisties; ze probeerden samenzweringen tegen de
machthebbers te organiseren en werden meestal door de geheime politie ontdekt en
onschadelijk gemaakt. Sommigen vluchtten naar het westen, zoals Bakoenin.
De socialisten diskussieerden er allang over of een socialistiese revolutie - zoals Marx die
bedoeld had - in zo'n achterlijk land, waar het kapitalisme nog in de kinderschoenen stond,
eigenlijk wel mogelijk zou zijn. De socialistiese beweging werd in ieder geval in het begin van
deze eeuw in Rusland steeds groter; het socialisme kwam onder intellektuelen zelfs in de
mode.
Maar ook hier ontstond een splitsing tussen twee vleugels: de 'mensjewieken' en de
'bolsjewieken'. De eersten wilden de ontwikkelingen van het kapitalisme afwachten en dan
met demokratiese middelen een socialistiese samenleving organiseren. De bolsjewieken,
onder leiding van Lenin, wilden niets afwachten maar 'de diktatuur van het proletariaat' zo
snel mogelijk vestigen. Ze wilden een zo breed en open mogelijke vakbondsachtige
organisatie, gekombineerd met een kleine, geheime, 'konspiratieve', centralistiese
voorhoedepartij, die bestond uit 'beroepsrevolutionairen'.
Lenin ging ervan uit dat de revolutionaire socialistiese teorie bedacht was vanuit 'de
filosofische, historische en economische theorieën, die door de beschaafde
vertegenwoordigers van de bezittende klassen, het intellekt, waren tot stand gebracht.' Uit
die hoek kwam het revolutionair bewustzijn, en het was volgens Lenin onjuist om ervan uit te
gaan dat de arbeidende bevolking uit zichzelf ook zo'n soort bewustzijn zou krijgen. Volgens
Lenin konden de arbeiders wel uit zichzelf een 'vakbondsachtig' bewustzijn krijgen, dat wil
zeggen 'de overtuiging van de noodzakelijkheid zich in bonden te verenigen, strijd tegen de
ondernemers te voeren, van de regering het afkondigen van deze of gene voor de arbeiders
noodzakelijke wetten te verkrijgen...' Die voorhoedepartij was dan ook volgens Lenin nodig
om van buitenaf de arbeidende klasse het revolutionair bewustzijn bij te brengen, via
scholing in de teoretiese inzichten van het marxisme. Na de revolutie moest de partij namens
de arbeidersklasse de 'diktatuur van het proletariaat' uitoefenen, tot het verzet van de
bourgeoisie gebroken zou zijn en de opbouw van een werkelijk socialistiese samenleving
zou kunnen beginnen. De dwanginstellingen van de staat zouden dan langzaam en
geleidelijk kunnen afsterven, en het 'ieder naar vermogen, ieder naar behoefte' zou dan van
ideaal tot werkelijkheid worden.
De bolsjewieken wonnen het van de mensjewieken en in 1905 werkten ze mee aan de
eerste Russiese revolutie. Die leidde niet tot socialisme, maar tot een soort pseudo-
demokratie, waarin de tsaar en zijn geheime politie weer steeds tyrannieker werden. Pas de
wereldoorlog maakte de bevolking zo kwaad dat een echte revolutie mogelijk werd. Door de
massale demonstraties en stakingen uitte de bevolking hun woede over de schaarste aan
levensmiddelen, de hoge prijzen en over de politieke gang van zaken. In februari 1917 brak
in St. Petersburg de revolutie uit. Regeringsgebouwen werden bezet en de ministers
gevangen genomen. Lenin, die in Zwitserland in ballingschap zat, kreeg van het Duitse leger
de kans om naar Rusland terug te keren, omdat het kennelijk verwachtte dat de Russiese
tegenstand in de oorlog daardoor zou verzwakken. In oktober wisten de bolsjewieken de
macht over te nemen.
Bij alle progressieve mensen in de wereld herleefde de hoop op een betere wereld. In
Duitsland brak muiterij op de vloot uit; sowjets (raden) van arbeiders en soldaten werden
gevormd, in München werd een radenrepubliek gevestigd - even leek het er op dat er ook in
Duitsland een echte socialistiese revolutie zou komen, totdat de sociaal-demokraten de zaak
stevig in handen namen. Ze riepen wel de republiek uit en ze joegen ook de keizer weg,
maar ze verbonden zich niet met de kommunisten, maar met het leger en andere - oude -