Navigation bar
  Print document Start Previous page
 210 of 270 
Next page End 205 206 207 208 209 210 211 212 213 214 215  

A.C. van Baalen & M.C.F.Ekelschot, Geschiedenis van de Vrouwentoekomst. Amsterdam 1980, De Bonte Was
Hoofdstuk 10 Monopolistiese samenlevingen in koude oorlog met het kommunisme; 
de harmoniese manschappij
210
Een monopoliekapitalistiese manschappij, waarbinnen een kleine minderheid van mannen in
het bedrijfsleven alle andere mannen en een meerderheid van ongetrouwde vrouwen voor
zich laat werken, en waarin alle mannen alle vrouwen voor zich laten werken, kan natuurlijk
niet ècht rustig en harmonieus zijn. De reklameslogan van het kapitalisme is dat mensen vrij
en gelijk zijn, terwijl ze in werkelijkheid onvrij en ongelijk zijn - en dat merken ze natuurlijk
toch. De onderdrukking en uitbuiting van vrouwen en werkende mannen was na de oorlog
niet meer zo bitter en openlijk als een eeuw tevoren: kinderarbeid was gedeeltelijk
afgeschaft; de arbeidsdag in het bedrijfsleven was verkort; werkneemsters en werknemers
waren verplicht verzekerd tegen de financiële gevolgen van ziekte, invaliditeit en ouderdom
(zodat de koopkracht gehandhaafd werd en er niet weer zo'n vreselijke krisis zou kunnen
komen, waarin niemand meer iets had); het huishouden was misschien wat minder
bewerkelijk dan vroeger. Maar de moderne ontwikkelingen maakten het werk, ondanks de
stijgende welvaart, misschien nog wel moeilijker te verdragen.
Wat het betaalde werk betreft: we hebben het al over het lopende-bandsysteem gehad, dat
in het begin van deze eeuw werd uitgevonden. Dat was het begin geweest van een
systematiese versaaiing, verdomming en verhaasting van het werk, en het was intussen tot
steeds meer bedrijfstakken uitgebreid en steeds verder geperfektioneerd. Er scheen bijna
geen grens te zijn aan de mate waarin alle produktiewerkzaamheden nog verder
onderverdeeld, in nog kleinere elementen konden worden opgesplitst.
Dàt was kennelijk de reden dat mevrouw Verwey-Jonker jonge meisjes voor dergelijk werk
geschikter vond dan jongens - zij hoefden het maar een korte tijd te doen, tot ze trouwden,
en ze konden de rest van hun leven toch geen intelligentie, fantasie of kreativiteit gebruiken.
Op kantoor is het hetzelfde als in de fabriek. De meisjes die er werken zijn verlengstukken
van machines die nog steeds niet voldoende geautomatiseerd zijn om het alleen af te
kunnen - omdat ze nog niet kunnen lezen of koffie rondbrengen bij de chefs. Bijna alle tegen
betaling werkende vrouwen (behalve die in de verzorgende beroepen) en een groot deel van
de werkende mannen verrichten het grootste deel van de dag handelingen waarvan ze het
nut niet inzien, en waarover ze zelf niets te zeggen hebben, maar die wel de volledige
aandacht opeisen.
Ze zijn 's avonds duf en moe zonder dat ze kunnen vertellen wat ze eigenlijk gedaan hebben
- bijna net als huisvrouwen.
Deze vormen van onderdrukking en uitbuiting zijn bijna geweldloos; de slachtoffers worden
in slaap gewiegd door de onvermijdelijkheid waarmee hun handelingen aan andere
verbonden zijn. En misschien zijn ze zelfs trots op de snelheid waarmee ze werken, zodat ze
zelfs bereid zijn de achterblijvenden op te jagen (ook dat geldt voor huisvrouwen onderling
net zo goed als voor fabrieksarbeid-st-ers). Als het werktempo maar niet al te plotseling
wordt opgevoerd ontstaat er vrijwel nooit openlijk verzet. Wie niet mee kan komen denkt dat
het aan haar- of hemzelf ligt, wordt zenuwachtig of ziek. Met de enkeling-e die wel
protesteert weet de baas wel raad; die kan gemakkelijk geïsoleerd of ontslagen worden.
Zelfs tegen alle werkelijke, lichamelijke gevaren die fabrieksarbeid-st-ers bedreigen, zoals
hitte, stank, lawaai en giftige stoffen, onveilige machines of slechte transportsystemen,
kunnen ze meestal weinig doen. Bij de meeste kwalen - zoals huiDuitslag, doofheid,
slapeloosheid of kanker - is het ook niet zo makkelijk aan te tonen dat ze op het werk
veroorzaakt zijn. Welke arts zal het medies bewijs leveren? Welke rechter zal de
bedrijfsleiding veroordelen? Die horen in afkomst en instelling bij de bezitters zelf.
Zwakkeren en slachtoffers worden geluidloos afgevoerd, zonder dat iemand er op let.
De politiek
Dat is de onderdrukking op het werk die er zo onveranderbaar uitziet dat de meeste mensen
het niet eens opbrengen om ontevreden te zijn - zelfs dat loont de moeite niet. Ze tellen hun
http://www.purepage.com Previous page Top Next page