A.C. van Baalen & M.C.F.Ekelschot, Geschiedenis van de Vrouwentoekomst. Amsterdam 1980, De Bonte Was
Hoofdstuk 10 Monopolistiese samenlevingen in koude oorlog met het kommunisme;
de harmoniese manschappij
218
geldelijke overwinning. De anderen hebben slechts de keuze.om bij de politie, het leger of op
voetbal te gaan. Ze kunnen samen ook voetbalstadions of tramhuisjes vernielen, en op bijna
ieder werk loopt wel een sekretaresse, typiste of koffiejuffrouw die
ze in de billen knijpen of anderszins kunnen vernederen. Maar al deze vormen van geweld
leveren geen mogelijkheden tot massale, broederlijke verkrachtingen. De meeste mannen
zijn aangewezen op iets wat je 'seksueel verkeer' noemt: min of meer geregelde, burgerlijke
vormen van seksuele omgang. Getrouwde mannen hebben het recht om hun vrouw te
verkrachten - verkrachting binnen het huwelijk is niet strafbaar - maar lang niet alle mannen
hebben daar plezier in. Zij willen dat hun vrouw ook met haar seks haar liefde voor hem
bewijst.
Een groot deel van de getrouwde vrouwen in de vijftiger jaren had absoluut geen zin in
seksualiteit (uit de verschillende onderzoekingen komen getallen die variëren van de helft tot
driekwart). Zij hielden koppig vast aan de 19
e
eeuwse normen van de gezeten burgerij, die
juist vrouwen alle seksualiteit verboden hadden. Als er gevrijd moest worden deden ze dat
met hun ogen dicht en dachten aan iets anders. Ook de mannen hadden de instrukties over
wat nette vrouwen wel en niet deden duidelijk in hun hoofd. Het verschil tussen sletten en
trutten was nog heel groot, zo groot, dat voor de meeste mannen seks met een 'goede'
vrouw bijna ondenkbaar was.
De instrukties voor de vrouwen van de vijftiger jaren gingen dan ook nauwelijks over hun
seksueel gedrag. De frustraties die mannen opliepen bleven, buiten de kring van broederlijke
kroegkontakten, nog grotendeels verborgen. De instrukties van de vrouwen gingen
voornamelijk over de buitenkant, niet over wat ze al dan niet moesten voelen, maar over hoe
zij er verleidelijk en 'sexy' konden uitzien: buiten bed. En verder over hoe zij het ego van hun
man konden versterken door de verstelmand eens even weg te zetten en hem te
bewonderen en te koesteren. Zij moesten leren uit te beelden dat hun opgeslotenheid in huis
niet iets negatiefs was, maar juist een hele positieve toewijding aan hun man betekende, een
levensvervulling. Pas als zij kon uitbeelden dat zij gelukkig was, zou ze voor hem een
werkelijk bevredigende bezitting zijn.
Daar kwam niet zo veel van terecht. De meeste vrouwen gaven de strijd om van hun man te
blijven houden vroeger of later op. Zij wisten niet waar ze het vandaan moesten halen. Zij
begonnen ongelukkig te worden, vage lichamelijke klachten te krijgen, depressies of
raadselachtige angsten - vooral die huisvrouwelijke angst bij uitstek, die toeslaat als een
huisvrouw buiten, in de stad loopt, en eigenlijk niet weet of dat wel mag, en die 'pleinvrees'
genoemd wordt hoewel hij niets met pleinen te maken heeft en alles met opsluiting. De
keerzijde van de 'gelukkige huisvrouw' was de zieke huisvrouw.
De deskundigen en de zieke huisvrouw
De aanval op de zieke huisvrouw werd, net zoals de aanval op de 'slechte moeder', geopend
in de Verenigde Staten. Het begon bij de vrouwen van de middenklassen, die zich steeds
vaker door psychiaters lieten behandelen voor wat hun mannen of zijzelf beschouwden als
tekortschieten in hun levenstaak. Al die vrouwen werd duidelijk gemaakt dat zij - wilden zij
ooit ècht gelukkig worden - innerlijk zouden moeten veranderen. Hun symptomen - net zoals
die van hun kinderen - konden alleen genezen worden als zij hun vrouwelijkheid
aanvaardden; iets wat ze met wetenschappelijke hulp zouden kunnen bereiken, tegen zeer
hoge betaling.
De psychiatriese wetenschap zei zelf al dat het geen gering probleem was, die akseptatie
van de vrouwelijkheid. De basis van de psychiatrie vormde nog steeds het werk van Freud,
die aan het begin van de eeuw, doelloze, gefrustreerde vrouwen uit de. hogere klassen had
proberen te 'genezen'. Freud had toen ontdekt dat het voor meisjes moeilijk is zich neer te
leggen bij het feit dat ze geen penis hebben - en volgens hem gebeurde het vaak dat die
meisjes zich over die teleurstelling wilden wreken door mannen hun penis af te pakken: door