A.C. van Baalen & M.C.F.Ekelschot, Geschiedenis van de Vrouwentoekomst. Amsterdam 1980, De Bonte Was
Hoofdstuk 11 De zestiger jaren en de tweede feministiese golf
230
Middenklasse-vrouwen begonnen te ontdekken dat vrouwen nog steeds geen gelijke rechten
hadden, dat de strijd van de vrouwenbeweging van de vorige eeuw tot niets anders had
geleid dan tot het kiesrecht ... en het aanrecht. Ze begonnen organisaties op te richten om
die strijd weer op te vatten, en nu eens èchte burgerrechten te veroveren.
Zulke organisaties waren NOW (National Organization of Women) in de Verenigde Staten,
en MVM (Man Vrouw Maatschappij, 1968) in Nederland. Zij wilden dat de gelijke rechten die
vrouwen in een demokratiese samenleving formeel zijn toegekend, nu ook zoveel inhoud
krijgen, dat vrouwen er inderdaad gebruik van kunnen maken. Zij gingen er daarbij van uit,
dat de overheid het vermogen had, aan vrouwen deze ontplooiingsmogelijkheden toe te
kennen.
De overheid moest een ander beleid gaan voeren, om de omstandigheden die getrouwde
vrouwen verhinderden zowel hun beroep uit te oefenen als hun gezinsplichten te vervullen,
weg te nemen. De overheid moest zorgen dat er meer part-time werk kwam; dat schooltijden
en -vakanties werden gelijkgetrokken; dat er meer kresjes kwamen; dat er
overblijfmogelijkheden op school werden georganiseerd; dat het belastingstelsel zo werd
veranderd dat niet al het geld dat een getrouwde vrouw verdiende meteen weer werd
wegbelast; dat huishoudelijke hulp van de belasting kon worden afgetrokken; dat getrouwde
vrouwen ook werkloosheidsuitkeringen zouden krijgen; dat voor de ziektewet rekening zou
worden gehouden met de huishoudelijke taak van werkende vrouwen; dat bij de planning
van de woningbouw de woon-werk-afstand kleiner zou worden gemaakt; dat meisjes gelijke
kansen zouden krijgen in het onderwijs, enzovoort.
Om de overheid zover te krijgen dat al deze maatregelen genomen zouden worden moesten
vrouwen een grote goed georganiseerde pressiegroep gaan vormen. Deskundige leden
moesten de problemen bestuderen en een nieuwoverheidsbeleid ontwerpen; de macht van
het aantal zou de druk leveren op politieke partijen en overheidsinstanties, om alles
uitgevoerd te krijgen. De gewone leden, die geen speciale deskundigheid aan te bieden
hadden, konden zich intussen bezig houden met 'mentaliteitsverandering', de strijd tegen
vrouwendiskriminatie in het dagelijks leven. Eén van de mannelijke oprichters van MVM
stelde het zo voor, dat MVM een soort 'dierenbescherming voor vrouwen' moest worden.
Ook mannen moesten bij het emancipatieproces betrokken worden, omdat ook zij moesten
veranderen voordat vrouwen ècht helemaal gelijk konden worden.
NOW en MVM waren in opzet hiërarchiese, burokratiese organisaties, met besturen en
afdelingen en afdelingsbesturen en werkgroepen en kommissies en veel, heel veel
vergaderingen en notulen. Ze spraken dan ook de meeste vrouwen absoluut niet aan; MVM,
waar in organisatiekunde en statistiek geschoolde mannen een sterke invloed op de manier
van werken hadden, nog minder dan NOW, waar een wat vlottere stijl heerste en ook nog
wel eens radikale taal werd uitgeslagen. (De groep getrouwde, gestudeerde vrouwen waar
MVM en NOW zich op richtten was in de VS, waar het hoger onderwijs minder elitair is dan
hier, ook relatief groter.)
Maar het feminisme zou pas weer in de algemene aandacht komen door een hele andere
aanpak. En die werd het eerst toegepast door een groep, die oorspronkelijk was opgezet om
vrouwen bij de klassenstrijd te betrekken: Dolle Mina. Dolle Mina begon met het ontwerpen
van een aktieprogramma dat ongeveer dezelfde eisen omvatte als dat van MVM: vooral op
het gebied van de loonarbeid van vrouwen, dus gelijke lonen, kresjes, schooltijden. Maar er
was al gebleken dat de belangstelling voor dergelijke eisen niet erg groot was. De media
besteedden er nauwelijks aandacht aan - en juist de media waren onmisbaar om
feministiese ideeën buiten het kleine progressieve kringetje te verbreiden. De Provo's
hadden al laten zien dat het enige waar de media wel op afkwamen de 'ludieke aktie' was, de
speelse aantasting van het gezag - ludieke akties moesten het dus worden: en daar maakten
de vrouwen van Dolle Mina ineens gebruik van door de prachtigste akties te verzinnen voor
hun eerste aktiedag in januari 1970: een kookstaking, het nafluiten van mannen, het met
roze linten dichtbinden van urinoirs (voor het plasrecht van de vrouw) en het uitdelen van