Navigation bar
  Print document Start Previous page
 249 of 270 
Next page End 244 245 246 247 248 249 250 251 252 253 254  

A.C. van Baalen & M.C.F.Ekelschot, Geschiedenis van de Vrouwentoekomst. Amsterdam 1980, De Bonte Was
Hoofdstuk 12 De laatste trends in manschappij en vrouwenbeweging
249
De vrouwen van het maatschappelijk werk namen hun werk, ondanks lage lonen en lange
werktijden, heel serieus. Ze sloofden zich eindeloos uit om de immense hoeveelheden
menselijk leed waar ze mee in aanraking kwamen te verzachten - al begrepen ze dan weinig
van de oorzaken ervan.
In dat alles kwam nu, in de 70er jaren, op twee manieren verandering. Ook het
manschappelijk dwangapparaat was in de zestiger jaren immers in beweging gekomen. Het
rommelde in de kinderbescherming, in de jeugdzorg, in het algemeen maatschappelijk werk,
het opbouwwerk, zelfs in de zwakzinningenzorg probeerden sommige idealisten menselijker
omgangsvormen te bewerkstelligen. Op de sociale akademies begonnen de leerlingen zich
af te vragen waartoe ze eigenlijk opgeleid werden. De vrouwen ontdekten onder invloed van
de vrouwenbeweging dat ze niet alleen werden opgeleid om te onderdrukken, maar dat ze
zelf ook onderdrukt werden - als vrouw.
Het andere gevolg van alle sociale onrust was, dat alle instellingen die zich met 'het sociale
leven' bezig hielden sterk werden uitgebreid, dat salarissen en status omhoog gingen, en dat
er dus steeds meer mannen gingen werken. De tweede ontwikkeling zullen we straks
bespreken; nu eerst de gevolgen van de 'emancipatie' voor alle vormen van maatschappelijk
werk.
Het vormingswerk: werken met vrouwen
We hadden gezegd dat de vrouwen uit de lagere klassen tot de jaren 70 vooral met het
maatschappelijk werk in aanraking kwamen wanneer er iets niet in orde was met hun man en
kinderen. Daarnaast was financiële nood een reden om begeleid te worden; de vroegere
armenzorg had zich ontwikkeld tot een heel netwerk van wettelijke voorzieningen -
bijstandswet, ziektewet, WAO, werkloosheidswet, waar de betutteling wel
wetenschappelijker, maar niet minder grondig was dan vroeger.
In de 70er jaren ontstonden er onder de invloed van demokratiserings- en vrouwenbeweging
allerlei nieuwe vormen van maatschappelijk werk, vormingswerk en kultureel werk. Daarbij
werd aan 'kwetsbare groepen' (vooral jongeren en vrouwen) informatie aangeboden over het
maatschappelijk systeem, om hen 'weerbaarder' te maken. Welvarende vrouwen konden
daarvoor terecht in vormingsinstituten (die wel gesubsidieerd zijn, maar voor een weekend in
de bossen toch tamelijk duur), armere vrouwen in de buurthuizen.
Voor het beroep van kultureel werkster, opbouwwerkster en vormingswerkster werd 'ervaring
in het werken met groepen vrouwen' steeds vaker een vereiste. In de praktijk van al deze
kursussen en groepsbegeleidingen ontstond een soort mengsel van feministiese en
socialistiese ideeën met die van het traditionele maatschappelijke en sociaalkulturele werk.
Uitgangspunt was en bleef, dat feministiese en socialistiese ideeën gevaarlijk zijn en
voorzichtig toegediend moeten worden want 'daar zijn die vrouwen nog niet aan toe'. Zo
konden de 'vrouwenwerksters', meestal jong en uit de middenklassen, dus zonder veel
ervaring met vrouwen- en arbeidersonderdrukking, hun eigen - begrijpelijke - onzekerheid
over hoe die onderdrukking nu eigenlijk in elkaar zit, voor zichzelf en hun kliënten verbergen.
Dat ze daarmee hun groepen beïnvloedden en eventuele radikale vrouwen ontmoedigden
hadden ze in hun opleiding niet geleerd.
Een tweede gevolg van deze vrouwenvormingsgroepen is een uitbreiding van middenklasse-
omgangsvormen en -waarden naar vrouwen van de arbeidersklasse; Dat geldt vooral voor
de terapieën en alle daaraan ontleende spreek- en gedragswijzen. We hadden al gezien dat
de partikuliere terapie-industrie weinig belangstelling heeft voor vrouwen uit de lagere
klassen, ze kunnen niet genoeg betalen. Nu doet de overheid wat de partikuliere terapeuten
niet doen: zij brengt seksterapieën, relatieterapieën en assertiviteitstrainingen binnen het
bereik van vrouwen uit de arbeidersklasse. Natuurlijk niet voor hen, die werkelijk ziek van
ongelukkigheid zijn; die zitten nog steeds op het valiumspreekuur en in inrichtingen. Nee, de
terapieën zijn voor de moedigste, de flinkste, de nieuwsgierigste vrouwen, die het lef hebben
http://www.purepage.com Previous page Top Next page