A.C. van Baalen & M.C.F.Ekelschot, Geschiedenis van de Vrouwentoekomst. Amsterdam 1980, De Bonte Was
Hoofdstuk 1 De eerste vrouwenbewegingen
29
Maar de gemeenschappelijke voorwaarden voor het huisvrouwenbestaan zijn minstens even
belangrijk: één man, één huis, álle verantwoordelijkheden binnenshuis: dat het schoon en
gezellig is, man en kinderen gevoed en gekleed zijn, kinderen op tijd op school en goed
opgevoed, man seksueel bevredigd en zeker van aandacht, erkenning en liefde; zoons ook
zeker van aandacht., erkenning en liefde; dochters naar eigen model tot goede huisvrouw
gemaakt en niet zwanger thuisgekomen - en ga zo maar door.
Samenvatting
Het opvallendste van de eerste feministiese golf is dat de resultaten ervan zo minimaal
waren: kiesrecht en voor de ongetrouwde vrouwen uit de middenklassen wat meer
mogelijkheden om ekonomies onafhankelijk te zijn. Maar daartegenover stond dat het
merendeel van de vrouwen de mogelijkheid om buitenshuis te werken onthouden werd. Het
huwelijk als bestaan werd voor vrouwen in het algemeen de enige mogelijkheid om sociaaI
mee te tellen. Ongetrouwde vrouwen telden sociaal net zo min mee als vroeger, al konden
ze dan meer opleidingen volgen en meer beroepen vervullen.
We hebben gezien dat een deel van de machteloosheid van de eerste vrouwenbeweging
veroorzaakt werd doordat de vrouwen onderling verdeeld waren door klasseverschillen.
Arbeidsters hadden een ander leven dan vrouwen uit de burgerij en ze vonden niet alle eisen
in dezelfde volgorde belangrijk. Toch waren er genoeg gemeenschappelijke belangen samen
te werken.
Desondanks hadden ze geen schijn van kans. De rechten die de moderne demokratieën aan
alle mensen aanboden - vrijheid, gelijkheid en broederschap - waren voor hen niet
weggelegd. De vrouwen van de eerste golf hadden zichzelf als mensen beschouwd maar ze
moesten ontdekken dat dat een vergissing was.
Het woord 'broederschap' had ze kunnen waarschuwen. Een duidelijker woord om vrouwen
buiten te sluiten had niet bedacht kunnen worden. De vrouwen van de eerste golf hebben het
van de mannen verloren, omdat de mannen onderling wél banden hadden.
Op het eerste gezicht lijkt het woord 'broederschap' voor de verhoudingen tussen mannen
onderling een soort bittere grap. Mannen zijn onderling immers voortdurend bezig met strijd
en konkurrentie om de beste posities. De kapitalisten konkurreren onderling om niet failliet te
gaan, de arbeiders konkurreren om werk, en de kapitalisten en de arbeiders strijden als
klassen om de mate waarin de arbeiders uitgebuit zullen worden. Die onderlinge strijd tussen
mannen is zo opvallend, dat daardoor op de achtergrond blijft dat mannen ook heel
eensgezind zijn: tegenover vrouwen. De broederschap van de mannen bestaat uit de
gezamenlijke opstelling van alle mannen tegenover alle vrouwen.
Mannenbroederschap en mannenoverheersing zijn twee kanten van hetzelfde geheel. Dat
geheel kun je de 'mannenmaatschappij' noemen, maar eigenlijk is dat dubbelop: vrouwen
waren er immers van buitengesloten in de vorige eeuw (kijk maar naar de inhoud van de
Seneca Falls Verklaring) en vrouwen zijn er nog steeds buitengesloten.
Wij stellen voor om een 'maatschappij' waarvan vrouwen van aktieve deelneming uitgesloten
zijn en waarin alle mannen de baas zijn over alle vrouwen, een manschappij te noemen.
Om misverstanden te voorkomen: dat vrouwen buiten de manschappij staan betekent
natuurlijk niet dat ze niets doen. Integendeel: ze werken. De manschappij heeft tot doel om
te regelen wie er werkt en wie er beloond wordt - hoe hoger je in de manschappij zit, hoe
minder je hoeft te werken. Als je er buiten staat moet je maar afwachten welke taken je
toebedeeld worden en of je beloond wordt. Alleen wie er bij hoort heeft rechten, wie er niet
bij hoort heeft plichten. We hadden gezegd dat de verhoudingen tussen mannen bepaald
worden door strijd en konkurrentie onderling, en samenwerking tegenover vrouwen. Dat
betekent dat de manschappij iets heel ingewikkelds moet zijn, waarin tegenstellingen en
konflikten zowel aangemoedigd als verzoend kunnen worden. De manschappij is bedacht,
kunstmatig, kortom: kultuur.