A.C. van Baalen & M.C.F.Ekelschot, Geschiedenis van de Vrouwentoekomst. Amsterdam 1980, De Bonte Was
Hoofdstuk 2 Het ontstaan van menselijke samenlevingen
34
's Avonds bouwt iedere chimpansee voor zichzelf een nest van takken en bladeren, om in te
slapen. Iedere avond een nieuw nest. De jongen slapen bij hun moeders.
Chimpansees leven van vruchten, zaden, groene plantendelen en insekten. Het vinden
daarvan kost niet zo ontzettend veel inspanning of techniek. Een heel enkel keer gebruiken
chimpansees wel eens hulpmiddelen, die je het begin van werktuigen kunt noemen. Ze
gebruiken een boomblad om water mee te scheppen, en ze pakken een dun twijgje of stokje
om in een termietenheuvel te steken: de termieten lopen over het stokje naar buiten en
kunnen er dan zo afgelikt worden. Maar iets ingewikkelders dan de bladeren van een tak
halen doen chimpansees niet.
De geleerden hebben zich dan ook wel eens afgevraagd waar mensapen al hun intelligentie
eigenlijk voor nodig hebben; ze zijn veel intelligenter dan voor de manier waarop ze aan de
kost komen eigenlijk nodig is. Maar als het onderling kontakt ook een levensvoorwaarde is,
dan is daar ook heel wat intelligentie voor nodig. Chimpansees zijn bijvoorbeeld maar een
klein deel van de dag bezig met eten zoeken - er is kennelijk genoeg. De meeste tijd zijn ze
bezig met 'kommunikaatsie'. Urenlang vlooien (wat niets met vlooien te maken heeft; ze
halen kleine huidschilfertjes en zweetkristallen weg bij elkaar) op de eerste plaats. En op de
tweede plaats allerlei vormen van kontakt die met het vragen of geven van geruststelling te
maken hebben: het de hand op houden, of angstig grijnzen, of het lichaam ter vlooiing
aanbieden, als een dier gerustgesteld wil worden. En kleine aanrakingen, schouderklopjes,
hele omarmingen of vlooien als geruststelling. Verder zijn er ook gemeenschappelijke
emoties, die heel menselijk geuit worden. Als ze bijvoorbeeld onverwacht een grote tros
bananen vinden, barsten ze los in een heel menselijk aan doend vreugdebetoon: ze dansen
in het rond, lachen, vallen elkaar om de hals en zoenen elkaar.
Niet alleen de vreugde-uitbarstingen doen menselijk aan. Ook de gebaren van bedelen, van
geruststelling, van genegenheid zijn ongeveer dezelfde als die mensen gebruiken.
Het angstig grijnzen is wel een ander gebaar dan onze vrouwelijke glimlach, maar de funktie
is precies hetzelfde: vragen of de ander alsjeblieft niet boos wil worden. Het is dan ook geen
wonder dat mensen, door de gebaren van chimpansees te gebruiken, een beetje met ze
kunnen omgaan. Interessanter is dat in gevangenschap levende chimpansees een heel klein
beetje kunnen leren praten, niet met woorden maar ook weer met gebaren, bijvoorbeeld met
de gebaren van de doventaal. Als ze er jong mee beginnen kunnen ze er heel wat van leren.
En de allerslimste kunnen zelfs nieuwe woorden maken, zoals 'drank-vrucht' voor
'watermeloen' en 'gele cola' voor 'fanta'. En sommige gebruiken de nieuwe tekens zelfs voor
het uitdrukken van emoties: 'mij huil' in plaats van chimpansee-achtig te jammeren. En zelfs
het gebaar 'kom knuffel' is gebruikt voor een uitnodiging tot seksueel kontakt.
Als je zo naar het doen en laten van chimpansees kijkt is het verleidelijk om te zeggen dat
chimpansees bijna mensen zijn. Voor mannen is dat echter verleidelijker dan voor vrouwen,
omdat de chimpanseevrouwtjes tamelijk onderworpen en onzeker zijn, en de mannetjes
stoer, uitbundig en zelfverzekerd. Ook de intense manier waarop chimpansee-moeders met
hun jongen omgaan, kan heel goed gebruikt worden om een voorbeeld te stellen aan
mensen-moeders: kijk, zo hoort het, iedere moeder die haar kind tijdens de eerste vijf jaar,
ook maar één minuut uit het oog verliest, is een ontaard, onnatuurlijk wezen (zo nodig
kunnen apen trouwens ook gebruikt worden om moeders te kritiseren voor teveel
zorgzaamheid; dan wordt er gesproken van 'apenliefde').
Om ons niet te laten aanpraten dat de apenliefde een bewijs is dat het moederschap onze
uiteindelijke levensvervulling is, is het eigenlijk al voldoende om te bedenken dat
chimpansees géén mensen zijn. Chimpansees zijn de verre familieleden, afstammelingen
van mensapen die miljoenen jaren geleden in het oerwoud achterbleven, toen onze
voorouders - om wat voor reden dan ook - uit de bomen naar beneden kwamen en in de
vlakte gingen leven. Maar, voordat we gaan kijken wat er in die vlakte gebeurde, willen we
toch nog even bij de chimpansees blijven, omdat we nog geen antwoord hebben op de
volgende vraag: Kan de onderlinge omgang tussen de twee seksen bij de chimpansees ons
iets leren over de manier waarop onze voorouders met elkaar omgegaan zijn?