Navigation bar
  Print document Start Previous page
 35 of 270 
Next page End 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40  

A.C. van Baalen & M.C.F.Ekelschot, Geschiedenis van de Vrouwentoekomst. Amsterdam 1980, De Bonte Was
Hoofdstuk 2 Het ontstaan van menselijke samenlevingen
35
Chimpansees: seksueel gedrag: mannelijk vertoon
en vrouwelijk initiatief
Zoals bijna alle vrouwelijke zoogdieren, hebben chimpansees een bronsttijd: een tijd waarin
de vrouwtjes 
zin hebben in vrijen en waarin ze vruchtbaar zijn. Ze krijgen dan roze zwellingen op hun
achterwerk, zodat voor de mannetjes duidelijk te zien is dát ze zin hebben. Zolang als de
bronst duurt is een vrouwtje eigenlijk de hele dag met seks bezig. Ze staat in het middelpunt
van de belangstelling van alle mannetjesdieren en geniet daar zichtbaar van. Als het een
onopvallend dier is, stijgt ze duidelijk in ieders achting.
De mannetjesdieren spannen zich in om zich zo voordelig mogelijk voor te doen. Ze putten
zich nog meer uit in mannelijk vertoon dan anders.
In het gewone doen is het mannelijk vertoon op de eerste plaats een onderdeel van de
omgang van mannetjesdieren onderling. Het is een soort strijd om wie het sterkst of het
slimst is. Meestal wordt er niet gevochten; wie zijn tegenstander zover kan krijgen dat hij
wegloopt heeft gewonnen. Het lijkt er bij al dat vertoon om te gaan wie de baas is, maar dan
'baas' in de betekenis van 'wie het meest aandacht krijgt', want orders en opdrachten geeft
een 'baas' niet.
Het vertoon van de mannetjesdieren heeft eigenlijk niet zoveel invloed op het seksueel
gedrag van de vrouwtjes. Over het algemeen krijgt ieder mannetje een beurt. Het enige waar
ze een beetje invloed op hebben is wanneer ze een beurt krijgen en hoe vaak, hoewel er in
de groep die Jane Goodall bestudeerde (en waar wij het meeste over chimpansees van te
weten gekomen zijn) een mannetje was dat - hoeveel misbaar hij ook maakte – van de
meeste vrouwtjes geen beurt kreeg.
Op de rest van het gedrag van de vrouwtjes heeft het vertoon van de mannetjesdieren wel
veel invloed. Want nooit is het zeker wanneer ze losbarsten in het gezwaai met takken, met
gebrul, onverwachte sprongen en dreigend gedrag met de armen. En omdat ze dan wat ze
ook voorhanden krijgen, grijpen en gebruiken om mee rond te zwaaien - takken, stenen,
babies -, moeten moederdieren konstant hun kinderen uit de buurt houden en zelf ook uit de
buurt blijven om geen boomtak op hun hoofd te krijgen. Dat betekent dat de vrouwtjesdieren
eigenlijk alsmaar angstig op de mannetjes zitten te letten en voortdurend gerustgesteld
moeten worden, door schouderklopjes of vlooigedrag. Dat geeft de vrouwtjes een soort
gedrag dat inderdaad aan dat van moderne vrouwen doet denken.
Net zoals moderne vrouwen zijn ze door hun angst veel drukker bezig met de mannetjes dan
met elkaar. En als ze jongen hebben, moeten ze daar voortdurend op letten, vooral als die
wat groter zijn en zelfstandig rondlopen: steeds maar opletten dat ze niet een narrig
mannetje voor de voeten lopen. Alleen oude, ervaren moeders durven het aan hun
pasgeboren jong aan de mannetjes te laten zien - wat heel verstandig is, want anders blijven
die zeuren - terwijl bij allerlei andere apensoorten de jongen gezellig van hand tot hand gaan.
Het mannelijk vertoon is voor de mannetjes een manier om de onderlinge omgang te
rege.ien. Alle mensapen doen er aan; chimpansees zijn het meest vindingrijk, zodat ze
steeds nieuwe dingen verzinnen om indruk mee te maken. Zo zag Jane Goodall een keer
een tamelijk jonge chimpansee duidelijk in aanzien stijgen omdat hij lege benzineblikken
gebruikte om nóg meer lawaai te kunnen maken, dan met natuurlijke middelen mogelijk is.
Je kunt al dat vertoon beschouwen als een eerste stap op weg naar menselijke
uitingsvormen, zoals toneel en muziek. Jane Goodall had zelfs de indruk dat ze een keer het
begin van een soort ritueel gezien heeft. Het was in het begin van het regenseizoen, tijdens
een geweldig onweer. Ineens zag ze een chimpansee een helling afstormen; hij stampte,
brulde en zwaaide met een grote tak. Vlak erachteraan kwam de volgende, en zo de hele
mannetjesgroep. Zodra ze beneden waren, klommen ze weer naar boven, en dan stormden
ze brullend weer naar beneden, twintig minuten lang. Jane noemde het 'de regendans'. Het
zou een ritueel geweest zijn als het nog niet geregend had; als al dat geren de regen had
http://www.purepage.com Previous page Top Next page