A.C. van Baalen & M.C.F.Ekelschot, Geschiedenis van de Vrouwentoekomst. Amsterdam 1980, De Bonte Was
Hoofdstuk 3 De vrouwen vinden de landbouw uit: de neolitiese revolutie
59
Het geven van feesten is een goed middel om eventuele wrijving en konflikten op te lossen.
Mannen konden daarin hun kultuur van rivaliteit - zowel binnen de broederschap als van de
ene broederschap tegenover de andere - uitleven.
Het hing van het soort mannenkultuur af op wat voor manier dat ging. De demokratiese
hardloopwedstrijden van de Pueblo's, waaraan de echte goede hardlopers niet mogen
meedoen - zijn het ene uiterste. Kannibalisme en geritualiseerde oorlogsvoering, zoals bij de
tropiese mannenkulturen, het andere.
Uit wat we van de prehistorie van de Balkanvolkeren weten, blijkt dat zij duizenden jaren op
vreedzame wijze het kontakt tussen verschillende groepen tot stand gebracht hebben.
Daardoor heeft zich ook over zo'n groot gebied een samenhangende kultuur kunnen
ontwikkelen. De mannen hielden onderling waarschijnlijk vreedzame Puebloiaanse
wedstrijden en organiseerden feesten, zowel voor elkaar als voor de eigen clan in het kader
van de godsdienst. Maar daarnaast is er nog een andere vreedzame oplossing voor de
onderlinge rivaliteit ontstaan.
Giften en handel
De mannelijke vorm van het menselijk gedrag dat vrouwen in de eerste miljoenen jaren van
onze
geschiedenis hadden ontwikkeld, is de gift: het kadootje. In een samenleving waaraan ieder
naar vermogen bijdraagt en waarin ieder naar behoefte verzorgd wordt, zijn giften in beginsel
niet nodig. Alles is immers van iedereen samen. Giften zijn een ekstra, iets wat met het
overwinnen van vijandigheid te maken heeft: een symbool van vrienschappelijkheid, dat de
plaats inneemt van de vanzelfsprekende zusterlijkheid die de vrouwen onderling hebben.
Giften zijn een middel om broederlijke gevoelens tot stand te brengen; ze zijn ook een middel
om prestige te verwerven. De strijd om prestige hoort immers wezenlijk bij de broederlijke
gevoelens. Wanneer de onderlinge konkurrentie groot is en er veel rijkdom en overvloed is,
zijn de giften groot en kan er zelfs een wedijver ontstaan, waarbij de giften steeds vernietigd
worden: verbrand, stukgeslagen, gedood, zoals bij de potlatch. Het ook mogelijk dat
vreedzame verhoudingen bestendigd worden door het steeds maar weer overhandigen van
kleine, symboliese kadootjes: kralen of kettingen van schelpen of armbanden. Waarschijnlijk
zijn de schelpen uit de Middellandse Zee, die in de Balkan gevonden zijn, daar op die manier
terechtgekomen: steeds maar weer doorgegeven aan naburige stammen.
De volken die aan de kust woonden en boten bouwden voor de visvangst, konden de verste
reizen ondernemen. Toen de visvangst door de landbouw minder belangrijk was geworden,
konden de mannen de boten gebruiken om giften naar verre volken te brengen, maar ook
om nuttige grondstoffen te gaan halen. Lang niet overal werden bijvoorbeeld de goede soort
stenen voor stenen werktuigen gevonden. Sommige volken uit Oost-Europa haalden de
steen helemaal van de Griekse eilanden. Daar was een soort vulkanies gesteente
(obsidiaan) dat net zo geschikt was om er werktuigen van te maken als vuursteen. Jammer
genoeg weet niemand hoe dat ging. Misschien haalden ze het aanvankelijk gewoon weg, na
met geschenken en rituelen een vreedzame stemming tot stand gebracht te hebben.
Misschien kregen ze ook wel gereedschappen kado - al denkt men dat dergelijke
voorwerpen meer dienden om weer als geschenk door te geven, dan om te gebruiken. Zeker
is dat dat soort kontakten uiteindelijk geleid hebben tot het ontstaan van allerlei nieuwe
mannenspecialismen.
Mannenspecialisaties 1: godsdienst
In het voorgaande zijn we al verschillende mannen bezigheden tegengekomen, die zich
geleidelijk tot
specialismen konden ontwikkelen. Op het moment dat de vrouwen de landbouw gingen
bedrijven en de mannen eten konden gaan geven, ontstond daar de mogelijkheid voor.