A.C. van Baalen & M.C.F.Ekelschot, Geschiedenis van de Vrouwentoekomst. Amsterdam 1980, De Bonte Was
Hoofdstuk 3 De vrouwen vinden de landbouw uit: de neolitiese revolutie
64
weer een nieuwe bruidegom. Aan het eind van zijn cyclus wordt dejaargod dan ook peinzend
en treurig afgebeeld. Hij is de dood, die aan
de vernieuwing voorafgaat - zoals trouwens ook de godin soms godin van de dood moet zijn,
omdat zij godin van het leven is.
Tenslotte wordt het nieuwe leven in deze latere fase ook uitgebeeld doordat de godin een
goddelijk kind baart - dan is het moederschap werkelijk vergoddelijkt. En daaraan kunnen we
het duidelijkst zien hoe de positie van de vrouwen is veranderd, door landbouw, matrihuweli
jk en mannenspecialisaties.
Van levenskracht naar moederschap
De verandering in de positie van vrouwen is aan de beelden uit de Balkan, vanaf ongeveer
5500 v.chr., op twee manieren te zien. In de eerste plaats is er een verschuiving van
uitbeelding van vrouwen in hun rol van vernieuwende levenskracht, naar moederschap en
vruchtbaarheid in engere zin. De berin heeft dan een jong in de armen; zij is geen symbool
meer van het stromende water waarin zij zo graag vist, maar ze is een
moederlijkheidssymbool geworden, omdat ze zo goed voor haar jongen zorgt.
De berin is een verbinding met symbolen van vroeger. Maar er verschijnen ook nieuwe
dieren, die in verband gebracht worden met het krijgen van kinderen, zoals padden en
hagedissen, die op een foetus lijken (beeldjes van padden werden nog een eeuw geleden
aan Maria opgedragen om onvruchtbaarheid te genezen). Ook verschijnen er egels, die er
als de knobbelige baarmoeder van een koe uitzien.
In de tweede plaats worden er uit die tijd ook beelden gevonden van vrouwen met akkers op
hun buik getekend: een ruit met stippen, die het zaad voorstellen, erin. Dit zou eventueel een
toepassing kunnen zijn van de oude symbolen: de vrouwelijke levenskracht doet het zaad in
de akkers groeien. Het kan echter ook op een andere betekenis wijzen: de vrouwen worden
vergeleken met de akker, de aarde waarin het zaad groeit. Dan zijn vrouwen van een
bewegelijke levenskracht tot een vaste, stilstaande materie geworden.
Op dezelfde manier wordt de zwangerschap van vrouwen dan niet meer opgevat als een
symbool voor hun levengevende, organiserende, verzorgende krachten in het algemeen,
maar als een symbool voor de voedingsbodem, waarin ander leven groeit.
De individualisering van het clanleven had er toe geleid dat de moeder een persoonlijke
verhouding met haar eigen kinderen had gekregen. De ontwikkeling van het moderne
moederschap was begonnen.
De ploeg: nieuwe mannenspecialisaties in de landbouw
Deze veranderingen worden versneld door een nieuwe verbetering van de
landbouwtechniek, namelijk de ploeg. Een ploeg hoeft in beginsel niet zo veel meer te zijn
dan een hak met een lange steel er aan. Maar omdat hij voortgetrokken wordt, kun je er veel
sneller mee werken. Door vrouwen voortgetrokken houten ploegen werden vermoedelijk al
voor 5000 v.chr. in west-azië gebruikt. Later zijn volkeren die ook koeien fokten op het idee
gekomen om de onhandelbare stieren te kastreren, zodat het gewillige ossen werden, die
het trekken van de ploeg van mensen konden overnemen.
Sindsdien is het losmaken van de grond mannenwerk. Misschien was het mannelijk omdat
veeteelt mannelijk is (daar komen we straks nog uitvoerig op terug); misschien ook omdat
het een snelle metode van werken is, waarmee eer te behalen is.
Het gevolg is in ieder geval dat sommige mannen nu ook aan de landbouw meedoen en dat
akkers niet meer uitsluitend aan de vrouwen toebehoren. Ook van het belangrijkste werk van
de vrouwen, namelijk het werk op het land, hebben mannen nu een onderdeel afgesplitst en
tot mannenwerk gemaakt.