A.C. van Baalen & M.C.F.Ekelschot, Geschiedenis van de Vrouwentoekomst. Amsterdam 1980, De Bonte Was
Hoofdstuk 3 De vrouwen vinden de landbouw uit: de neolitiese revolutie
61
Mannenspecialisaties 3: metaalbewerking
Sieraden konden gemaakt worden van allerlei soorten materiaal. Van schelpen, stenen,
veren, hout, gebakken klei (het goede soort klei wordt zelfs mooi blauw porcelein, als je het
in een heel heet vuur met wat zeewier bakt). Heel mooi waren ook glimmende metalen.
Koper, zilver en goud worden in de natuur soms in zuivere vorm gevonden, in aders of in de
vorm van kleine nootjes, in beken, waar het omringende gesteente eraf gespoeld is.
Dergelijke metalen zijn vanaf zeer vroege tijden gebruikt om er kleine sieraden van te maken
of kleine gebruiksvoorwerpen: kralen, sierspelden voor de kleding, vishaakjes en priemen.
Zulke dingen zijn overal in Europa en West-Azië gevonden, ook op plekken waar in de verste
verte geen metalen in zuivere vorm te vinden waren. Ze waren natuurlijk ook heel geschikt
om kado te geven. Klein genoeg om gemakkelijk te vervoeren, en toch heel biezonder.
Al die genoemde metalen zijn tamelijk zacht. Je kunt ze bewerken door er met een hamer
zacht op te kloppen. Voor koper geldt dat als~e het lang beklopt, het zo bros wordt dat het
kan breken. Als je koper warm maakt voor je het hamert, wordt het niet zo snel bros. Hier
raakt de metaalbewerking het vrouwenwerk, het werken met vuren en ovens voor het drogen
van graan en het bakken van brood en van potten: want ook die metalen moeten in ovens tot
hoge temperaturen verhit worden. Dat wordt nog sterker wanneer koper gewonnen gaat
worden uit ertsen - koperpyriet en malachiet. Om dat voor elkaar te krijgen zijn namelijk
dezelfde omstandigheden nodig als voor bepaalde hoogontwikkelde vormen van
pottenbaksterskunst, waarbij grafiet wordt ingebakken: dat gebeurt in een oven waarbij de
luchttoevoer geregeld kan worden. Als je koperertsen in dat soort ovens tot hoge
temperaturen verhit komt er zuiver koper uit, in vloeibare vorm. Wanneer je van klei een
model maakt van het voorwerp dat je wilt maken, kun je het koper er zo in gieten. Zo werd
het mogelijk om veel grotere voorwerpen te maken, vooral bijlen (met een gat erin voor de
steel).
Wie op het idee gekomen is om de mooie gekleurde stenen waarin het koper verborgen zit,
in de pottenbakstersoven te gaan smelten, weet niemand. Misschien is het een toevallige
ontdekking geweest bij het pottenbakken, waar voortdurend werd geëksperimenteerd, met
allerlei soorten klei en toevoegsels, om de potten verschillende kleuren te geven.
Wat we wel weten is dat, toen de metaalbewerking eenmaal goed op gang was, het als een
mannengeheim werd beschouwd. De mannen van bepaalde clans bewaarden het geheim
zorgvuldig en gaven het van generatie op generatie aan elkaar door - niet alleen de
vakkennis, maar ook alle bijbehorende rituelen en magie. We hadden al gezien dat ook bij
het pottenbakken heel wat magie te pas kwam, om te zorgen dat de pot goed uit het vuur
kwam. Maar wat moeten we er van denken als we lezen dat bij de rituelen van de
metaalbewerkersclans ongeboren kinderen en maagden bloed geofferd moesten worden?
De verklaring die zich opdringt is dat dit mannengeheim evenmin een mannengeheim is als
de geheimen die de mannen van tropiese tuinbouwsters in hun mannenhuizen bewaren.
Daar is dat zogenaamde geheim de kunst van het tuinbouwen die de mannen van de
vrouwen gestolen denken te hebben. Alleen is voor de vrouwen het tuinbouwen helemaal
geen geheim waar ze gewichtig en geheimzinnig over doen, maar een kollektieve
vaardigheid waaraan iedereen mee kan doen.
Maar voordat mannen vrouwelijke werkzaamheden - of het nu tuinbouwen is of het
gebruiken van een oven - kunnen gaan beoefenen, moeten die werkzaamheden eerst
veranderd worden, getransformeerd in mannenbezigheden. Als mannen zo maar
vrouwenwerk doen verliezen ze hun mannelijke identiteit. Ze hebben immers geen eigen
identiteit, die op werkelijke onmisbaarheid is gebaseerd. Ze kunnen zich alleen man voelen
door zich tegen vrouwen af te zetten. En zo moeten ze de vrouwenvaardigheden omzetten in
vrouwengeheimen, die ze dan vervolgens kunnen roven: dan pas is het zeker dat het
vrouwenwerk hun mannenidentiteit niet zal aantasten.
We hebben drie aanwijzingen dat het met de metaalbewerking zo is gegaan. Op de eerste
plaats de magiese geheimzinnigheid. Ten tweede het offeren van dingen die van vrouwen