Navigation bar
  Print document Start Previous page
 15 of 73 
Next page End 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20  

Mary Wilkins Freeman, MOEDER IN OPSTAND en andere verhalen. De Bonte Was, 1980
15
Sinds zijn thuiskomst had hij in het middelpunt van de belangstelling gestaan. Hij was begin
dertig maar uitzonderlijk jongensachtig in zijn manier van doen en hij nam met veel animo
deel aan de fuiven in het stadje. Algemeen werd aangenomen dat hij verloofd was met Ada
Harris, de dochter van jonker Harris, zoals zij vaak genoemd werd. Haar vader was de meest
vooraanstaande man in het dorp, die in het mooiste huis woonde en de luidste stem had in
publieke aangelegenheden. Hij was advokaat, eerder pompeus dan kundig misschien, maar de
familie Harris had altijd geld en invloed gehad en dat voorkwam alle kritiek.
De dochter was een mooi blondje met middelmatige talenten, maar met een helder verstand en
sterke hartstochten. Ze was niet aanwezig geweest bij de Kerstboom en haar geliefde,
misschien wel daarom, of omdat hij zich opeens sterk tot Eunice voelde aangetrokken, was de
hele avond niet van haar zijde geweken. Hij had een bepaalde manier om zijn attenties op te
laten vallen: dat deed hij bij die gelegenheid. Hij deed alsof hij haar assisteerde, maar het was
alleen maar een spel en ze wist het, hoewel ze het geweldig vond. Ze had hem wel al ontmoet,
maar nooit eerder meer dan een paar woorden met hem gewisseld. Ze had hem met Ada
Harris samen gezien en toen leek hij net zo ver van haar af te staan als een minnaar uit een
boek. Jonge mannen van zijn soort waren tot dan toe onbekende grootheden voor deze rustige,
gewone jonge vrouw. Ze schenen andere meisjes toe te behoren.
Zijn toewijding aan haar gedurende de hele avond en zijn verzoek bij het afscheid nemen om
haar nog eens op te mogen zoeken, schenen haar dus ongelooflijk toe. Haar hoofd was niet op
hol gebracht in de gebruikelijke zin van het woord – het was geen hoofd dat makkelijk op hol
te brengen was - maar het was vol van Burr Mason en iedere gedachte, het deed er niet toe
waar die ook begon, dwaalde uiteindelijk af naar de gedachte aan hem.
Het aanzoek van mijnheer Wilson drukte haar de week daarna erg. Haar vader leek heel graag
te willen dat zij het zou accepteren; haar moeder ook, die zuchtte in stilte bij het vooruitzicht
dat haar dochter ongetrouwd zou blijven. Door hun niet wereldse instelling of doordat ze er zo
van overtuigd waren dat het huwelijk zelf wenselijk was, leek het magere financiële uitzicht
hen niet in het minst te beïnvloeden. Eunice dacht er niet eenmaal aan dat Burr Mason de
reden zou kunnen zijn van haar tegenzin, maar toen hij haar een dag voor de proefweek
voorbij was kwam bezoeken en toen hij haar de volgende dag voor een ritje meenam, besliste
zij tamelijk gemakkelijk om het aanzoek van de predikant te weigeren. Ze had eerst een beetje
geweifeld.
Aan mijnheer Wilson werd het overgelaten om te beslissen welke andere waardige,
betrouwbare vrouw voorwerp zou worden van zijn attenties en Eunice ging door met haar
nieuwe geliefde. Hoe dit nuchtere, gewetensvolle meisje zich kon verzoenen met de koers die
ze nu volgde was een vraag. Waarschijnlijk deed ze geen poging om die vraag op te lossen; ze
was zo verstandig dat ze al van te voren inzag dat dat nutteloos en schijnheilig zou zijn.
Ze wist dat haar geliefde met Ada Harris verloofd was geweest; dat ze hem aanmoedigde een
andere vrouw wreed en oneerzaam te behandelen; maar toch ging ze er mee door. Er kwamen
zelfs mensen naar haar toe die haar vertelden dat het hart brak van het in de steek gelaten
meisje. Ze luisterde met onbewogen kalmte op haar gezicht. Ze hoorde rustig de protesten van
haar ouders aan en ging ermee door. Er was iets vreemds aan het karakter van Burr Mason.
Hij was vreselijk wankelmoedig, maar dat wist hij. Op een keer zei hij tegen Eunice, met het
zorgeloze gemak dat bij een andere man bijna onbeschaamd zou zijn geweest: 'Ik waarschuw
je, ik moet niet te veel van Ada Harris zien, schat. Ik ben van plan je trouw te blijven, maar ze
heeft zo'n mooi gezicht, en ik was ook van plan haar trouw te blijven, maar jij hebt - ik weet
niet precies wat, maar iets dat zij niet heeft.'
Eunice wist precies wat hij bedoelde. Het onbegrijpelijke van dat alles was voor haar, die zich
zo bewust was van haar eigen zwakke punten, de aantrekkingskracht die zij voor een
dergelijke man kon hebben.
Previous page Top Next page